Palestijnse bevrijdingstheologie niet anti-Joods
De Palestijnse bevrijdingstheologie is niet anti-Joods, reageert Gied ten Berge op ds. C. G. Kant. Deze theologie is wel kritisch op de huidige bestaanswijze van de staat Israël en de theologische legitimering daarvan, wat iets heel anders is.
In een interview met deze krant (RD 12-6) noemt ds. C. G. Kant de Palestijnse bevrijdingstheologie „een bizarre en weerzinwekkende theologie.” Ze zou net als de Deutsche Christen het christendom willen ontdoen van zijn Joodse wortels.
Ik was een paar dagen geleden in het Museum van het Duitse Verzet in Berlijn. In het museum liep ik mee met een schoolklas waarvoor het programma van deze ‘christenen’ werd samengevat: 1. Het volledig integreren van de kerk als instituut binnen het nationaal-socialistische Führerprinzip; 2. de afschaffing van het Oude Testament, omdat het een Joods boek is; 3. de herschrijving van het Nieuwe Testament, waarin Jezus zou moeten worden gepresenteerd als een Germaan; 4. Joden mochten niet gedoopt worden: dat was voorbehouden aan ariërs.
Kants vergelijking is onnozel of kwaadaardig. Enkele jaren geleden publiceerde ik een vergelijkend literatuuronderzoek naar de theologische geschillen en verschillen onder Joden, moslims en christenen ten aanzien van het idee van het beloofde land. Kant bevindt zich op een bekende, extreme vleugel van het Nederlandse protestantisme dat geen raad weet met christelijke, maar ook niet met Joodse kritiek op een staat waarbinnen de heersende extreem rechtse krachten de gelijke burgerrechten van minderheden steeds meer ontkennen. De gelovige kritiek van Palestijnse christenen op de combinatie van religieus en etnisch exclusivisme binnen Israël is voor deze protestanten onverteerbaar. Daarom wordt die kritiek misvormd.
Jona
Maar wat voor slechte ideeën hebben deze Palestijnen dan wel? De anglicaan Ateek richt zijn exegese helemaal niet tegen het Jodendom, maar vooral tegen de manier waarop protestantse ‘landtheologen’ met het Oude Testament aan de haal gaan. Ateek wil juist aansluiten bij de kritiek van Joodse profeten zoals Jona. Hij herinnert zijn protestantse broeders en zusters aan hun blinde vlek voor de doorwerking en de effecten van een dubieus denken over de eindtijd binnen hun kerken. Daardoor is men de staat Israël gaan zien als een uniek instrument van God Zelf. Ateek vraagt de protestantse kerken om een nieuwe theologische en politieke reflectie op de wisselwerking tussen theologiebeoefening over het land en de veranderlijke machtsconstellaties in het Midden-Oosten. Hoog tijd, dunkt me.
De lutheraan Mitri Raheb wijst theologen op de gevaren van het aanmoedigen van imperialistische dromen van religieuze fundamentalisten aan zowel fundamentalistische Joodse als islamitische kant. Heel nodig, lijkt me.
De evangelicale theoloog Yoanna Katanacho en de rooms-katholieke Michel Sabbah werpen de vraag op naar de eigen identiteit en de roeping van christenen met betrekking tot het land waarin ook zij wonen. Katanacho beroept zich op een christologie die iedere Bijbelse legitimering van welke staatsvorming op religieuze of etnische grondslag afwijst. Sabbah spreekt over een „universele roeping” van het land en al zijn bewoners. Hij blijft tegelijkertijd heel concreet met betrekking tot de belangen en verantwoordelijkheden die de kerken in het land bezitten en die voor hem onoverdraagbaar zijn. Hij hield als Latijns patriach al vast aan het volledige burgerrecht voor allen, ook als er sprake zou zijn van twee staten.
Onderscheid
Ik heb kunnen concluderen dat Palestijnse bevrijdingstheologie geen vervangingstheologie in een nieuw jasje is, zoals sommige protestantse theologen in ons land beweren. Voor antisemitische of anti-judaïsche sentimenten vond ik geen enkele aanwijzing. Wel vond ik blijken van samenwerking met gelijkgezinde Joodse theologische auteurs als Mark Ellis, Marc Braverman en Jeremy Milgrom.
Is er bij Kant, zo vraag ik me af, sprake van een typisch westerse afrekening met de vervangingstheologie door die op Palestijnse theologen af te wentelen, hoewel die part noch deel hadden aan de Holocaust? En zijn mensen als Kant überhaupt wel in staat om een behoorlijk onderscheid te maken tussen een theologie die het Jodendom als zodanig het bestaansrecht ontzegt én een kritiek (ook van Joden) die de bestaanswijze van de staat Israël bekritiseert, omdat in het huidige Israël extreem nationalistische krachten steeds meer de dienst uitmaken?
De auteur is socioloog en katholiek theoloog. Hij schreef ”Land van Mensen. Christenen, joden en moslims tussen confrontatie en dialoog” (uitg. Valkhof Pers).