Commentaar: Uitspraak jury in zaak-Ferguson teleurstellend
Precies zoals we hadden verwacht. Dat is de reactie van veel teleurgestelde Amerikanen –vooral niet-blanken– op de uitspraak van een onderzoeksjury dat politieman Darren Wilson niet wordt vervolgd. Tegen de agent liep een aanklacht vanwege het doodschieten van de achttienjarige Michael Brown, in augustus van dit jaar, in de plaats Ferguson in de Amerikaanse staat Missouri.
De juryleden hebben geconcludeerd dat de getuigenverklaringen elkaar tegenspreken. Sommige mensen presenteerden zich zelfs als getuigen, terwijl ze zich baseerden op hetgeen ze van andere mensen hadden gehoord. Door deze manco’s in de bewijsvoering kon de toedracht van het incident niet eenduidig worden vastgesteld. De jury oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat er sprake is van een misdrijf.
De uitspraak houdt iets onbevredigends, gelet op de impact die de gebeurtenissen van afgelopen zomer in Ferguson hebben gehad. De dood van Michael Brown leidde tot weken van rellen in de voorstad van St. Louis. Daarom was het wenselijk geweest dat onomstotelijk was vastgesteld wat er is misgegaan.
De teleurstelling van de familie van de jongen is begrijpelijk. Helderheid over de dood van hun zoon vergoedt niet het verlies, maar helpt wel bij de verwerking. Ook voor de betrokken agent is deze beslissing van de onderzoeksjury een tegenvaller. Weliswaar zegt de jury dat er geen reden is om aan te nemen dat er sprake was van een misdaad. Maar dat is nog iets anders dan een keihard bewijs. Er blijft nu iets hangen van: het is niet bewezen, maar toch…
Jammer is dat er rond dit drama de geur blijft hangen van bevoordeling van blanke functionarissen boven weerloze zwarte burgers. Dat gevoel heerste al maanden voor de rellen bij de zwarte bevolking in Ferguson.
Die gedachte leeft ook in brede lagen van de niet-blanke bevolkingsgroepen in de VS. Ondanks allerlei antidiscrimintiewetten die er sinds de jaren zestig van de vorige eeuw van kracht zijn geworden, blijkt bij de niet-blanke bevolking het idee te worden achtergesteld nog diepgeworteld. De uitspraak van de onderzoeksjury in Ferguson zien zij als een bevestiging van dit gevoelen.
Het valt niet te loochenen dat er bij de blanke Amerikanen een onderstroom is die inderdaad nog altijd neerkijkt op niet-blanken. Maar het gaat echt te ver om te stellen dat dit de dominerende factor is in de Amerikaanse maatschappij. Zeker voor het overheidsapparaat geldt de harde regel dat blank en niet-blank op dezelfde wijze moet worden behandeld. Al is het ook waar dat er sociaaleconomisch gezien nog wel wat valt te verbeteren.
Het verwijt van niet-blanken dat er een soort klassenjustitie op basis van huidskleur bestaat, is daarom misplaatst. De niet-blanke bevolking van de VS ondergraaft haar eigen geloofwaardigheid door dit steeds weer te roepen als er ergens iets misgaat.
Om het bezwaar dat blanken een voorkeursbehandeling krijgen te weerleggen, was het goed geweest als de jury in Ferguson had geoordeeld dat de agent moest worden vervolgd. Dat had meer rust en duidelijkheid kunnen geven.