Historische link tussen Palestijnen en Holocaust
Historisch gezien valt niet te ontkennen dat er een link is tussen de Palestijnen en de Holocaust, reageert ds. C. Sonnevelt op Gied ten Berge (RD 17-6).
Ooit had ik met een Palestijnse christen een indringend gesprek over de Holocaust. Eén opmerking in het bijzonder is me bijgebleven. Europese christenen zouden lijden aan een schuldcomplex als gevolg van het feit dat de Holocaust in hun werelddeel heeft plaatsgevonden. Volgens mijn gesprekspartner was dat de eigenlijke reden dat westerse christenen de stichting van de staat Israël hebben toegejuicht en dat zij de politiek van Israël door dik en dun steunen. „En nu zijn wij daarvan het slachtoffer”, zei hij, „wij die niets te maken hebben gehad met die gebeurtenissen in Europa.”
Aan deze opmerking moest ik denken bij het lezen van Gied ten Berges opiniestuk (RD 17-6). Ten Berge trekt fel van leer tegen het recente boek van ds. C. G. Kant ”Van Eisenach naar Bethlehem”. Ten Berge suggereert hetzelfde wanneer hij schrijft: „Is er bij Kant (…) sprake van een typisch westerse afrekening met de vervangingstheologie door die op Palestijnse theologen af te wentelen, hoewel die part noch deel hadden aan de Holocaust?”
In zekere zin is dat laatste natuurlijk waar. Veel van deze theologen waren er nog niet toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. In die zin hadden zij „part noch deel” aan de Holocaust. Maar hadden de Palestijnen als zodanig helemaal niets te maken met de massamoord op 6 miljoen Joden? De werkelijkheid is anders.
Schrappen in de Bijbel
Laat ik eerst op iets anders wijzen. Volgens Ten Berge zijn de Palestijnse bevrijdingstheologen vrij van anti-judaïsme. Tot op bepaalde hoogte heeft hij daarin gelijk. Het Kairosdocument uit 2009 maakt duidelijk dat Joden als godsdienstige groepering er mogen zijn. Het Jodendom als religie heeft dus een zeker bestaansrecht. Maar mogen Joden er ook zijn als volk of natie? Palestijnen zeggen recht te hebben op een eigen staat. Hebben de Joden dat ook? Ten Berge gaat aan deze vragen voorbij. Hij meent dat de door hem bewonderde theologen alleen maar ageren tegen de huidige regering van Israël, die zo rechts is, zo extreem. Hij vergist zich deerlijk.
Daar komt nog iets bij. Genoemde theologen hebben waardering voor de profeet Jona. Maar hebben ze dat ook voor de andere profeten? Ik citeer een zinnetje van Kant dat door Ten Berge niet is weersproken: „Naim Ateek noemt de meeste oudtestamentische Bijbelboeken bekrompen, nationalistisch, xenofoob en racistisch.” Alsjeblieft! Je moet maar durven! Wat voor een Schriftvisie zit hier achter? Mogen de Joden wel hun eigen godsdienst houden, maar moeten ze op last van anderen nu gaan schrappen in hun Bijbel (die ook de onze is)?
In Oost-Jeruzalem woonde ik eens een kerkdienst van een Arabische gemeente bij. De predikant las voor uit Jesaja. Elke keer wanneer de naam van Israël of Jakob voorkwam in het Bijbelhoofdstuk, sloeg hij een vers over. Kennelijk was ook Jesaja te nationalistisch!
Supporter van Hitler
Terug naar de Palestijnen en de Holocaust. Hebben beide niets met elkaar te maken? Laten we eens naar de feiten kijken. In de tijd dat de Engelsen namens de Volkenbond het bewind voerden over Palestina, was Haj Amin al-Husseini de onbetwiste leider van de Arabieren in het land. Als grootmoefti van Jeruzalem probeerde hij de sharia op te leggen aan allen, ongeacht of ze christen of moslim waren. In 1928 verbond hij zich met twee Egyptische activisten die de moslimbroederschap oprichtten. Drie jaar later riep hij het World Islamic Congress in leven, waarvan hij prompt zelf de voorzitter werd. Husseini stond zodoende aan de wieg van de politieke stromingen die tot op vandaag de Arabische wereld beheersen: het het pan-Arabisch socialisme en het islamisme.
Husseini was ook de man achter de vertaling van ”De Protocollen van de Wijzen van Sion”, een gefingeerd geschrift vol complottheorieën dat in 1903 door de geheime politie van Rusland geschreven werd om de Russische Joden in diskrediet te brengen. Door de Arabische vertaling kon het vuur van het Europese antisemitisme zich verspreiden naar de wereld van de moslims, waar het nog steeds heel efficiënt zijn werk doet.
Husseini was een enthousiast supporter van Adolf Hitler. Toen deze in 1933 aan de macht kwam, stuurde Husseini hem een hartelijke gelukwens. Hij wilde graag een Arabisch-Duitse alliantie tot stand brengen. In 1937 ging Hitler daarop in en begon Duitsland wapens te verstrekken aan de Arabische inwoners van Palestina. Zodoende kon Husseini de Joden en de Engelsen in dit gebied te lijf gaan. Zijn volgelingen brachten de Hitlergroet en droegen banden met een hakenkruis om hun arm.
In 1941 werd Husseini in Berlijn ontvangen door Hitler zelf. De Führer zou eerst de Joden in Europa uitroeien. Hij beloofde dat hij daarna Husseini zou helpen met het liquideren van de Joden in de Arabische wereld. Intussen mocht deze gerust zijn gang gaan. Na de oorlog vluchtte Husseini naar Egypte, waar hij als een held werd ingehaald. Zodoende ontkwam hij, anders dan veel van zijn collega-nazi, aan gerechtelijke vervolging wegens oorlogsmisdaden.
Connectie
Mijn bedoeling met dit stukje geschiedenis mag duidelijk zijn. Ds. Kant wijst in zijn boek op parallellen tussen de Deutsche Christen uit Hitler-Duitsland en de Palestijnse theologen van nu. Eerlijk geeft hij toe dat hij een rechtstreekse lijn tussen beiden niet hard kan maken. Maar hij ziet wel opvallende overeenkomsten. In dat verband wijst hij op Husseini, de man die door velen wordt gezien als de vader van het Palestijnse volk. Het zou Ten Berge gesierd hebben als hij op deze Arabisch-Duitse connectie was ingegaan.
Nu komt hij helaas niet verder dan een defensieve reactie en een persoonlijke uithaal naar ds. Kant (een man van de „extreme vleugel van het Nederlandse protestantisme”). Zo komt het gesprek niet verder. Dat is jammer. Niet alleen voor het Joodse volk, maar ook voor de Palestijnen.
De auteur was tot 2004 lid van het Deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeenten. Van september 2001 tot juli 2002 woonde hij in Israël.