Opinie

Meedoen aan de loterij is vorm van „geestelijke zelfmoord”

Een lot uit de loterij. Je zult het maar winnen. Bij de eerste trekking van dit jaar voor de Staats­loterij, afgelopen zondag, kon er 7,5 miljoen euro uit de jackpot gehaald worden. Aantrekkelijk. Dat misschien wel. Maar ook heel gevaarlijk.

W. B. Kranendonk
13 January 2016 21:45Gewijzigd op 16 November 2020 00:39
beeld ANP
beeld ANP

Postcode 6131 BS, een straat in het Limburgse Sittard, was op nieuwjaarsdag de plaats waar het euro’s regende. De PostcodeKanjer van 43,9 miljoen euro viel daar. De vijftien winnaars die met die postcode meespeelden, hadden onderling een kleine 22 miljoen euro te verdelen. Ongelooflijk toch, dat je van het ene op het andere moment miljonair bent geworden? Je zwemt plotseling in het geld.

Jammer voor de buren die aan de rand van dat zwembad beteuterd staan te kijken. Het spijt hun dat ze zelf geen lot kochten. Zij hadden ook wel slapend rijk willen worden. De goede onderlinge verhouding die ze altijd als buren hebben gehad, wordt nu bedreigd door jaloezie: De buren kunnen het voortaan breed laten hangen, zelf zit men krapper bij kas.

Loterijen brengen geluk en ongeluk. Waarbij het laatste veelvuldiger voorkomt dan het eerste. Er zijn nu eenmaal slechts enkelen die winnen. Alleen, zijn die echt zo gelukkig?

Bezwaren

Algemeen is bekend dat orthodox-gereformeerden bezwaren hebben tegen kans­spelen zoals loterijen en gokken. Vaak wordt dan het motief aangevoerd dat loten en gokken strijdig zijn met het geloof in Gods voorzienigheid; met de overtuiging dat de Heere alles bestuurt en leidt. Dat is ook zo.

Toch is dat iets te gemakkelijk. Er is meer. En het is niet alleen op Bijbelse gronden dat loterij en gokken moeten worden afgewezen. Er zijn ook niet-Bijbelse bezwaren aan te voeren. Zij staan soms op zichzelf, maar illustreren vaak wat de Bijbel al eeuwen leert.

Om de bezwaren tegen loterij en gokken te begrijpen, moet er heel duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen het geoorloofd werpen van het lot zoals dat in de Bijbel voorkomt, en het meedoen aan de loterij in onze tijd. In totaal wordt er 78 keer in het Woord van God gesproken over het werpen van het lot, maar slechts een enkele keer over het loten om daarmee zichzelf te verrijken.

Algemeen geldt dat wanneer in de Bijbel het lot geworpen wordt, het erom gaat in een zaak kennis te nemen van Gods wil. Loten is dan het raad vragen aan de Heere omdat men niet weet hoe men moet handelen. Dat bedoelt Salomo als hij in Spreuken 16:33 zegt: „Het lot wordt in de schoot geworpen, maar het gehele beleid daarvan is van de Heere.”

Door het werpen van het lot werd de Heere gevraagd de dief van Ai aan te wijzen. Zo werd Achan ontmaskerd. Met het loten werd het land Kanaän onder de twaalf stammen verdeeld. Zo werd Jona aangewezen als de oorzaak van de storm, en werd Matthias tot apostel gekozen. Het geoorloofd werpen van het lot is een godsdienstig werk dat in diepe afhankelijkheid van God wordt gedaan. Het diepste motief is Gods wil te vernemen.

De simpele vraag kan worden gesteld: is dat ook het oogmerk van degenen die meedoen aan de Postcode- of Staatsloterij? Of nemen mensen deel aan dergelijke kansspelen om op een gemakkelijke manier rijk te worden? Een lot van 30 euro kan soms zomaar 1 miljoen opleveren.

Is daarmee niet de diepste, kwade reden aangewezen? Men kan zeggen: een expliciet verbod op loterij staat er niet in de Bijbel. Dat mag waar zijn. Maar er staat wel een expliciet verbod op ongebreidelde begeerte. Daarmee sluit de wet van de Tien Geboden af. Gij zult niet begeren. Dat uitdrukkelijke verbod wordt ook op andere plaatsen in de Bijbel onderstreept. Paulus noemt de geldzucht de wortel van alle kwaad (1 Tim. 6:10), en in Hebreeën 13:5 wordt de gelovige vermaand om tevreden te zijn met hetgeen hij heeft. Dat is iets anders dan om –gedreven door de begeerte– mee te doen aan een loterij.

