De telefoon rinkelt constant. Secuur schrijven kapsters de nieuwe afspraken op. In het achterste gedeelte van Kapsalon Gerda in Rijssen zien twee mannen in de spiegel hun haren korter worden. In de grote salon aan de voorkant –het damesgedeelte– is het op een donderdagmorgen eind maart vrij rustig.

Stilte voor de storm. Want in dé trouwmaanden zitten er regelmatig hele families te wachten. „Dat zijn mooie dagen”, vindt Sacha Koster (44), sinds vijf jaar eigenares van de zaak. „Soms hebben we de haren van acht of negen dames tegelijk in de rollers zitten. Het is topsport om dan alle kapsels op tijd klaar te krijgen. Maar er hangt altijd een leuke sfeer.”

Lang haar is helemaal hip. Zeker pubers lopen bijna allemaal met lange lokken, merkt Koster. „Bij de twintigers en de dertigers kiest ongeveer de helft voor een korte look.”

Om ideeën op te doen neuzen de twaalf kapsters van Kapsalon Gerda regelmatig op internet. „Als je de haren van acht dames van één familie opsteekt, is het wel zo aardig als iedereen er verschillend uitziet.”

Als de kapsters een leuk idee hebben gevonden, proberen ze dat eerst op elkaar uit. „We hebben daarvoor speciale trainingsavonden. Goed opsteken kan niet iedereen. De een heeft er meer feeling voor dan de ander.”

Wat het opsteken betreft, ziet Koster twee verschillende trends. „Het mag lekker los en nonchalant. Natuurlijk niet té. Het moet wel de hele dag mooi blijven zitten. Maar niet elke pluk haar zit strak weggewerkt. En je ziet veel klassieke kapsels waaraan een moderne draai is gegeven.”

Koster vist een Vorsten van tafel. Ze bladert het tijdschrift even door om dan een foto van koningin Máxima te laten zien. „Dit is een mooi voorbeeld van een klassiek kapsel dat toch modern oogt. De koningin draagt het haar in een knoet in de nek. Het oogt strak, maar toch nonchalant.”

Naar de kapsels van vorstenhuizen wordt met belangstelling gekeken, is de ervaring van de kapster. „Regelmatig komen klanten met de vraag of wij zo’n model willen namaken. Ook internet wordt afgespeurd.”

In een van de stoelen van de salon zit Willemijn. Normaal gesproken doet de tiener haar haren zelf. Maar vandaag heeft ze een bruiloft. Ook Willemijn heeft van tevoren op internet gesurft. Op haar mobiel heeft ze een plaatje staan van een ingewikkeld ogend kapsel. Ze wil haar haren graag in een losse vlecht en schuin opgestoken.

Geen probleem voor kapster Liza. Met behulp van een Carmenset heeft ze grove krullen in Willemijns haren gemaakt. Geroutineerd steekt ze speldjes in het dikke donkerblonde haar.

„Goede speldjes zijn belangrijk”, weet Koster. „Stroevere exemplaren glijden niet snel uit het haar. Verder is touperen een vak apart. Zonder stevige toupage zakt een kapsel snel uit.”

Grijze knot

Goed touperen kunnen de kapsters aan de andere kant van Rijssen in verzorgshuis Maranatha ook. De kleine salon –vier stoelen– in de hal van het woon-zorgcentrum zit vol. Kapster Erna Haarkamp (57) is samen met een collega druk in de weer met haar vaste klantenkring. Voorzichtig haalt ze de grote grijze knot van Lenie van den Noort (74) los. Vroeger maakte haar klant altijd zelf een Grace Kellyrol. „Ik kreeg er helaas zere armen van. Dat ging niet meer. Ik hoorde van iemand dat er elke week een kapster in Maranatha kwam. Toen heb ik maar een afspraak gemaakt.” De vrouw lacht naar kapster Haarkamp. „Het resultaat is me niet tegengevallen.”

Haarkamp kapt al bijna twintig jaar in het Rijssense verzorgingshuis. „Toen ik begon had ik drie klanten. De mensen waren het niet gewend dat er een kapster zat. Inmiddels hebben we zo’n twintig vaste klanten en zitten de twee dagdelen waarop we hier aanwezig zijn behoorlijk vol. Een mooie ouderwetse knot maken is een kunst die veel kappers niet meer beheersen. Deze manier van opsteken is aan het verdwijnen, want tijdens de opleiding wordt er geen aandacht meer aan besteed.”

Oudere haren zijn vaak wat brozer. Bij sommige klanten durft Haarkamp daarom geen permanentje meer te zetten. Andere vrouwen hebben last van haarverlies. „Dan is het een uitdaging om er iets moois van te maken. Maar dat lukt altijd. Het is een dankbaar vak. Klanten zijn blij als hun haar weer mooi zit.”

Ook de kapsters van Kapsalon Gerda moeten weleens puzzelen met speldjes om er een mooi kapsel van te maken. „De een heeft gewilliger haar dan de ander.” Bij dun haar werkt de kapster regelmatig met een donut of andere vulling. „Dat geeft lekker veel volume. Heeft iemand eigenlijk net iets te kort haar om het op te steken, dan adviseren wij om geen sjaal te dragen. Want dan raakt het kapsel veel sneller los.”

