De hersteld hervormde predikant uit Nijkerkerveen, die begin deze maand met emeritaat ging, gaat graag met zijn tijd mee. Tijdens het gesprek maakt hij gebruik van zijn smartphone om een Bijbeltekst op te zoeken. Even later voert hij een naam in die hij moet onthouden.

De gereformeerde gezindte richt zich in praktische zaken genoeg op de toekomst, vindt de 65-jarige predikant. Dat is volgens hem anders als het om de Bijbel gaat. „We moeten ook onze theologische blik op de toekomst richten. Paulus zegt immers dat bekering betekent: de levende God dienen en Zijn Zoon uit de hemelen verwachten.”

In het begin van zijn carrière zag het er niet naar uit dat Koppelaar predikant zou worden. Hij begon zijn loopbaan bij het Korps Mariniers en de rijkspolitie. „Ik wilde graag mensen helpen voor wie er geen helper was. En ik had goede gesprekken met criminelen, die blij waren dat eindelijk iemand naar hen luisterde.

Dat is een constante in mijn leven. Tijdens mijn predikantschap ben ik vaak gevraagd om slachtoffers van incest of mishandeling bij te staan.”

Koppelaar kon het bij de politie niet laten om over Jezus te spreken. „Dat ging zo door totdat de politiecommandant me zei dat ik ermee moest stoppen of evangelist moest worden. Toen begon de vraag te leven of de Heere een andere roeping voor me had. Het werd bevestigd door een godvrezende oude man, die ik daarvoor maar één keer gesproken had. Die zei: „U bent wachter op Nederlands muren, maar u zult wachter op Sions muren worden.””

Tijdens zijn studie werd Koppelaar gegrepen door de Bijbeluitleg van Irenaeus over de leer van de laatste dingen. Hij is nog steeds onder de indruk van de ideeën van deze kerkvader uit de tweede eeuw. De predikant is van plan een boek te schrijven over dit onderwerp, dat hem al die jaren is blijven bezighouden.

Hij vindt dat de gereformeerde gezindte last heeft van een blinde vlek. „We moeten meer oog hebben voor de toekomst. De Bijbel is er niet vaag over. Niet over de toekomst van Israël, niet over de wederkomst, en niet over het duizendjarig rijk.

Ik denk dat er in onze kring vooral angst is om ‘verdacht’ over te komen. Misschien zijn we ook bang voor de toekomst en zoeken we veiligheid in het verleden. Is het niet zo dat we liever in de oudvaders lezen en preken over de bekende teksten? Maar hebben we daarmee ook oog voor de vele teksten in de Bijbel over de toekomst?”

Wat moet er volgens u veranderen?

„Ik maak me zorgen over het feit dat wel erkend wordt dat er te weinig verlangen is naar de wederkomst, maar dat door de prediking dit verlangen niet wordt opgewekt.

Onder jonge predikanten bespeur ik een veranderde houding. Door allerlei ontwikkelingen in de laatste jaren richten ze zich meer op de uitleg van de Bijbel dan op de platgetreden paden. Ik zou hun graag 2 Petrus 1:19 willen voorhouden: „En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten.”

Welke plaats is er voor de rechtvaardiging door het geloof?

„We moeten daarover blijven preken. Maar daarbij moeten we het volgen van het Lam en het uitzien naar de Leeuw Die komt om te oordelen, niet veronachtzamen.”

Levensloop ds. J. Koppelaar

Jan Koppelaar werd op 6 november 1949 in Ede geboren. Hij begon zijn loopbaan bij het Korps Mariniers en de rijkspolitie. Daarna studeerde hij theologie in Utrecht en Leiden. In 1985 werd hij predikant van hervormd Kinderdijk. In 1995 volgde Abbenbroek. In 2013 werd hij predikant van de hersteld hervormde gemeente van Hoevelaken-Nijkerkerveen. Ds. Koppelaar ging op 1 mei met emeritaat. Hij verhuist op 1 juli naar Katwijk, waar hij twee dagen per week bijstand in het pastoraat gaat verlenen in de wijkgemeente Benjamin. Ds. Koppelaar, die weduwnaar is, heeft drie kinderen en zeven kleinkinderen. Op 1 september hoopt hij te hertrouwen.