Economie

Bidden met de pet op

De koudwatervrees rond bidkringen op het werk is verdwenen. Tenminste, onder evangelische werknemers. Reformatorische collega’s kijken vooralsnog van een afstandje toe. ”Het gebed is vooral een zaak van de binnenkamer.”

Frank van de Beek
16 March 2004 14:08Gewijzigd op 14 November 2020 01:02

Sinds eind jaren negentig groeit het aantal bedrijfsbidkringen flink. De teller van geregistreerde groepen nadert de honderd. Vooral voor evangelische christenen blijkt bidden bij de baas in een behoefte te voorzien. De ontmoeting van geloofsgenoten geeft verbondenheid. Veel bidkringen hebben een link met de vereniging voor evangelische zakenlieden CBMC. Reformatorische werknemers blijven echter aan de zijlijn staan. Op bedrijven waar een groep samenkomt, doen zij nauwelijks mee.

Verlanglijstje

Voorzitter J. W. van Dijke van de Vereniging Reformatorisch getuigenis in het Commerciële Leven (VRCL) kent binnen zijn club geen geregistreerde bidkringen. Hoewel de voorzitter oog heeft voor het samenbindende element en ieders beleving respecteert, is hij geen voorstander van georganiseerde kringen. ”In Matthéüs 6 vers 6 zegt Jezus: Gaat in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bidt uw Vader, Die in het verborgen is; en Uw vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden.” Ik hecht dus meer waarde aan bidden in afzondering.” Van Dijke, zelf directeur van een ingenieursbureau, ziet een aantal gevaren. ”Voor een gebed inventariseren deelnemers de punten. Gemakkelijk ontstaat dan het gevaar van een verlanglijstje dat voor de Heere wordt neergelegd.

In het gebed des Heeren lees ik echter dat een gebed allereerst moet gaan om de heiliging van Gods Naam en de komst van Zijn koninkrijk. We hebben eerder de neiging naar ons toe te bidden dan van ons af.” De relatie tussen werk en geloof vormt een voortdurende worsteling voor de VRCL-voorzitter. ”Het klinkt afgezaagd, maar je geloof krijgt vorm in je handel en wandel. Daarmee kan de naaste gewonnen worden. Binnen de VRCL proberen we elkaar daarin tot een hand en een voet te zijn. We zijn echter geen evangelisatie-instituut. Een bijbeltekst onder de factuur bijvoorbeeld gaat mij te ver.”

Weekopeningen en -sluitingen verschillen wezenlijk van bidkringen, aldus Van Dijke. ”Vanuit de identiteit past een weekopening goed bij een christelijk bedrijf of instelling. Dan is het geen initiatief van enkelen, maar een breed gedragen bijeenkomst. Door de vastomlijnde invulling is het gevaar van een verlanglijstje minder aanwezig.”

Echtheid

Ds. J. Maas uit Wekerom komt na het lezen van Matthéüs 6 tot een andere uitleg. ”Het gedeelte begint met een vermaning voor de Farizeeën die bidden op de hoeken van de straat om gezien te worden. Dat bestraft Jezus. Op grond van vers 6 keur ik echter een gebedskring in een bedrijf niet af.”

In Amstelveen ontmoette de hervormde predikant eens een bankdirecteur uit Amsterdam die wekelijks drie kwartier bijbelstudie deed met zijn medewerkers. ”Dat verwacht je toch niet in onze hoofdstad. Het verraste me positief, bedrijven hebben baat bij mensen die uitkomen voor hun principes. Maak collega’s maar nieuwsgierig, religie is immers in?” De voormalige garagehouder, die zelf geen zakelijke gebedsgroepen kent, hecht aan echtheid. ”Open gewoon de Schrift. We zijn soms vuurbang voor gebedskringen, maar dat kan ik niet volgen. Als mensen willen en kunnen, dan geef ik mijn goedkeuring.”

Beschaamd

De vakorganisatie RMU opent iedere maandag de week met een gezamenlijke bijeenkomst voor het personeel. Op die dag blijft de telefoon een halfuur langer op de haak liggen. Iedereen kan een weekopening verzorgen door in te tekenen op een rooster. Thematisch behandelde de RMU bijvoorbeeld de namen uit Jesaja 9 en op dit moment vormen de liederen Hamaäloth stof tot overdenking. Directeur P. Schalk ervaart de weekopening als bijzonder. ”Het is goed om zo met elkaar de week te beginnen. Daarom kan ik mij voorstellen dat een bidkring voor veel mensen waardevol is. Zeker werknemers die zich als christen eenzaam voelen op hun plek, ontmoeten tijdens een gebedskring verbondenheid en liefde.” Binnen de RMU zijn geen bedrijven bekend waar een gebedskring functioneert. De methode staat wat verder van Schalk persoonlijk af. ”Wij zijn het niet zo gewend, wellicht veroorzaakt door een cultuurverschil. Daarbij moet ik toegeven dat evangelische christenen ons beschaamd laten staan. Zij zijn vrijmoediger. Onze achterban is vaak nogal beschroomd, maar soms ook gewoon bang. Blijkbaar vinden we het moeilijk om voor iets vanzelfsprekends uit te komen.

Onze onterechte terughoudendheid is een wrange vrucht van de verzuiling”, analyseert Schalk. ”Een D66-kamerlid zei eens tegen mij dat vroeger homo’s voor zichzelf moesten opkomen, terwijl het nu de beurt is aan christenen.” Schalk waarschuwt voor een aantal gevaren van een bedrijfsbidkring. ”Pas op dat geen subcultuur ontstaan. Het moet niet iets mystieks worden, de omgeving moet zien wat je doet. Verder is het gevaar aanwezig dat het wekelijkse gebed vervalt in een verplicht nummer. Dat geldt echter ook voor een weekopening. Het gaat uiteindelijk om de juiste intentie: tot eer van God en stichting van de naaste.”

Niemand kan een bedrijf verplichten om mee te werken aan een gebedskring. ”Biedt de werkgever bijvoorbeeld geen ruimte, dan is het onmogelijk om samen te komen. In ieder geval adviseer ik om de bijeenkomst zo veel mogelijk in eigen tijd te beleggen. Voorkom polarisatie, Paulus geeft in de brief aan de Kolossensen hiervoor een aantal praktische adviezen.” Gebedskringen zijn te verbieden, een verbod op bidden is onmogelijk. ”Je hoeft niet per se samen te komen om te bidden. Vroeger gebruikten mensen hiervoor dikwijls de uitspraak ”Bidden met de pet op”. Ik hoop dat dit daadwerkelijk veel gebeurt, want een biddend leven is een afhankelijk leven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer