Geen zegel, laat staan een vingerafdruk
Bijbels-archeologische vondsten maken zelden de verwachtingen waar die ze in eerste instantie wekken, schrijft Koert van Bekkum.

Toch is het laatste nieuws wel heel ontnuchterend: twee bekende zegels van de schrijver Baruch uit het Bijbelboek Jeremia blijken vervalsingen.
Ze staan hoog in de top tien van de meest spectaculaire archeologische vondsten in Israël van de twintigste eeuw: twee stukjes klei ter grootte van een vingernagel die in oud-Israël aan een document werden bevestigd. Ze zijn met een afdruk van een zegelring van een naam voorzien: ‘van Berechjahu, de zoon van Nerijahu, de schrijver’. Niet direct een bekende naam voor Bijbellezers. Totdat je erachter komt dat het de lange versie is van de naam van de schrijver van de profeet Jeremia, ‘Baruch, de zoon van Neria’ (Jer. 36:1-4).
Beide zegels doken in de jaren zeventig op de antiekmarkt op en werden al snel bestempeld als authentiek. In 1996 wijdde het blad Biblical Archaeology Review er zelfs een heel nummer aan. ‘Kijk naar de vingerafdruk op een van de zegels! Dichter bij een Bijbelse figuur kun je bijna niet komen!’ Nu blijken ze toch vals. Hoe kan dat?
Schandalen
Van de bijna vijfhonderd bekende zegels uit oud-Israël zijn er nog geen tweehonderd in officiële opgravingen gevonden. Het overgrote deel van de rest kwam op de antiekmarkt, toen na de zesdaagse oorlog in 1967 vele amateurarcheologen de aarde van archeologische dumpplaatsen overal in Israël en de bezette gebieden gingen zeven. Toepassing van deze nieuwe techniek bleek uiterst lucratief. Steenrijke Israëlische verzamelaars als Reuben Hechter en Shlomo Moussaïeff betaalden grif geld voor de oude zegels.
Natuurlijk wist iedereen dat er ook vervalsingen in omloop waren. Maar de recente schandalen rond de steen van Joas en het knekelkistje van Jakobus hebben iedereen op scherp gezet. Hoe zit het eigenlijk met andere antiquiteiten? De vorm en het schrift van de zegels mogen dan kloppen. Maar is dat ook in andere opzichten het geval?
Afgelopen jaren zijn de zegels uit nette archeologische opgravingen onderzocht op technische informatie. Vervolgens is het resultaat daarvan vergeleken met bekende zegels van onbekende herkomst. Voor de eigenaars een hachelijke onderneming, blijkt uit nu een artikel van twee teamleden, Yuval Goren, oudheidkundige uit Tel Aviv, en Eran Arie, curator van het Israel Museum in Jeruzalem. De zegels met de tekst „van Berechjahu, de zoon van Nerijahu, de schrijver” wijken behoorlijk af van andere zegels uit de tijd van Jeremia. Ze zijn anders gemaakt, de soort klei klopt niet, en analyse van de verweer-laag laat zien dat de zegels zijn bewerkt om ze oud te laten lijken.
Met de kennis van toen hebben vervalsers halverwege de jaren zeventig zegels gemaakt en grof geld verdiend. De schrijver Baruch is minder dichtbij dat we dachten.
Of toch niet? Het mooie van het nieuwe onderzoek is dat nu beter bekend is wat voor klei schrijvers gebruikten en hoe ze de zegels op het document bevestigden. Ook Baruch. En daarmee doet de Bijbelse archeologie weer waar ze goed in is. Dat is niet: het bewijzen of onderuit halen van Bijbelse waarheden. Maar juist het laten zien hoe concreet de wereld is waarin de Bijbel tot stand kwam.
De auteur is universitair docent Oude Testament. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.