Cultuur & boeken

Inez van Dullemen heeft de rimpeltijd bereikt

De negentigjarige Inez van Dullemen heeft na 35 publicaties hoogstwaarschijnlijk haar laatste het licht doen zien. Ze schrijft dat ze niet meer de kracht heeft voor een roman en bundelt daarom in ”De twee rivieren” haar herinneringen.

Marie Verheij

27 November 2015 07:10Gewijzigd op 15 November 2020 23:39
Inez van Dullemen. Foto De Bezige Bij
Inez van Dullemen. Foto De Bezige Bij

In alles wat Van Dullemen schrijft, merk je als lezer dat ze zich op het einde van haar leven voorbereidt. Ze behoort tot de mensen die zeggen als iemand is overleden: „Hij is ertussenuit geknepen.” Dat zegt ook haar vader tegen haar – aan het eind van het boek, als ze hem over het water ziet lopen, in een droom. Ze is dan afgedaald naar de twee rivieren die elkaar omhelzen, ergens in Frankrijk. Hiermee schetst zij het beeld van de rivier die eeuwig stroomt, maar die tegelijk ook de doodsrivier is. Ze staat zelf al met de voeten in het water. Daarmee wordt er een punt achter een lang schrijverschap gezet. Dat afscheid geeft dubbele gevoelens. In haar bureau liggen namelijk nog 48 dagboekjes te slapen waar ze geen afstand van kan doen.

Inez van Dullemen (1925) debuteerde in 1949 met ”Ontmoeting met de andere”. De ontmoeting met de andere mens staat overal in haar werk centraal, zoals ook de confrontatie met andere landen en culturen. In ”De twee rivieren” lezen we herinneringen aan haar tochten naar verre streken.

Indringend is de passage over de ogenblikken na het bombardement op Rotterdam wanneer Van Dullemen in het kapotgeschoten Blijdorp probeert een kaketoe te redden. Ze stopt het dier onder haar blouse tegen haar huid aan. Die scène wordt gespiegeld in flashbacks van andere rampgebieden –na een aardbeving in Mexico-stad, na een tornado in Amerika– en overal moeten mensen uit het niets weer iets zien te maken van het leven.

In de verlatenheid van het Amerikaanse Biloxi na een orkaan ziet ze een geschifte oude vrouw. „„Ik weet het”, zei ze. „Je wilt liever dood. Maar zolang je dit nog hebt” –daarbij tikte ze met de steel van de kwast tegen haar schedel– „zolang is nog niet alles verloren.””

Hoop ontmoet de gelauwerde Van Dullemen vooral in de natuur. Prachtig vertelt ze over de aardappels in de kelderkast die ze bijna was vergeten en die in de donkerte „allemaal witte armpjes” hadden gekregen. Ze is geraakt door „die hoopvolle kleine schepsels die dachten dat ze een toekomst hadden” en voelt zich een barbaar omdat ze die nieuwe aardappeltjes samen met wat ui en tomaat in de pan bakt.

Vaak beschrijft ze hoe ze dieren in haar handen neemt. Eenden, kauwen, de vleermuis; en met de ezel bij het huis in Frankrijk krijgt ze een hechte band. Uit al die beschrijvingen blijkt dat het leven doorgaat. De vogels blijven trekken en komen weer bij je terug. Tijd, ze heeft er geen greep op gekregen. „TIJD, sinds mensenheugenis schepper en verslinder van alles wat bestaat. Het grootste deel van mijn leven heb ik achter mij liggen, ik heb de rimpeltijd bereikt.”

Over haar visie op God en het hiernamaals spreekt Van Dullemen in beeldtaal. Haar bijzonderste ‘god’ ontmoette ze in Egypte: de god van de horizon. Je ziet hem altijd, maar hij is onbereikbaar. „Wanneer je hem benadert verwijdert hij zich gelijktijdig.”

Van Dullemen heeft de onverstaanbaar mompelende dichter Jacques Bloem nog meegemaakt en de ijdele en minzame Martinus Nijhoff. Af en toe komt er wat azijn: „Victor van Vriesland was de koning der schertsfiguren, meestal verscheen die in gezelschap van een nieuwe aanbidster, hoewel hij een van de lelijkste mannen was die ik heb ontmoet. Een beetje verschrompeld was zijn kale en bebrilde hoofd, alsof hij te lang in de trommel van de wasmachine had gelegen.”

Herinneringen dus, in trefzeker proza. Waartoe dienen deze herinneringen, vraagt Van Dullemen zich af. Is het voedsel dat in onze geest verankerd blijft? En ja, het is maar goed dat er een tekort is aan ruimte in onze hersens, want uiteindelijk moet daar telkens weer plaats worden gemaakt voor vers materiaal. Ze schreef het misschien vooral voor zichzelf. Want als ze lang niet schrijft, dan voelt ze zich „leeg en bloedeloos.”


Boekgegevens

De twee rivieren, Inez van Dullemen; 
uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 234 9514 7; 160 blz.; € 17,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer