Op 16 april 1991 dat maakte Volkswagen bekend dat het Skoda had ingelijfd. Sommigen schudden hun hoofd: „Wat moet een degelijk Duits bedrijf nu met een Tsjechisch automerk met een twijfelachtig imago?”

Toch bleek de samenwerking succesvol. „Vandaag de dag produceert Skoda meer dan een miljoen auto’s op jaarbasis in 14 fabrieken op twee continenten en is het merk in meer dan 100 landen vertegenwoordigd”, somt de trotse CEO Bernhard Maier op. „Wat begon als fabrikant van één enkel automodel met een jaarlijkse productie van 170.000 auto’s begin jaren ’90, is uitgegroeid tot een internationaal opererende auto-onderneming met zes modellijnen en meer dan 40 modelvarianten.”

Tussen 1991 en maart 2015 werd meer dan 300 miljard Kronen (zo’n 11 miljard euro) geïnvesteerd in nieuwe modellen, onderzoek en ontwikkeling. Ook werden productiemogelijkheden uitgebreid. Dat lijkt allemaal heftig veel, maar de regering van Tsjechië heeft geen moment spijt gehad van de keuze voor Volkswagen als nieuwe paraplu voor Skoda. Op dit moment is het bedrijf met zo’n 28.500 medewerkers een van de grootste werkgevers in Tsjechië.

1.055.500 auto’s

Nog een paar cijfertjes om het succes van Skoda te onderstrepen. In 2015 was de fabrikant goed voor 4,5 procent van het Tsjechische bruto nationaal product en verantwoordelijk voor zo’n 8 procent van de totale export van het land. In 2015 steeg het aantal afgeleverde auto’s met 1,8 procent tot 1.055.500 auto’s. Tegelijkertijd nam de omzet met 6,2 procent toe tot een nieuwe recordwaarde van 12,5 miljard euro en steeg de winst met 12,0 procent tot 915 miljoen euro. Daar kun je mee thuis komen.

En dat allemaal dankzij Volkswagen. Het Duitse concern heeft de afzetmarkt enorm vergroot, technische verbeteringen doorgevoerd en de styling afgestemd op de West-Europese markt. Daarmee veranderde het imago van Skoda van een aftands vierkant geval waar je niet in gezien wil worden, in een modern, betrouwbaar vervoersmiddel waarvoor je je zeker niet hoeft te schamen.

Nuchter

Nee, een Skoda zal nooit een BMW worden. Maar wees nu eens nuchter en denk even mee. Een volledig uitgeruste Skoda Superb, het vlaggenschip van het merk, is slechts 4 centimeter korter dan een BMW 5-serie. Het uitrustingsniveau is nagenoeg hetzelfde. Voor een bedrag onder de 30.000 euro heb je zo’n Superb op de stoep staan. „Het enige wat nog mist, is een privé-chauffeur”, grapt Skoda quasi-serieus. Want ze hebben een punt. Waarom zou je het dubbele (ja, het dúbbele) uitgeven voor een auto die weliswaar beter stuurt, kwalitatief misschien op een nóg hoger plan staat, maar verder ‘alleen’ een beter imago heeft?