Apologetiek is zo gek nog niet
In de EO-documentaire ”Na de zomer” komen reformatorische jongeren aan het woord over hun geloof. Een jongere werpt daarbij de vraag op of een apologetische insteek wel goed is. Christenen moeten geen verdedigende houding aannemen, maar het laten aankomen op de ontmoeting. Daarin kunnen we uitleggen wat we denken en hoe we leven.
JA
Ik heb respect voor de studenten die zich in de documentaire uitspreken. Zij schamen zich niet voor een christelijke levensovertuiging. Het recente rapport ”God in Nederland” laat zien dat het christelijk geloof in onze samenleving steeds meer aan de zijlijn komt te staan. Deze jongeren tonen echter dat het christelijk geloof beslissend is voor het totale leven en het leven in een perspectief plaatst.
Ik kan ook begrijpen dat de desbetreffende leerling opmerkte dat we niet met een verdedigende houding naar de universiteit moeten gaan. Zo’n houding veronderstelt immers dat je je aangevallen voelt. De verdedigingshouding neemt iets van spontaniteit weg om een ander echt te ontmoeten in zijn of haar leefwereld. De verdedigingshouding geeft ook een bepaalde kramp en spanning, terwijl dat helemaal niet nodig is. We kunnen op een ongedwongen manier uitkomen voor het christelijk leven en voor de christelijke overtuiging. Het is niet nodig om gelijk in de kramp schieten omdat we ons aangevallen voelen.
De krampachtige verdedigingshouding brengt mee dat we niet meer echt luisteren naar een ongelovige. De ongelovige kan immers ook weleens meevallen en de boze ‘wereld’ is niet altijd zo boos als christenen geneigd zijn te denken. Het is de ervaring van veel christenen dat atheïsten heel aardige en spontane mensen kunnen zijn met heel redelijke opvattingen, die er bovendien helemaal niet op uit zijn om de christelijke medemens en het christelijk geloof aan te vallen. Ook onze seculiere medemens kan oprechte belangstelling hebben voor het christelijke geloof. Waarom zo veel wapens in stelling brengen en munitie van apologetiek verzamelen?
NEE
Deze opmerkingen nemen het goed recht van apologetiek echter niet weg. Apologetiek is namelijk niet in de eerste plaats een verdediging van het christelijk geloof, maar een verantwoording ervan. Daarom heet het handboek waaraan ik heb meegewerkt ook ”Verantwoord geloof”. Als we uitgaan van dit begrip komt apologetiek een stuk dichterbij. De Bijbel spreekt zelfs over de roeping om ons te verantwoorden (1 Petr. 3:15). Christenen ontkomen er niet aan om zich te verantwoorden. Van de eerste christenen ontstonden karikaturen als men hoorde over het eten van Christus’ lichaam in het avondmaal. Men vermoedde dat er sprake was van kinderoffers. Christenen voelden zich gedrongen verantwoording af te leggen van de juiste inhoud van het christelijk geloof.
Wat dat betreft is er nog niet zo veel veranderd. Mede-Nederlanders kunnen de indruk hebben dat reformatorische christenen zich heel druk maken om de lengte van rokjes op middelbare scholen, dat zij tegen abortus, euthanasie, homoseksualiteit en zondagswerk zijn. Wellicht is het ook bekend dat de meeste van deze christenen in de Biblebelt wonen. Daarmee houdt de kennis van de meeste Nederlanders wel op. Hoe ga je daarmee om?
Op zo’n moment is het wel handig als je niet alleen de communicatieve vaardigheden hebt om het gesprek in een andere richting te buigen, maar als je ook de intellectuele bagage ter beschikking hebt om te verantwoorden wat je eigenlijk gelooft. Iemand zou je tegen kunnen werpen dat de wetenschap heeft bewezen dat de Bijbel niet waar is. Wat zeg je dan? Een ander kan opmerken dat religie veel geweld mee heeft gebracht in de Bijbel en in de geschiedenis. Hoe moet je dan reageren? Het kan je voor de voeten worden geworpen dat het christelijk geloof je dom houdt en zelfstandig nadenken verhindert. Wat is je antwoord als een collega of medestudent je voor de voeten werpt dat het geloof in een goede God zich niet laat rijmen met het kwaad in de wereld?
Deze vragen dwingen christenen om diep na te denken over hun eigen geloof. In de geschiedenis was de verantwoording van het geloof een aanleiding om de inhoud van het geloof meer te doordenken en duidelijk te maken hoe het christelijk geloof zich verhoudt tot andere religies, tot filosofische wereldvisies, tot ongeloof of tot wetenschappelijke inzichten.
DUS
Apologetiek is zo gek nog niet. Nu christenen een steeds kleinere minderheid vormen, wordt het steeds belangrijker dat we woorden en inzichten hebben om het gesprek over het christelijk geloof aan te gaan en er verantwoording van af te leggen.
Prof. dr. W. van Vlastuin, hoogleraar spiritualiteit aan de Vrije Universiteit.