Cultuur & boeken

Jaartallen leren als wapen tegen loze kreten

Drie journalisten bij NRC Handelsblad, allen historici, schreven een vaderlandse geschiedenis in jaartallen. Nuttig, zeggen ze. „Hoe meer je weet, hoe gefundeerder je kunt deelnemen aan het publieke debat.”

Mark Wallet

25 January 2016 23:05Gewijzigd op 16 November 2020 00:57
De auteurs van Nederland van alle tijden, v.l.n.r. Gijsbert van Es, Bas Blokker en Hendrik Spiering. Blokker: „We hangen de geschiedenis op aan jaartallen, maar we hebben meer dan een encyclopedie willen maken.”
De auteurs van Nederland van alle tijden, v.l.n.r. Gijsbert van Es, Bas Blokker en Hendrik Spiering. Blokker: „We hangen de geschiedenis op aan jaartallen, maar we hebben meer dan een encyclopedie willen maken.”

Parallel aan het Rokin in Amsterdam loopt de Nes, een van de oudste straten van de stad. Rond 1500 stonden hier vijf kloosters, reden waarom een van de steegjes rond de Nes nog altijd Gebed zonder End heet. Over geschiedenis gesproken.

In een restaurant aan de straat praten historici en journalisten Bas Blokker en Hendrik Spiering over geschiedenis.

„De ketterij van Tanchelijn in… Kom, geef dat boek eens”, zegt Spiering. Hij bladert naar 1090, naar het lemma over de monnik Tanchelijn. „Ja, die man zou ik weleens willen spreken.”

De vraag was welke historische gebeurtenis hij het liefst had willen meemaken. Het aanbod ligt op tafel: zo’n 370 pagina’s vol episodes uit de Nederlandse geschiedenis, gebundeld onder de titel: ”Nederland van alle tijden. De vaderlandse geschiedenis in jaartallen”. Het is een verbeterde en uitgebreide versie van ”Nederland in een handomdraai”, dat Spiering eerder met zijn NRC-collega’s Blokker en Gijsbert van Es schreef.

Ze schreven het „om de geschiedenis te helpen begrijpen van een gebied dat wij nu Nederland noemen.”

Bij die geschiedenis hoort ook Tanchelijn. „Zijn verhaal zegt veel over de middeleeuwse samenleving”, maakt Spiering enthousiast duidelijk. Tanchelijn was een Utrechtse monnik die te hoop liep tegen de geldhonger en machtswellust van de kerkelijke autoriteiten en de mensen daarom ertoe opriep de kerkelijke belastingen niet langer te betalen. Rond 1110 nam hij min of meer de macht over in Antwerpen. Zijn volgelingen zouden zijn badwater hebben gedronken als ware het heilig vocht.

Voor Spiering laat het verhaal van Tanchelijn zien hoezeer de wereldlijke en de religieuze macht in de middeleeuwen waren vervlochten. „We denken altijd dat geloof allesbepalend was in die tijd. Maar wat je ziet is dat ketterijen pas een probleem werden als de wereldlijke macht in het geding kwam. Als ketters hun tienden netjes betaalden, hoorde je de bisschoppen niet. Het ging gewoon om macht.”

„Is dat niet te kort door de bocht”, interrumpeert Blokker. „Is het niet zo dat wij vanuit ons diep seculiere levensgevoel niet meer snappen hoezeer geloof een rol kan spelen in het dagelijks leven en handelen?” Het is voer voor discussie.

Als hij de keus had, zou ook Blokker er overigens voor kiezen om een tijdje in de middeleeuwen rond te lopen. „Juist omdat die cultuur zo compleet anders is. Je kunt niet zeggen: dat waren een beetje mensen zoals wij.”

Blokker zou de pestuitbraak van rond 1350 wel willen meemaken. „Die epidemie had een enorme impact. De hele samenleving stortte in. In die tijden doken er dan ook allerlei mistige groepen op, zoals de flagellanten, die zich geselden in de hoop dat God Zijn toorn zou afwenden. Ja, daar had ik wel bij willen zijn. Hoe beleefden die mensen dat? Ze hadden er nog geen begin van een idee van waar de pest vandaan kwam.”

Het boek staat vol met jaartallen. Die deden er toch niet meer toe?

Blokker: „Jaartallen vormen het skelet waarin je verhalen uit het verleden kunt passen. Ze geven het noodzakelijke verband voor thematische vormen van geschiedenis.”

