Kerk & religie

Doopsgezinde ds. Mulder herbergde zes Joden in Giethoornse pastorie

Dat er in Giethoorn nogal wat NSB’ers woonden, wist ds. Abraham Mulder. Het weerhield de doopsgezinde predikant er niet van zes Joden in zijn pastorie te herbergen. Alle zes overleefden zij de oorlog.

A. de Heer
1 August 2015 07:36Gewijzigd op 15 November 2020 20:48
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog telde de Giethoornse pastorie (r.) elf bewoners: de doopsgezinde predikant Abraham Mulder en zijn vrouw Johanna Maria Pijtak, hun jongste dochter Tine, zes Joodse onderduikers en een echtpaar. Links de kerk van d
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog telde de Giethoornse pastorie (r.) elf bewoners: de doopsgezinde predikant Abraham Mulder en zijn vrouw Johanna Maria Pijtak, hun jongste dochter Tine, zes Joodse onderduikers en een echtpaar. Links de kerk van d

En deze Joden waren nog niet eens al ‘zijn’ onderduikers, schrijft Lies van der Zee in ”Doopsgezinden tijdens de Tweede Wereldoorlog”, een themanummer in de reeks Doopsgezinde Bijdragen. „In de hongerwinter van 1944 deelde Mulder tijdens een kerkdienst mee dat het dringend nodig was dat mensen uit het westen ook in Giethoorn opgenomen moesten worden. Sommige gemeenteleden murmureerden daartegen: dominee had zelf toch zo’n ruime pastorie, zodat hijzelf wel berooide westerlingen kon herbergen. Zo kwamen er nog eens twee bewoners bij.”

Dat een en ander de predikant toch niet onberoerd liet, realiseerde hij zich mogelijk pas later. In 1949 schreef hij: „Mijn geheugen heeft in de oorlogsjaren, ook door de spanning om zes Joodse mensen die in onze pastorie gedurende meer dan twee jaren verborgen waren, zeer geleden. De gewoonste kennis heb ik soms niet meer paraat.”

Huwelijk

In 1943 zegende ds. Mulder, clandestien, ook een huwelijk in: dat van de Joodse Everhard (Edo) van Zuiden en zijn niet-Joodse vrouw Ankie Eggink. In zijn preek, naar aanleiding van Psalm 18:30b, refereerde hij nadrukkelijk aan de oorlogsomstandigheden: „De vijanden hadden u immers als het ware ingesloten, hadden een zware hoge muur opgetrokken tussen u beiden op grond van dwaze, anti-goddelijke theorien, hadden u uw rechten als Nederlandse onderdanen in strijd met de voorwaarden van de wapenstilstand ontroofd.” Het bruidspaar overleefde de bezetting eveneens.

Ds. Mulder was van oktober 1940 tot oktober 1946 verbonden aan de Giethoornse gemeente. Zijn pastorie, schilderachtig gelegen naast de doopsgezinde kerk (Vermaenige), ondergaat momenteel een opknapbeurt. Boven de ingang van het kerkje zijn de woorden uit Mattheüs 23:8b te lezen: „Eén is uw Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen broeders.”

Ten minste twintig

Waren er in doopsgezinde kring meer predikanten als ds. Abraham Mulder? Welke houding namen doopsgezinden over het algemeen in ten opzichte van de Duitsers? Erg moeilijk te zeggen, zo blijkt uit de inleiding op het themanummer ”Doopsgezinden tijdens de Tweede Wereldoorlog”. „Uit verschillende bronnen weten we, dat ten minste twintig doopsgezinde predikanten bij verzetshandelingen betrokken waren. Hoe verhoudt zich dat getal tot soortgelijke cijfers onder bijvoorbeeld gereformeerde predikanten? Aan de andere kant is er wel gesteld (ook door doopsgezinden zelf), dat zich onder hen relatief veel aanhangers van de NSB bevonden, waaronder ten minste vijf (emeriti-)predikanten, een oud-minister en twee burgemeesters (naast, overigens, ‘goede’ burgemeesters!).”