Rechtop slapen

Tevreden kijkt mevrouw Van den Noort in de spiegel van het Dorpshuis in Maranatha. Haar lange haar is keurig door Erna Haarkamp opgestoken. „Ik kan er weer een week tegen. Als ik ’s avonds naar bed ga, doe ik twee netjes over mijn kapsel heen. Een heel strakke over de bovenkant. En een over de knoet. Of dat niet lastig ligt? Ik slaap al heel lang zo. Soms lig ik precies op een speld. Dat ligt iets minder lekker.”

„U weet het hè?” zegt Haarkamp tegen mevrouw Van den Noort. „Rechtop slapen deze week en niet in de regen lopen. Dan geven wij 100 procent garantie op het kapsel.”

Lachend verlaat mevrouw Van den Noort de salon. Haarkamp haalt de volgende knot los. Een witte dit keer. „Het is een uitdaging om iedere keer weer een andere mooie knot te maken.”

>>kapsalongerda.nl

Pistoolgreep voor mooie vlecht

Een schuif-, vlinder- of zigzagvlecht. Daniëlle Westmeijer (32) uit het Noord-Hollandse Winkel draait er haar hand niet voor om. Sterker nog: ze heeft in een mum van tijd de meest ingewikkelde vlecht gemaakt. „Oefening baart kunst.”

Sinds een jaar geeft Westmeijer workshops. „Die zijn een groot succes. Ik vind het al heel lang leuk om haren van meiden mooi te maken. Ruim een jaar geleden zette ik op mijn Facebookaccount een berichtje of mensen interesse hadden in een workshop invlechten. Binnen een halfuur hadden dertig bekenden enthousiast gereageerd.”

Westmeijer besloot om een aparte Facebookpagina aan te maken: Vlechten met Daan. Die leverde haar in een jaar tijd ruim 150.000 volgers op. Helaas is de pagina inmiddels gehackt. „Er verschenen berichten op die niet van mij waren. Facebook doet daar helemaal niets aan. Uiteindelijk ben ik maar opnieuw begonnen. Nu heb ik bijna 4000 volgers. Een fractie van wat ik had.”

De moeder van drie kinderen –een zoon, twee dochters– biedt verschillende workshops aan. Een basisworkshop, een workshop voor gevorderden, een voor tieners. Voor een workshop betalen deelnemers 15 euro. „Ik heb zelfs vier vaders weleens een avond cursus gegeven. Zij brachten hun dochters naar school en waren erg onhandig in haren doen. Die avond hebben we veel gelachen. Een vader stond zo hard door het haar van de pop te harken dat ik het me goed voor kon stellen als zijn dochter gillend zou weglopen. Maar aan het eind van de avond konden ze alle vier een simpele invlechting maken.”

Volgens Westmeijer lijkt invlechten ingewikkelder dan het is. „Als je de basistechniek en de foefjes maar kent, kun je onbeperkt verder fröbelen. Je wordt er ook steeds sneller in. Ik ben gastouder. Vanmorgen vroeg een van de oppaskinderen om vijf over acht: Wil je een invlechting bij me maken? Binnen zeven minuten had ze twee lange vlechten.”

Vooral meiden van 8 à 9 jaar vinden een invlechting erg leuk, is de ervaring van Westmeijer. „Onze oudste dochter van 11 haalt inmiddels haar neus op voor een gewone invlechting. Alleen ingewikkelde kapsels vindt zij nog leuk. Pas had ik op YouTube een filmpje van een gevlochten matje van haar gevonden. Dat mag ik bij haar nog wel namaken. Ook een visgraat doet het bij wat oudere meiden goed.”

>>vlechtenmetdaan.nl
>>youtube.com voor diverse instructiefilmpjes, zoek op vlechten met Daan

Maak zelf een mooie staart

Basisinvlechting leren? Dé tips van Daniëlle:

l Kam het haar goed door. Bevochtig het eventueel met wat water of schuimgel. Dat vlecht makkelijker.

l Pak een pluk haar op het voorhoofd. Let op dat deze symmetrisch boven de ogen is verdeeld.

l Kies bij jongere kinderen een kleinere pluk, bij ouderen een wat grotere.

l Verdeel de pluk in drie evengrote strengen.

l Vlecht drie keer en trek dat stevig aan. Begin dan met invlechten.

l Houd steeds één hand in de pistoolgreep (foto 2). Op die manier houd je steeds één hand vrij om haar bij te pakken.

l Laat de wijsvinger altijd op het achterhoofd rusten.

l Pak in een denkbeeldige rechte baan haar vanaf het voorhoofd tot aan de vlecht bij.

l Stop het bij de middelste pluk.

l Sla vervolgens de buitenste streng naar binnen en pak de vlecht over in de andere hand.

l Blijf op dezelfde hoogte als de vlecht, zak desnoods door een knie. Dan kun je goed zien wat je doet.

l Net boven het oor pak je een soort driehoek: een klein plukje bij het oor, een breder plukje vlak bij de vlecht.

l Pak steeds haar ter hoogte van de vlecht bij.

l Trek het haar redelijk strak aan.