Demograaf Latten: Onveilig gevoel houdt ons waakzaam
DEN HAAG. Dat we ons een beetje onveilig voelen, is niet erg, zegt prof. dr. Jan Latten. „Dat houdt ons waakzaam. Maar dat mensen zich onveilig voelen in hun eigen huis; dat gun je niemand.”
Latten, hoofddemograaf bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), gaf dinsdagmiddag in Den Haag een toelichting op de Veiligheidsmonitor 2015.
Steeds minder mensen zijn het slachtoffer van criminaliteit; en dat al tien jaar lang. Dat is volgens u de belangrijkste conclusie van de Veiligheidsmonitor. Een droom die uitkomt?
„Misschien wel. Wie had dit tien jaar geleden durven hopen? Toch is het gebeurd. Mensen zeggen het zelf: Ik voel me veiliger. Tegelijk zijn ze zich meer bewust van bedreigingen. Dat is niet vreemd. We zullen nooit zonder bedreiging leven. Dat maakt mensen voorzichtig. Ze zeggen: Op plekken waar jongeren hangen, voel ik me niet veilig. Logisch. Dan heb je de situatie van een groep tegen één. Maar dat je je thuis onveilig voelt, dat is erg. Dat gun je niemand. Toch zegt 9 procent van de 110.000 ondervraagden daar last van te hebben. Dat is veel. Ik hoop dat dit percentage nog eens naar beneden gaat.”
Hoe aannemelijk is het dat de positieve trend in de Veiligheidsmonitor nog een poosje doorzet?
„Dat is niet te zeggen. Je moet een onveilig gevoel niet direct koppelen aan het slachtoffer-zijn. Ouderen zeggen zich onveilig te voelen, terwijl ze minder vaak te maken hebben met criminaliteit. Ik vind dat een vreemd contrast. Misschien heeft het ermee te maken dat ouderen vaak alleen zijn. Met z’n tweeën voel je je veiliger. Onze bevolking vergrijst. We krijgen steeds meer ouderen, dus steeds meer mensen die zich onveilig voelen. Dát lijkt demografisch gezien aannemelijk.”
Welke risico’s kunnen de huidige trend negatief beïnvloeden?
„Onvoorzichtigheid, omdat we gaan denken dat er geen gevaar meer is. Dat we ons zo veilig gaan voelen dat we roekeloos worden. Daar is geen reden toe. Ook al is de trend positief, nog steeds zeggen 2,4 miljoen inwoners –18 procent van de bevolking– dat ze het slachtoffer van criminaliteit zijn. Dat aantal is natuurlijk veel te hoog.”
Criminaliteit via de computer neemt ook af, terwijl internet steeds intensiever wordt gebruikt.
„Inderdaad wonderlijk. Steeds meer mensen zijn digitaal actief en gebruiken de computer voor steeds meer zaken: producten kopen, vakanties boeken, relaties aangaan. Toch neemt de cybercriminaliteit af. Een mogelijke verklaring zit in de methoden die de politie gebruikt om computercriminaliteit op te sporen en te registreren. Als die verfijnd zouden worden, zou het beeld positiever kunnen uitvallen.”
Bent u een tevreden man door zo’n positieve Veiligheidsmonitor?
„Ik ben zeer positief gestemd over de cijfers. Maar als onderzoeker heb ik nog steeds de vraag: Hoe is het mogelijk dat minder mensen zeggen slachtoffer te zijn van criminaliteit, en toch het idee ons omringt dat het in onze omgeving onveilig is? Ik vermoed dat het te maken heeft met het feit dat ieder met veiligheid bezig is. Denk alleen aan buurtpreventie. We zijn haarfijn op de hoogte van wat er misgaat in de buurt. Wordt er ergens ingebroken, dan weten we dat direct. Mensen informeren elkaar. Dat versterkt het gevoel van onveiligheid.
Ook de media spelen een rol. Eén misdrijf haalt twintig keer de televisie. De eerste keer wordt het feit gemeld, de tweede keer dat er een dader is gepakt, de derde keer dat er een rechtszaak komt, de vierde keer dat de verdachte is veroordeeld, de vijfde keer dat hij in hoger beroep gaat, en ga zo maar door. Denk aan de zaak-Marianne Vaatstra. Dat was natuurlijk een heel ernstig misdrijf, maar hoe vaak is die zaak de afgelopen tien jaar niet in het nieuws geweest? Die constante herhaling doet iets met de veiligheidsbeleving van mensen.”