De redactie beklemtoont dat het nummer „niet bedoeld is als een soort verantwoording. Hooguit kan en wil dit themanummer enkele witte plekken invullen in onze toch al lapidaire kennis over de oorlogstijd. De redactie realiseert zich ten volle, dat méér nodig is.”

Dat laatste zal waar zijn. Toch lijkt de redactie hier iets te bescheiden – het is maar de vraag of nieuw, diepgaander, omvattender onderzoek nog zo héél veel meer gaat opleveren dan wat dit vuistdikke nummer al biedt. Overigens, als het om deze zwarte bladzijden in de (kerk)geschiedenis gaat, ligt er ook voor andere denominaties nog wel wat werk.

Hervormde Groep 2000

Anderzijds is het inderdaad zo dat er nog altijd nieuw –of ten minste: onbekend– materiaal opduikt rond christelijk dan wel kerkelijk verzet tijdens de oorlog. Een bewijs voor het laatste vormt het boek ”Jacoba van Tongeren en de onbekende verzetshelden van Groep 2000 (1940-1945)”. Samensteller Paul van Tongeren baseerde dit op de handgeschreven memoires van zijn tante Jacoba (1903-1967), leidster van Groep 2000, een grote verzetsgroep in Amsterdam. „Met zo’n 140 Groepsleden, georganiseerd in verschillende onderdelen, zorgde Groep 2000 voor uiteindelijk 4.500 onderduikers in de stad.”

Dat de groep vijf jaar lang heeft kunnen opereren, had alles te maken met haar werkwijze: alle groepsleden, maar ook de onderduikers die zij ondersteunden, werden niet met hun naam aangeduid, maar met een cijfercode. „Deze code is door Jacoba zelf ontwikkeld, ingevoerd en al die jaren met hand en tand verdedigd. Zelfs de Groepsleden kenden elkaar alleen bij nummer.”

Een hoogtepunt voor Jacoba (die lid was van de Hervormde Kerk maar via haar vader ook banden had met de vrijmetselarij) was maandag 1 mei 1944. Die dag ontving Groep 2000 de erkenning van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). „Diezelfde middag krijgt ze tot haar grote vreugde van ds. K. H. E. Gravemeijer, secretaris van de Algemene Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk, de sanctie van de kerk. Groep 2000 mag Hervormde Groep 2000 gaan heten.”

Doopsgezinden tijdens de Tweede Wereldoorlog [Doopsgezinde Bijdragen, nieuwe reeks 41 (2015)]; onder redactie van Jelle J. Bosma e.a.; uitg. Doopsgezinde Historische Kring, Amsterdam / Verloren, Hilversum; 2015; ISBN 978-90-8704-526-5; 416 blz.; € 35,–.

Jacoba van Tongeren en de onbekende verzetshelden van Groep 2000 (1940-1945); Paul van Tongeren; uitg. Aspekt, Soesterberg; 2015; ISBN 9789461534835; 510 blz.; € 27,95.


Klik hier voor een inkijkexemplaar van het themanummer ”Doopsgezinden tijdens de Tweede Wereldoorlog”.

Lees ook:

Kerkelijk verzet tijdens WO II onderschat

Van de kansel naar de kerker

Hilbrink, vaderloos na zestien dagen

Geen helden, geen schurken

Vrienden met een verzetsvrouw

Aan de Maliebaan. De kerk, het verzet, de NSB en de SS op een strekkende kilometer

Ook bevindelijken waren in oorlog „gewoon mensen”

Schuld belijden

Gij liet door heerszucht ons vertreden. Herinneringen aan de oorlogsjaren

Dr. Prosman: Kerk niet geschrokken van de Holocaust

Preken tegen de bezetter – of zwijgen

Nog een voorbeeld van bevindelijk verzet

Boek over kerk tijdens oorlog „geen aanklacht”

Vermoord, uit wraak

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer