Moeten we niet eens kritisch nadenken over ”verantwoorde uitjes”?
Afgezien van wat vluchtelingen die soms hinderlijk dichtbij kwamen was het vorige week een gezellige week voor refo’s.
Zo waren er weer de Familiedagen in Hardenberg. Er viel veel te beleven. Bekende en minder bekende musici zorgden voor een gevarieerd muziekprogramma. Aan het eind van iedere dag was er samenzang. Voor de kids was er een klimtoren, kids wonderland, kinderpaleisflakkee en berbar. Er was een Israëlplein waar je je kon laten verrassen door de smaaksensatie van het seizoen, terwijl je er ook een model van de tabernakel kon bewonderen, of verzachtende en verzorgende schoonheidscrèmes kon aanschaffen. En je kon interessante debatten volgen, bijvoorbeeld over de toekomst van de kerk, plezierig afgewisseld door muzikale intermezzo’s.
Je kon ook naar het gezinsuitje met leuke activiteiten van De Banier. Er was uitverkoop en het was topdruk. Je kon er niet alleen boeken kopen, maar ook presentaties bijwonen. Over koken zonder E-nummers bijvoorbeeld. Of over de Bijbel met uitleg. En ondertussen konden de kids zich ook hier heerlijk vermaken. Er waren ezels, springkussens en cupcakes die versierd konden worden.
Verder kon je naar de familiedag van Johannus Orgelbouw. Ook erg leuk. De hele familie was welkom. Er waren poffertjes, er was een springkussen, live orgelspel en er was afsluitende samenzang. En of het nog niet genoeg was kon je naar de Herfstfair in Otterlo. Er was van alles te doen en te verkrijgen en het was helemaal overdekt. De opbrengst was voor daklozen
Er was vorige week weinig nieuws onder de zon. Al jaren worden er in onze gezindte allerlei activiteiten georganiseerd die gericht zijn op de eigen achterban, zoals beurzen, verkopingen, fietstochten, vakantiereizen, zangavonden en benefietconcerten. Wat veel van die activiteiten gemeenschappelijk schijnen te hebben is dat ze op een bepaalde manier een ”happy mix” zijn van gezelligheid, godsdienst, geld en goede doelen. Reizen met samenzang. Beurzen met lezingen door predikanten. Fietstochten voor het goede doel. Zangavonden met stichtelijke overdenkingen. Verkopingen die geopend worden door ambtsdragers.
Neem nu die beurzen. We zijn blij dat er zulke verantwoorde uitjes bestaan. Je moet toch iets ondernemen tijdens de vakanties. De kinderen vervelen zich anders stierlijk. Je spreekt nog eens iemand. Je hoort nog eens wat. En het is toch goed om ondernemers uit de eigen gezindte te steunen? En als dat samengaat met acties voor goede doelen, dan is dat toch alleen maar mooi? En als je dan ook nog ”iets goeds” kunt horen tijdens zo’n dag, dan kun je er toch alleen maar blij mee zijn dat we dit nog hebben?
Dat is de vraag. De geschiedenis van de tempelreiniging leert dat er een onheilige vermenging kan zijn van godsdienst en commercie die Gods toorn opwekt. Zelfs zodanig dat tafels en stoelen werden omgekeerd en allen die kochten en verkochten met een zweep verdreven werden.
Matthew Henry zegt naar aanleiding van deze geschiedenis onder meer: „Dingen die op zichzelf genomen wettig en geoorloofd zijn, kunnen zondig zijn als zij op een onvoegzame tijd en plaats gedaan worden. (…) Grote misbruiken en bederf sluipen de kerk binnen door de handelingen van hen die van de Godzaligheid een gewin maken.’
Moeten we over het fenomeen ”verantwoorde uitjes” niet eens kritisch nadenken? Het komt mij voor dat we ons op een gevaarlijk hellend vlak begeven wanneer activiteiten die eerst en vooral een commercieel doel dienen, worden versierd met een toefje godsdienst. Of wanneer activiteiten die primair bedoeld zijn voor ontspanning, worden aangelengd met wat vromigheid. Of wanneer godsdienstige verrichtingen worden opgeleukt met een beetje vermaak.
Soortgelijke overwegingen gelden wellicht als het gaat om acties voor goede doelen. Een enthousiaste actie voor een goed doel is mooi, maar wat nu als het goede doel weinig meer is dan een bijproduct van een geweldige uitdaging of een fantastisch uitje? Het lijkt er trouwens op dat sommige acties steeds extremere vormen aannemen. Wat bijvoorbeeld te denken van marathons voor goede doelen in Afrika?
Hudson Taylor –oprichter van de China Inland Mission– weigerde in zijn tijd om te collecteren. Hij wilde de financiële behoeften zelfs niet bekendmaken. Hij liet het volledig aan de Heere over om harten te neigen. Actievoeren deed hij op zijn knieën. Hij is er nooit beschaamd mee uitgekomen. Smeekte hij om zeventig arbeiders voor China, dan kwamen ze er. Een voorbeeld dat tot nadenken stemt.
L. van der Tang, directeur van een it-bedrijf. Reageren? rubriekforum@refdag.nl