Hebzucht

Vaak wordt ook vergeten dat het echt waar is dat geld niet gelukkig maakt. Dat leert de Bijbel ook. Wie snel rijk wil worden, wordt gewaarschuwd (Spr. 13:11 en 23:5, Pred. 5:10). Niemand kan ontkennen dat het bij loterijen en gokken gaat om een zucht naar rijkdom. Hebzucht is de grote aanjager om aan loterijen en gokken mee te doen. Dat is zonde. Wie door begeerte wordt gedreven, gaat uiteindelijk zijn ondergang tegemoet. De bekende Amerikaanse prediker John Piper noemt het meedoen aan loterij daarom „geestelijke zelfmoord.”

De Bijbelse les wordt ondersteund door bevindingen van verschillende seculiere onderzoekers. De Nijmeegse hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk zei tien jaar geleden: „Van het winnen van loterijen zijn mensen hooguit een paar dagen gelukkig. Daarna worden ze vooral óngelukkig doordat het hun leven ontwricht.”

Uit diverse onderzoeken blijkt ook dat de meerderheid van de loterijwinnaars zich na enkele jaren in slechtere financiële omstandigheden bevindt dan voorheen. Niet voor niets dat loterijbedrijven winnaars adviseren om een coach te zoeken die hen helpt om de loterijwinst op een verstandige manier te gebruiken. De mensen zelf weten immers vaak geen raad met hun geld.

Meespelen in een loterij brengt de winnaar zelf dus vaak geen echt geluk. En dan te bedenken dat hij al een uniek iemand is. Want veruit de meesten die een lot kopen, vallen buiten de prijzen. Keer op keer. Niet verwonderlijk ook. Om echt als winnaar uit de bus te komen, heb je bij de Staatsloterij een kans van kans 1 op de 10 miljoen en bij de Nationale Postcode Loterij een van 1 op de 100 miljoen.

Wie deze kanscijfers ziet, zal doorgaans snel de conclusie trekken dat je je geld beter op een andere manier kunt gebruiken. De kans om te winnen is immers absurd laag. Desondanks doen miljoenen mensen aan de loterij mee. Onderzoeken wijzen uit dat dit vaak ook degenen zijn die weinig te besteden hebben. De allure van het snel rijk worden is voor deze kansarme mensen een te grote verleiding. Daarom leggen zij in. Vaak tegen beter weten in. Maar dat betekent dat de winaars hun rijkdom te danken hebben aan de wanhoop en naïviteit van arme medeburgers. De winnaar is rijk geworden over de rug van de arme, die gebukt gaat onder de zorgen. Het Amerikaanse zakenblad International Business Times constateert daarom dat meedoen aan loterij en gokken een verslaving is die „de hebzucht en hopeloze dromen van mensen die gevangen zijn in armoede tot een prooi heeft.”

Geleend goed

Christenen die de Bijbel als gezaghebbende en betrouwbare gids voor het leven willen gebruiken, zullen de verleiding om mee te doen aan een loterij moeten weerstaan. Zij weten dat de begeerte tot geld de wortel van alle kwaad is. Zij weten ook dat hun geld uiteindelijk geen eigen bezit is, maar leengoed. Met geleend goed mag men geen spelletjes spelen.

Het argument dat sommigen aanvoeren dat men met gewonnen prijzen uit een loterij veel goeds kan doen, ook voor de kerk, geeft geen pas. De praktijk is dat hier weinig of niets van terechtkomt. Onderzoeken wijzen dat ook uit. Bovendien heeft God geen behoefte aan geld voor werk in Zijn Koninkrijk dat van (arme) anderen werd ‘gestolen’ door hen met rijkdommen te verleiden of –beter– te misleiden. Dat geld wil Hij niet hebben.

Gokken en loterijen zijn werken die behoren tot het terrein van de boze, de grote verleider. Daarom dienen ze te worden afgewezen. En die kleine, ogenschijnlijk onschuldige loterij op een (kerkelijke) bazaar dan? Dat kan toch geen kwaad? Dat valt te bezien. Het zou goed zijn als organisatoren daar eens over nadenken. Gaat het om „een toelaatbaar aardigheidje”, of om een verkeerde methode?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer