Politiek

Van der Staaij: Ik hoop dat dit abortusonderzoek iets losmaakt

DEN HAAG. Het abortusdebat weer lostrekken. Met dat doel liet de SGP uitzoeken hoe de bevolking écht over zwangerschapsafbreking denkt. Is de opzet geslaagd? „Ik zie aan­knopingspunten”, zegt partijleider Van der Staaij.

2 March 2016 15:05Gewijzigd op 16 November 2020 01:52
Van der Staaij. beeld ANP
Van der Staaij. beeld ANP

Blaadje voor blaadje rollen de bevindingen van TNS NIPO uit de printer op de Haagse burelen van de SGP. Een voor een neemt Van der Staaij de A4’tjes door. Sommige pagina’s krijgen een krul: een meerderheid van de respondenten blijkt steun te geven aan een standpunt dat ook door de SGP wordt uitgedragen. Bij andere tabellen verschijnt op Van der Staaijs gezicht een lichte frons.

U verzucht regelmatig dat het abortus­debat in Nederland is vastgelopen. Wat bedoelt u daarmee?

„Onze abortuswet die sinds 1984 van kracht is, is ruim. Dat is een feit. Feit is ook dat deze wet destijds is aangenomen, al was de meerderheid daarvoor uiterst krap. Al meerdere malen heb ik echter benadrukt dat ook de voorstanders van destijds zeker geen ongebreidelde abortuspraktijk voor ogen stond. Integendeel, zij zagen abortus als een uiterste middel bij een onontkoombare noodsituatie. Je zou dus mogen verwachten dat er ook anno 2016 in het politieke debat nog ruimte is voor de vraag: functioneert abortus echt als laatste redmiddel? Helaas is dat maar in beperkte mate het geval.”

Wanneer lukte het u niet om een gedachtewisseling rond abortus op gang te krijgen?

„Dat overkwam me een paar maanden geleden nog, tijdens het debat over de ratificatie van het VN-gehandicaptenverdrag. Het kabinet wilde ratificeren, maar maakte diverse voorbehouden. Een daarvan is dat het ongeboren, gehandicapte leven wat Nederland betreft niet valt onder de reikwijdte van dit verdrag. Ik heb met een motie geprobeerd het kabinet te bewegen om dat voorbehoud later nog eens te evalueren, maar een grote Kamermeerderheid vond dat overbodig. Alleen CDA en ChristenUnie steunden ons verzoek.”

U loopt al een tijdje mee in Den Haag, maar hebt nog nooit met zoveel ijver geprobeerd om abortus weer op de agenda te krijgen als nu. Wat prikkelt u?

„Ik ben onder meer aan het denken gezet na een werkbezoek dat ik aflegde in een abortuskliniek. Daarbij vroeg ik aan een abortusarts hoe hij de ingrepen die hij wekelijks uitvoerde eigenlijk kon rechtvaardigen. Zijn antwoord luidde: „Als datgene wat wij doen niet in de haak zou zijn, zou de Tweede Kamer ons daar wel op wijzen. Maar daar blijft het stil, dus blijkbaar zit het wel goed.” Eerlijk gezegd kwam dat best aan. Zeker in Den Haag mag het debat niet verstommen. Hopelijk maakt het onderzoek iets los.”

Driekwart van de bevolking is volgens het onderzoek voor abortus. Van de ondervraagden wil 30 procent de abortuswet versoepelen, terwijl maar 14 procent beperkingen wenst. De rest vindt het prima, of heeft geen mening. Daar kunt u weinig mee.

„Dat klopt. Voorlopig kunnen we alleen maar zoeken naar verbeteringen binnen het bestaande wettelijk kader. Dat is helaas de realiteit. Overigens doet dat niets af aan ons principiële standpunt dat het ongeboren leven in Nederland beter beschermd hoort te worden. Dat droegen en dragen we nog steeds uit.”

Uitgerekend woensdag schreef minister Schippers de Kamer dat ze hoopt de nieuwe downtest nog voor de zomer algemeen toegankelijk te kunnen maken. Wrang?

„Ja, ik betreur het dat de minister deze weg verder op wil. En dat ze een voorschot neemt op het advies van de Gezondheidsraad dat nog moet verschijnen. De druk die uitgaat van het aanbieden van zo’n test wordt schromelijk onderschat. Het aanvaarden van het leven wordt zo steeds minder vanzelfsprekend, ook dat van het leven met een aandoening of een handicap.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer