Bart Jan Spruyt: Pas op, Van der Steur komt op bezoek
Van alle kerkelijke bureaus in Nederland moet zich een koortsachtige opwinding meester hebben gemaakt. Minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie komt binnenkort immers op bezoek, voor een ernstig gesprek.
De minister heeft zijn voornemen op 15 december bekendgemaakt in een debat in de Eerste Kamer. Hij komt niet uit beleefdheid, niet om eens kennis te maken, of zomaar wat over koetjes en kalfjes te praten. Het gespreksonderwerp zal serieus zijn en hooggestemd: de normatieve principes waarop onze rechtsstaat rust.
Hij gaat daarover met alle kerken in gesprek. En een liberaal bedoelt dan dat hij niet alleen met vertegenwoordigers van de christelijke kerken wil spreken maar ook van de joodse en islamitische geloofsgemeenschappen. Hij begint overigens met de Gereformeerde Gemeenten, want daar is zijn Goudse secretaresse lid van.
Ik weet natuurlijk niet wie er allemaal namens al die kerken met hem in gesprek zullen gaan, en dat is mijn zaak ook niet. Misschien mag ik ze wel alvast waarschuwen: Van der Steurs voorganger, bromsnor Ivo Opstelten, had de gewoonte –naar ik uit betrouwbare bron heb vernomen– om zelf de tijd helemaal vol te praten en dan na een uurtje weer beleefd afscheid te nemen. Het kan niet anders of de leden van commissies voor kerk & overheid (of hoe die deputaatschappen ook precies heten) zullen zich dat niet meer laten gebeuren. Ze zullen hem graag willen uitleggen wat volgens hen die waarden en normen zijn waarop onze rechtsstaat gebaseerd is.
Ouderling
Liberalen als Van der Steur verkeren immers in de veronderstelling dat die rechtsstaat van ons uitsluitend op liberale principes is gevestigd. Daarmee bedoelen ze dat principes die ten tijde van de verlichting in de achttiende eeuw zijn ontdekt en die met de Franse Revolutie hun beslag hebben gekregen –principes als vrijheid en gelijkheid– en daarna door de liberale burgerij in grondwetten en gewone wetten zijn vastgelegd. Zo is onze democratie gevestigd, zo is onze rechtsstaat ontstaan. Ondanks het christendom. Liberalen zien de rechtsstaat als een overwinning op de kerk.
Geen dominee of ouderling die zich dat wil laten zeggen. Onze mannen weten natuurlijk beter. SGP-senator Van Dijk (ouderling te Waddinxveen) heeft in het debat met Van der Steur al gezegd dat de grondwaarden die de onmisbare voorwaarde voor onze rechtsstaat vormen, door de christelijke kerken worden gedragen en uitgedragen. Tegelijk uitte hij zijn zorg over een samenleving die langzaam maar zeker van haar joods-christelijke wortels losraakt. Hoe lang kan die nog blijven bestaan?
Rechten en vrijheden
Onze mannen zullen vast mannen van historische kennis zijn en Zijne Excellentie kunnen uitleggen dat de kern van de rechtsstaat al is vastgelegd in expliciet christelijke teksten als de Blijde Inkomste (1356) en het Plakkaat van Verlatinghe (1581). Daarin staat namelijk dat de overheid niet boven de wet staat, maar zich moet houden aan de afspraken die met de volksvertegenwoordigers (de ”standen”) zijn gemaakt. In die afspraken heeft de vorst beloofd dat hij voor zijn onderdanen zal zorgen zoals een vader voor zijn zonen en een herder voor zijn schapen. Hun rechten en vrijheden, inclusief het recht op de vrijheid van geweten en geloof, zal hij daarom eerbiedigen.
Mocht de vorst zich ontgaan, dan hebben de volksvertegenwoordigers het recht hem af te zetten en door een ander te vervangen. De vorst staat onder de wet. De wet is koning – de titel van een boek van Samuel Rutherford. Dat is nu precies wat de rechtsstaat in de kern is. Christenen wisten dat al eeuwen vóór de verlichting en de Franse Revolutie.
Democratie
Misschien wil Van der Steur ook nog toetsen of wij wel echte democraten zijn. Geen probleem, die democratie: een slechte regeringsvorm, maar net iets minder slecht dan alle andere regeringsvormen die we in het verleden hebben uitgeprobeerd. Het wordt wel een probleem wanneer ze geen norm buiten zichzelf erkent. Of zich zo weerloos opstelt dat ze zichzelf kan afschaffen. Of ontaardt in een tirannie van de meerderheid. Dat is niets specifiek christelijks, maar dat begrepen de heidenen al, zo’n 2500 jaar geleden. Nu de liberalen nog. Maar misschien is het goed dat laatste wat diplomatieker te formuleren.
Tot slot: Van der Steur lijkt mij een aardige en gezellige man. Zijn churchilliaanse postuur wekt vertrouwen. Maar let op, hij is ook een uitstekende debater en weet veel van boeken. Hij was als student namelijk de beste debater van Nederland en zijn vader had een antiquariaat in Haarlem – Mark Rutte liep er als student nog stage. In de geest van zijn grote voorbeeld Winston Churchill mag hij graag een sigaar opsteken. Tip aan de kerkelijke woordvoerders: zorg voor een goede, hij heeft er verstand van. Ook van wijn. En hij draagt mooie pakken, zelfs op het strand, en altijd een oranje das. Maar pas op: dat eerste maakt hem nog niet tot een refo, en het tweede nog niet tot een SGP’er.