Lemckert 75 jaar: niet langer orgelspelen, nog wel componeren
Het is alweer tien jaar geleden dat Johann Th. Lemckert afzwaaide als organist van de Laurenskerk in Rotterdam. Nog maar 28 jaar oud, verwierf hij in 1969 als opvolger van George Stam de belangrijke organistenplek.
Hij kreeg het vermaarde transeptorgel (1958) en het koororgel (1962) tot zijn beschikking die in de ateliers van de Deense orgelmaker Marcussen waren vervaardigd. Vanaf zijn benoeming in Rotterdam adviseerde Lemckert bij de totstandkoming van het hoofdorgel, in 1973 eveneens door Marcussen gebouwd. Hij wijdde het in met de eerste concerten en bespeelde het tijdens de kerkdiensten.
Maandag 4 mei vierde Lemckert zijn 75e verjaardag. Hij toont zich een dankbaar mens. „Met genoegen zie ik terug op de kerkdiensten waarin ik de gemeentezang begeleidde. Ook aan de Gereformeerde Bondsdiensten bewaar ik goede herinneringen.”
Orgelspelen kan Lemckert niet meer. „Een halve eeuw heb ik dat mogen doen, maar twintig jaar geleden kreeg ik een kwaal aan mijn rechterhand. Als gevolg daarvan werd orgelspelen steeds moeilijker en op een gegeven moment zelfs niet meer mogelijk.” Door deze kwaal, focale dystonie genoemd, ook wel musiceerkramp geheten, vergelijkbaar met schrijfkramp, trekken de spieren van hand en vingers ongecoördineerd en onwillekeurig samen. De vingers doen niet meer wat de speler van ze verlangt. Focale dystonie is moeilijk behandelbaar. Ontspanningstechnieken helpen hooguit ten dele. Hoe verder de dystonie toeneemt, des te onmogelijker het wordt om op hoog niveau de toetsen te beroeren.
„Ik beleef wel veel plezier in het componeren”, zegt Lemckert. „Daar heb je niet direct je vingers bij nodig, maar meer je hersens en je muzikale voorstellings- en inlevingsvermogen. Als je dingen opschrijft, hoor je die als het ware klinken.”
Waar de 75-jarige organist ook dankbaar op terugziet, zijn de vele concerten die hij niet alleen in de Laurenskerk maar in bijna alle West-Europese landen en op de bekendste orgelpodia gaf. „Ik speelde veel Bach en Franck en kon tal van beroemde organisten uitnodigen. Dat resulteerde dan weer in een uitnodiging om bij hen te komen spelen. Zodoende heb ik het nodige van de wereld gezien.”
Lemckert memoreert hoe hij vele jonge organisten aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag opleidde. „Verschillenden kregen belangrijke posities in Nederland, Scandinavië, Duitsland en de Verenigde Staten. Zo nam in 2005 mijn oud-student Hayo Boerema de fakkel van mij over in de Laurenskerk.”
Lemckert componeerde niet minder dan dertig orgelwerken, waarvan het merendeel is geschreven voor de orgels van de Laurenskerk. „Veel van mijn werken zijn uitgegeven door Boeijenga te Leeuwarden.” Na de 31 Lutherpreludes uit 2011 verschenen er in 2012 nog vier trio’s voor de paastijd, drie orgelwerken over gregoriaanse thema’s en in 2013 de ”Haagse gildebroederssuite voor orgel”. De laatste schreef hij in opdracht van het Haags Orgel Kontakt, dat zijn veertigjarig bestaan vierde.