Wel theoloog, maar geen predikant
KAMPEN. Ze studeerden theologie aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK), maar werden nooit predikant. Schrijver Reinier Sonneveld portretteerde tien mannen en vrouwen, van wie sommigen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) helemaal verlieten.
Rector prof. dr. M. te Velde vroeg Sonneveld –die na zijn studie aan de TUK zelf ook geen predikant werd– om een boek te schrijven over alumni die niet voor de kansel kozen. Dat resulteerde in de vorige week verschenen bundel ”Je vindt ze overal. Kamper theologen die geen dominee werden” (uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam).
Voor sommige mannen die aan de TUK studeerden, is het predikantschap nooit een optie geweest. Voor sommige vrouwen bleef het een onvervulde wens.
Rikko Voorberg (1981), nu gemeentestichter in Amsterdam, vertelt hoe in Kampen zijn „geloof op losse schroeven” kwam te staan. „Dat kwam vooral doordat er in de jaren dat ik er studeerde meewarig werd gedaan over de zogeheten Schriftkritiek. Reële vragen over de historiciteit van bepaalde Bijbelgedeeltes werden weggewimpeld en er was geen kans om die literair te lezen. Zo begon het bouwwerk uit mijn jeugd te wankelen, het onwrikbare geloof gebouwd op een kraakheldere Bijbel, die werd uitgelegd in een zuivere belijdenis.”
Kinderboekenschrijfster Corien Oranje (1963) was een van de eerste vrouwen die in Kampen afstudeerden. De GKV kennen geen vrouwelijke ambtdragers, dus predikant worden kon ze niet. „De enige serieuze confrontatie die ik erover heb gehad was met professor Trimp die naar me toe kwam en zei: „Ik hoor je er wel eens over dat je dominee wilt worden, maar dat gaat gewoon écht niet gebeuren, dus nu erover ophouden!””
Vrijgemaakt vuur
Historicus prof. dr. George Harinck, die bezig is met een studie over de geschiedenis van de TUK, geeft in een inleidend essay duiding aan de verschillende portretten. Zo beschrijven Rikko Voorberg, Guido de Graaff en Thijs Tromp de vrijgemaakte wereld van hun jeugd, in de jaren tachtig en negentig. Zij zagen de uitkomst van het vuur waarmee de Vrijmaking in 1944 begon, aldus Harinck. „Zij leefden op gestolde lava: een hechte, ambitieuze wereld die haaks op de samenleving stond en daardoor opviel – niet tot ongenoegen van menig vrijgemaakte.”
Oudere alumni, zoals Arnold Schilder –zoon van de Kamper hoogleraar H. J. Schilder– en Klaas Veenhof, hebben deze wereld in de jaren vijftig en zestig zien ontstaan. „Ze zagen een vrijgemaakte wereld in wording waarin zij zich al snel bekneld voelden. Hun herinnering betreft de schaduwkanten van de vorming van een gesloten falanx en hameren op één waarheid: de dwang zich te voegen naar de orde, het focussen op het doel ten koste van tijd en ruimte voor conversatie waarin verschillen konden blijven bestaan en van het gebrek aan individuele vrijheid.”
Betekent dit dat er nu niets meer over is? „Welnee”, schrijft Harinck, „er staat een kleine, stevige theologische universiteit aan de Broederweg, geworteld in een gereformeerde, zo men wil neocalvinistische traditie, met het gezicht naar de wereld. Het is een universiteit die weet wat het is om grootse idealen te bezitten en die heen gegaan is door de pijn van het afkicken van de ideologisering van het ideaal.”