Ds. Bottenbley: Armoede onderbelicht in kerk
Uit zijn jeugd in Suriname weet hij wat armoede is. Later kwam hij in Zuid-Afrika en op Timor oog in oog te staan met armen. Ds. Orlando Bottenbley roept christenen ertoe op in actie te komen tegen armoede en onrecht.
Ds. Bottenbley, predikant van de vrije baptistengemeente Bethel in Drachten, is een van de sprekers die zich aanbieden om in kerken het thema armoede en gerechtigheid op de kaart te zetten. Het is een initiatief van de christelijke hulporganisatie Compassion (zie kader).
„Ik ben opgegroeid in Suriname en kom uit een gezin dat het niet breed had”, zegt ds. Bottenbley. „Er was altijd eten en drinken, maar ik had bijvoorbeeld niet meer dan twee stel kleren: één voor op school en één voor thuis, zonder schoeisel. Elders was er sprake van rauwe armoede: mensen die leefden onder zinkplaten en weinig voedsel hadden.”
Later kwam de predikant in aanraking met mensen in miserabele omstandigheden in Zuid-Afrika en op het Indonesische eiland Timor. „In Zuid-Afrika bezochten we vrienden die in een township werkten. Enkele jaren geleden zochten we een project waar we als Bethelgemeente bij betrokken konden raken. Ik ben toen met Compassion naar Timor geweest. We kwamen onder meer bij een arm gezin met twee kinderen dat leefde in een ruimte van 3 bij 3 meter: woonkamer, slaapkamer en keuken ineen. Ze hadden last van lekkage. Als het regende werd alles binnen vochtig en klam. Door die reizen ging ik me realiseren dat niet slechts duizenden, maar miljoenen mensen in armoede leven. Dat is schokkend, zeker als je het vergelijkt met onze rijkdom in het Westen.”
Wat raakt u het meest in de confrontatie met armoede?
„Mensen zitten vaak gevangen in een vicieuze cirkel waarin armoede van de ene generatie op de andere wordt overgedragen. Het is moeilijk daaraan te ontsnappen. Ook raakt het me dat armoede mensen hun waardigheid ontneemt. Ze denken vaak min van zichzelf.”
Hoe verbindt u dat met wat de Bijbel over armoede zegt?
„De Bijbel spreekt veel over armoede, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Het is onze opdracht iets aan dat probleem te doen, armen een gezicht en een stem te geven, naar hen om te zien. Zowel geestelijke als materiële armoede vraagt onze aandacht. Diaconaat is een zusje van zending. Als we ons beperken tot het lenigen van materiële nood, hebben we onze roeping niet goed begrepen.”
U wilt kerken wakker schudden. Hebben christenen te weinig aandacht voor armoede?
„De media brengen ons in aanraking met armoede, maar wat doen we ermee? We gaan zo gemakkelijk over tot de orde van de dag, zijn vaak sterk gericht op ons eigen welzijn. Het is mijn verlangen dat we daadwerkelijk in actie komen en ons inzetten voor de bestrijding van armoede in deze wereld, dat we kinderen uitzicht bieden. Het spreekt me aan dat Compassion zich daarbij niet alleen richt op kleding, voedsel, onderwijs en hygiëne, maar dat de kinderen ook het Evangelie van Jezus Christus te horen krijgen.”
Krijgen dergelijke organisaties vanuit christelijke kring juist al niet veel steun?
„Mijn indruk is dat vaak individuele gelovigen betrokken zijn bij allerlei projecten, en dat is fantastisch. Maar het is van belang dat we het ook als kerk op de agenda zetten en kinderen, tieners en ouderen in de gemeente erbij betrekken. Daar valt nog veel winst te behalen. Als Bethelgemeente steunen we nu gezamenlijk enkele projecten op Timor. Jaarlijks besteden we daar op een zondag speciaal aandacht aan.”
In uw lezingen vraagt u ook aandacht voor ongerechtigheid. Waar gaat het dan concreet om?
„Structuren waarvan mensen de dupe worden, bijvoorbeeld corruptie in diverse landen. Christenen die in het zakenleven of in overheidsdienst werken hebben geweldige kansen om dat bespreekbaar te maken. Ik ken een zakenman die in Suriname veel arme mensen een dak boven het hoofd heeft geboden en daarvoor contact heeft met ministers en diverse instanties. Hij kiest er principieel voor nul procent aan steekpenningen te betalen om gunsten te verkrijgen, en benoemt dit ook.”
Hoe kijkt u aan tegen armoede in eigen land?
„Door een samenloop van omstandigheden kunnen mensen hier bijvoorbeeld bij de voedselbank terechtkomen. We moeten ervoor oppassen hen niet over één kam te scheren, maar vaak is er in hun leven, bedrijf, relatie of gezondheid iets gebeurd waardoor ze van een uitkering moeten leven.
Als kerk organiseren we een paar keer per jaar een minimaverwendag, voor zo’n honderd gezinnen binnen en buiten onze gemeente. Met Kerst hebben we tieners ingeschakeld om een diner voor klanten van de voedselbank te serveren. Een andere keer kunnen minima gratis gebruikmaken van de diensten van een kapper, pedicure en schoonheidsspecialist uit onze gemeente. Ook is er dan een kledingshop waar iedereen drie stel goede tweedehandskleding kan krijgen. Het is mooi om mensen zo de helpende hand te bieden.”
Armoede is vaak met schaamte omgeven. Is er een drempel om zo’n dag te bezoeken?
„Dat valt mee. Het is van belang respectvol met deze mensen om te gaan, hun niet het idee te geven dat ze als arme iets ontvangen van de kerk. Wij stralen uit dat wij het als een gunst ervaren dat we iets voor hén mogen betekenen.”
Spreker zoekt kerk
Onder het motte ”Ik zoek een kerk” is de christelijke hulporganisatie Compassion deze maand een campagne gestart om aandacht te vragen voor armoede en gerechtigheid. Op een speciale website bieden meer dan dertig sprekers zich aan om in kerken een lezing over dit thema te verzorgen. Onder hen zijn ds. O. Bottenbley, CU-Kamerlid Segers, Rob Hondsmerk, Anne Westerduin en Jurrien ten Brinke. Zij willen „hun sprekerstalent inzetten om de boodschap van gerechtigheid onder de aandacht te brengen.” Compassion is een christelijke organisatie die zich via sponsorprogramma’s inzet voor kinderen in achterstandssituaties. Zij werkt in 26 ontwikkelingslanden en helpt via lokale kerken ruim 1,5 miljoen kinderen.