Spiering: „Zonder jaartallen ben je verloren, dan mis je de ontwikkelingen.”

Blokker: „We hebben het boek overigens niet willen schrijven als een encyclopedie. We hebben de geschiedenis verdeeld in tijdvakken en elk daarvan van een inleiding voorzien waarin we de grote trends schetsen. Bovendien leggen we geregeld dwarsverbanden.”

Helpen de mensen van toen om de Nederlander van nu te begrijpen?

Blokker: „Nou, die middeleeuwse debatten over religie zijn bijvoorbeeld interessant. Dat zijn in feite moderne debatten. Welke invloed heeft religie op een mens?”

Spiering: „Ik denk dat vooral de eeuwenlange Nederlandse strijd tegen het water en de vorming van de waterschappen helpen om het moderne Nederland te begrijpen. Als er zoiets bestaat als een Nederlands volkskarakter, dan is die daardoor gevormd. We hadden een gemeenschappelijke vijand, het water, en moesten daarom wel met elkaar samenwerken.”

De verzuiling ziet Spiering ook als een exponent van die traditie. „Het was een manier om grote conflicten uit de weg te gaan. Op politiek niveau deden de leiders van de zuilen intussen onbekommerd zaken met elkaar.”

Blokker: „We agree to disagree: dat was de kracht van de verzuiling. Inmiddels is de samenleving veel meer egalitair geworden en zijn de fronten verschoven naar het buitenland. Daartegenover positioneert Wilders ons als Nederlanders tegenover de rest van de wereld, terwijl een partij als D66 dat precies omdraait.”

Het lijkt erop dat de tegenstellingen in Nederland scherper worden.

Blokker: „De polarisatie neemt toe, wat zich bijvoorbeeld laat zien in de opkomst van partijen aan de flanken van het politieke spectrum. De polarisatie was in sommige tijden echter wel erger dan nu. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de verkettering van de socialisten aan het begin van de 20e eeuw.”

Spiering: „Uiteindelijk moet je stellen dat er nog altijd weinig wanordelijkheden zijn in Nederland. Op grond van de geschiedenis van Nederland ben ik geneigd te zeggen dat het boeltje bij elkaar blijft.”

Blokker: „In tijden van economische onzekerheid slaat ook op maatschappelijke gebied de vertwijfeling toe. Dingen veranderen en mensen vragen zich af waar het naartoe gaat. Het voordeel van de twijfel verdwijnt. En er wordt bij problemen sneller naar buitenlanders gewezen. Dat is ook altijd zo geweest. Rond pestuitbraken in de middeleeuwen ging het verhaal dat Joden uit Spanje onze waterputten hadden vergiftigd. Onbegrijpelijk.”

Jullie boek meldt dat in 1797 de slag bij Kamperduin plaatsvond. Belangrijk om te weten?

Blokker: „Over ieder jaartal valt te twisten. Frits van Oostrom heeft geschiedenis ooit vergeleken met een tegelpad. We weten lang niet alles, maar de kennis die we hebben vormt ons beeld van het verleden. Hoe meer tegels je kunt leggen, hoe preciezer dat wordt.”

Spiering: „Als je om te beginnen van iedere eeuw nu drie jaartallen zou kennen, dan heb je een basis. Wanneer je dan van de slag bij Kamperduin hoort, kun je dat plaatsen. Basale kennis van de geschiedenis is belangrijk. Als mensen als Poetin of Wilders naar het verleden verwijzen, kun je sneller zeggen: Hé, wacht even, klopt dat wel helemaal?”

Blokker: „Historische kennis helpt om gefundeerd deel te nemen aan het publieke debat. Om nog iets te noemen: als iemand in de Zwarte Pietdiscussie het slavernijverleden aandraagt, kun je met historische kennis beoordelen of dat op een zinnige of op een onzinnige manier gebeurt.”

Spiering: „Hoe dichter het tegelpad is, hoe minder vaak je uitglijdt.”

Blokker: „Ha ja, zo is de vergelijking mooi af.”

Nederland van alle tijden. De vaderlandse geschiedenis in jaartallen, Bas Blokker, Gijsbert van Es en Hendrik Spiering; uitg. Balans, Amsterdam, 2015; ISBN 978 94 600 3072 7; 382 blz.; € 25,-.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer