Cultuur & boeken

Neelie Kroes als voorbeeld beschreven in boek

Vlak voor haar vertrek uit de Europese Commissie en (waarschijnlijk) uit de politiek verschijnt er een tweede biografie over Neelie Kroes. Dit boek is heel wat positiever over haar dan de bundel die in 2011 verscheen.

Evert van Vlastuin

29 October 2014 16:38Gewijzigd op 15 November 2020 13:57
beeld EPA
beeld EPA

In ”Neelie” moet de VVD’er er ook wel beter van afkomen, want Alies Pegtel heeft een ideëel doel met haar boek, namelijk laten zien hoe vrouwen met hard werken aan de top kunnen komen. In het voorwoord vertelt ze dat ze is gespecialiseerd in het thema werkende vrouw en hoe ze een succesverhaal zocht om een boek over te schrijven. Kroes is een voorbeeld voor alle vrouwen, vindt Pegtel. Het is goed dat dit aan het begin van het boek zo duidelijk wordt aangegeven. De lezer weet zo dat dit niet een écht onafhankelijk onderzoek is, maar dat dit boek een boodschap heeft.

Dat neemt niet weg dat Kroes vanuit het oogpunt van de vrouwengeschiedenis wel een belangrijk figuur is. Op veel posities waar ze belandde, was ze de jongste vrouw. Ze was het jongste vrouwelijke Kamerlid (dat ook nog eens een peuter van twee jaar had), ze werd in 1977 de jongste vrouwelijke staatssecretaris en in 2004 de eerste vrouwelijke Eurocommissaris voor Nederland. Een baanbrekende dame dus.

Een gemiddeld politicus is Kroes ook allerminst. Ze kwam al eind jaren zestig in de gemeenteraad van Rotterdam. Vrij snel daarna, in 1971, kwam ze in de Tweede Kamer. Sindsdien heeft ze vrijwel onafgebroken in de publieke aandacht gestaan, hoewel niet altijd als politica. Terecht zegt het boek dat er behalve prinses Beatrix weinig andere mensen zijn die al zolang meegaan als publiek figuur.

Doenerig

In de tijd dat Neelie (toen nog) Smit-Kroes de politiek in ging, was het voltijds werken van gehuwde moeders nog iets vreemds. In bijna elk interview dat ze de afgelopen 45 jaar gaf, kwam het onderwerp ”vrouw-zijn” daarom wel langs.

Zeker tot halverwege de jaren negentig zei Kroes in zulke gesprekken dat geslacht er niet toe deed. Ze stamde uit een Rotterdamse familie met een transportbedrijf en was erg doenerig ingesteld. Zij was bezig met haar carrière als vrouw, maar maakte daar geen thema van. Feminisme was voor haar geen politiek onderwerp.

Ze klaagde niet over het „glazen plafond”, maar probeerde er gewoon doorheen te breken. Vrouwen waren mans genoeg zichzelf te helpen. Dat paste helemaal in het VVD-liberalisme onder Hans Wiegel; waarom zou de staat je helpen als je iets zelf kunt?

Later werd dit anders. Vanaf halverwege jaren negentig klaagde ze regelmatig over gesloten mannelijke bolwerken waar zij als vrouw niet toe kon doordringen. Nog maar kortgeleden maande ze aankomend president van de Europese Commissie Juncker dat hij moest zorgen voor voldoende vrouwen in zijn nieuwe ploeg.

Toch was Neelie Kroes in het verleden ook nooit echt conservatief. Ze wilde bewust dingen veranderen. Als Kamerlid verscheen ze in een felgekleurd broekpak, wat begin jaren zeventig als provocatief werd ervaren. Ze stemde ook steevast voor vrije abortus. In een interview merkte ze eens op ook zelf niet voor zwangerschapsafbreking weg te lopen mocht er zich een broertje of zusje voor de kleine Yvo aandienen (een opmerking waarop ze –onder anderen door SGP-Kamerlid ds. Abma– werd aangevallen, waarna ze zei dat dit citaat uit zijn verband was gerukt). In alles wat ze zei was het duidelijk: zij maakte haar eigen keuzes, en dat moest ook want haar leven draaide om haar. Terecht spreekt Pegtel van het ”ik-tijdperk”.

Binnen de VVD was ook een stroming die een meer traditioneel conservatisme aanhing en hier kritisch over was. Vanaf 1977 zat Kroes echter in het kabinet (eerst als staatssecretaris voor Verkeer en Waterstaat, later als minister), dus haar politieke rol was toen anders dan in haar tijd als Kamerlid. Na de val van Lubbers II in 1989 verliet ze de politiek en daarna heeft de partij jarenlang niets van haar vernomen.

Sommige mensen in het boek typeren haar meer als manager dan als politica. Dat is waarschijnlijk helemaal terecht. Misschien is ze juist ook daarom als lid van de Europese Commissie zo succesvol geweest. Dat is geen functie voor mensen met politieke vergezichten (zoals bijvoorbeeld Frits Bolkestein), maar iets voor doeners.

Moddergooien

Het perspectief van dit boek is soms smal, maar dat hoeft niet storend te zijn. Vanzelfsprekend bevat het veel overlap met het boek ”Neelie Kroes” van Stan de Jong en Koen Voskuil. De werkwijze is vrijwel identiek: gebaseerd op interviews uit het archief en gesprekken met tientallen betrokkenen.

Opvallend is dan wel dat het beeld van de hoofdpersoon vrijwel totaal anders is. De Jong en Voskuil beschrijven Kroes als een zelfingenomen vrouw die zich gemakkelijk laat inpakken door corrupte zakenlieden. Pegtel roept het beeld op van een hardwerkende, hoewel ijdele, tante die gewoon soms een beetje vrouwelijk naïef is. De manier waarop ze verklaart hoe Kroes zakendeed met de (later) veroordeelde vastgoedmagnaat Paarlberg is wel erg vergoelijkend. De Jong en Voskuil beschrijven dat Kroes astrologen raadpleegde. Pegtel doet dat af als moddergooien van ex-man Bram Peper. De kritische lezer vraagt zich dan af: Mocht Kroes misschien niet al te zeer mislukken in deze feministische geschiedschrijving?

Dat neemt niet weg dat dit een grondig boek is over de scheidende Eurocommissaris. De schrijver heeft zelfs de medewerking gehad van de hoofdpersoon, en dat is vrij zeldzaam. Want Kroes heeft niets met het verleden. Volgens haar ex-man heeft ze zelfs fotoalbums verbrand. Of zou die bewering ook een vorm van moddergooien zijn?


Boekgegevens

Neelie. Brave meisjes schrijven zelden geschiedenis, Alies Pegtel;
uitg. Boom, Amsterdam, 2014; ISBN 978 94 6105 032 8; 456 blz.; € 19,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer