Romanus, martelaar van Antiochië
Sinds de kruisiging van de Heere Jezus zijn enkele tientallen miljoenen christenen martelaar geworden omwille van hun geloof. Over wie gaat het? Vandaag Romanus.
Romanus is een edelman. Hij woont in Antiochië (nu Turkije) als de Romeinse keizer Galerius (260-311) er in 303 of 304 arriveert om alle christenen tot de afgoden te bekeren. Romanus hoort van het plan en roept zijn geloofsgenoten op dat niet te doen, maar standvastig te zijn.
Als de keizer dat hoort, laat hij Romanus bij de stadhouder en de rechter roepen. Maar Romanus verdedigt zich vrijmoedig en zegt bereid te zijn te lijden voor de goede zaak. De stadhouder en de rechter laten hem daarop slaan met loden riemen. Romanus dankt God ervoor: „Vanwege onze geboorte zijn wij niet edel te noemen, maar de christenheid vormt alleen edellieden.” In scherpe bewoordingen bestraft hij de stadhouder en spreekt hem aan op zijn blindheid, lage gedrag en op de zedeloosheid van de Griekse en Romeinse afgoden. Daartegenover wijst hij op God en Zijn wonderlijke werk in het hart van mensen.
De rechter reageert furieus: „Doorsteek zijn lichaam.” Zo gebeurt. Romanus houdt echter kracht om verder te gaan met zijn toespraak. Hij waarschuwt zijn gehoor en wijst op Christus.
De rechter geeft een nieuw bevel: nu om zijn wangen open te snijden en Romanus zo het spreken onmogelijk te maken. Romanus blijft echter getuigen.
Romanus merkt de verbazing daarover bij de rechter en doet een voorstel. Hij vraagt een jongetje van zeven jaar een oordeel te geven over de situatie en over de vraag of men Christus alleen moet dienen. Zo geschiedt. Het kind antwoordt: „Er is maar één God, want Christus is waarachtig God. Daarom behoort men Hem alleen te dienen.” Opnieuw is de rechter verwonderd. Straffen kan hij het kind niet. Onder het oog van zijn moeder wordt het kind toch gegeseld. Zij bemoedigt hem vanuit de Schrift.
Romanus spreekt nog een keer. Maar nu is het genoeg, vindt de stadhouder. Hij laat het kind onthoofden. Zijn moeder zingt: „Kostelijk is in de ogen des Heeren de dood zijner gunstgenoten.” De beul krijgt nu opdracht Romanus te verbranden. Dat mislukt: een hevige regenbui dooft het vuur. Romanus’ tong wordt afgesneden. Het verhindert hem niet nogmaals Christus te preken. Dan krijgt hij de strop.
Martelaren is een wekelijkse rubriek over mensen die leden en stierven vanwege hun christelijk geloof.