Opinie

Toekomstvisie Christenen voor Israël niet altijd Bijbels

Het apocalyptisch scenario waarvan Christenen voor Israël zich bedient, botst nogal eens met het Bijbelse spreken over de eindtijd, stelt ds. Wim de Bruin.

ds. Wim de Bruin
4 April 2016 17:10Gewijzigd op 16 November 2020 02:37
beeld Omniversum
beeld Omniversum

Wat beweegt een Vlaming om met tomeloze energie half Oekraïne door te reizen op zoek naar (half-)Joden om die vervolgens naar Israël te laten emigreren? En dat in gesprekken die gepaard gaan met hele waarheden (in Oekraïne is het slecht), halve waarheden (in Israël is het veel beter) en hele leugens (in Duitsland worden nog altijd Joden vervolgd). Dat is de vraag die me bezighoudt sinds ik de documentaire ”Breng de Joden thuis” zag (RD 31-3). Die documentaire volgt Koen Carlier, die voor Christenen voor Israël (CvI) in Oekraïne met een busje van Jood tot Jood gaat om hen te bewegen naar Israël af te reizen. Nu was ik al enigszins op de hoogte van de theologie van Christenen voor Israël, maar de werkelijkheid die daaraan ontspruit blijkt toch weer vreemder te zijn dan ik in mijn beperkte fantasie had kunnen denken.

Als je de documentaire bekijkt, zul je ontdekken dat Carlier, en vele anderen, in een behoorlijk nauwkeurig apocalyptisch scenario leven. Dat ziet er zo uit: in 1948 heeft God de staat Israël gesticht. Nu is de tijd gekomen dat God Zijn volk opnieuw zal verzamelen in Israël. Als dat gebeurd is, zal de Messias komen en zal heel Israël in Hem geloven. Als dat gebeurt breekt de heilstijd aan.

Volgens mij is het leven in zo’n apocalyptisch script precies dat wat leidt tot zo enorm veel dadendrang. Er is een duidelijk einddoel (een heilsstaat) en een duidelijke weg daarnaartoe (breng de Joden thuis), dat zorgt voor een effectieve manier om die energie bij mensen los te maken. Ongeveer zoals het apocalyptische scenario van Greenpeace (de wereld vergaat door klimaatverandering), gecombineerd met een duidelijke remedie (alle kolencentrales moeten sluiten), zorgt voor een krachtige campagne en een helder toekomstbeeld (de wereld kolenvrij). Of zoals het apocalyptische script van IS een helder einddoel (de islamitische heilsstaat) combineert met een duidelijke route (dood aan alle ongelovigen) en zo duizenden jongeren mobiliseert om met wapens een vrederijk te vestigen.

Nu lijkt mij het scenario van Greenpeace het meest waarschijnlijk en die van IS het meest gevaarlijk, maar alle drie de stromingen hebben gemeen dat onze tijd niet zomaar een tijd is, maar een beslissende tijd, en dat we ons met hart en ziel moeten inzetten om de grote toekomst te verwezenlijken.

Verwoesting

Nu kan ik van alles inbrengen tegen het toekomstbeeld van Christenen voor Israël, ik heb dat eerder ook al wel gedaan. Te denken valt aan het merkwaardige feit dat het Nieuwe Testament zelf geen tweede terugkeer uit de ballingschap meer verwacht maar de gebeurtenissen rondom Jezus ziet als de voltooiing van die terugkeer (denk alleen aan de nieuwe intocht van Gods volk in Kanaän bij de doop in de Jordaan). Ik kan erop wijzen dat alle details van Jezus’ eschatologische rede (Matth. 24) betrekking hebben op Jezus’ dood en opstanding en de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70, en dat we volgens die hoofdstukken alleen nog de komst van de Heere in heerlijkheid te verwachten hebben. Ik kan erop wijzen dat Paulus in Romeinen 11, waar hij spreekt over de strategie om zijn volksgenoten bij de Messias te brengen, nergens spreekt over het weer thuisbrengen van Joden uit de verstrooiing. En dat die stukken uit het Oude Testament die volgens velen nog onvervuld zijn, al wel vervuld zijn, maar alleen op een andere manier dan je op het eerste gezicht zou zeggen (bijv. Matth. 2:15).

Bij het bijzondere script van Christenen voor Israël steekt het ‘script’ van Jezus misschien wat saai af. „Niemand weet de dag en het uur, zelfs de Zoon niet, alleen de Vader weet het” (Matth. 24:36, NBV). En Jezus roept intussen Zijn volgelingen op om tot die dag waakzaam te zijn. En waakzaam zijn betekent dan niet dat je wakker moet worden om met de Bijbel in de hand de voetstappen van Jezus te ontcijferen. Waakzaam zijn betekent volgens de gelijkenis die volgt: trouw doen wat de Heere je opdraagt (Matth. 24:45-51), de arbeid aan Zijn Koninkrijk in woord en daad trouw voortzetten totdat Hij komt (Matth. 24:14 en 25:31-46).

Dit script vinden we ook in Handelingen 1. In vers 6 stellen de leerlingen Hem de vraag of Hij dan nu het koningschap over Israël gaat bekleden. Het antwoord van Jezus komt er dan op neer dat Hij al Koning is, door Zijn dood en opstanding, en dat Zijn leerlingen dat als koninklijke herauten moeten gaan vertellen in de hele wereld, te beginnen bij Jeruzalem (Hand. 1:8). Dat, onder de leiding van Gods Geest, is hun taak. En wat er verder nog volgt is dat Jezus terugkomt zoals Hij is heengegaan (Hand. 1:11). En dat is het.

Opdracht

Het is begrijpelijk dat allerlei eindtijdschema’s een hoger attractiviteitsgehalte hebben dan het eenvoudige schema van Jezus. Het is nu eenmaal lastig te accepteren dat onze tijd misschien wel helemaal niet zo bijzonder is. Dat onze tijd misschien achteraf wel net zo doorsnee blijkt te zijn als de middeleeuwen of de jaren ’50. Dat we op dit moment niet met bijzondere gebeurtenissen te maken hebben die we als Jezus’ voetstappen kunnen interpreteren. En dat we als kerk geen bijzondere bijdrage kunnen leveren aan Zijn komst. Geen andere bijdrage dan gewoon trouw zijn aan Zijn opdracht…

Haast iedereen in elke tijd vindt zijn tijd bijzonderder en vooral angstiger dan het verleden. Lees een paar oude preken en je ziet wat ik bedoel. Relativerende opmerkingen als dat het in ons deel van de wereld veiliger is dan in welke eeuw hiervoor dan ook zijn een roep in de woestijn. Het is ook duidelijk hoe dat komt: het verleden is bekend, de toekomst niet. Apocalyptisch denken, religieus of seculier, het is van alle tijden.

In de gemeente waar Timotheüs diende waren de mensen al gefascineerd door de geslachtsregisters van de Bijbel. Ze konden er veel mee berekenen en er mooie scenario’s uit opmaken. Paulus ziet het als weggegooide energie die ook besteed had kunnen worden met het vervullen van de taak die God gegeven heeft (1 Tim. 1:4). De opdracht voor Timotheüs is helder: „voer je taak vlekkeloos en onberispelijk uit, totdat onze Heer Jezus Christus verschijnt op de dag die is vastgesteld door de verheven en enige heerser, de hoogste Heer en koning” (1 Tim. 6:14-15, NBV). Opnieuw het simpele Jezusscript. Opnieuw de eenvoudige opdracht waar Timotheüs en wij onze handen vol aan hebben.

De auteur is predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Zutphen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer