Wereldhavendagen geven kijkje in de schipperskeuken
ROTTERDAM. De Wereldhavendagen in Rotterdam trekken deze dagen honderdduizenden bezoekers van heinde en ver, uit binnen- en buitenland. Vooral het hagelnieuwe marineschip de Karel Doorman, aan de Wilhelminakade, trekt de aandacht. Maar ook de binnenvaart biedt een inkijkje in de schipperswereld.
Het festijn begon vrijdag relatief rustig. Vooral zaterdag en zondag trekken de maritieme demonstraties het grote publiek. Naast de vele senioren maakten tal van scholen gisteren dankbaar gebruik van de mogelijkheden voor een educatief uitstapje. Het hagelnieuwe marineschip de Karel Doorman, aan de Wilhelminakade kreeg veel belangstelling. Vrijdag vond de officiële overdracht van het ruim 400 miljoen euro kostende ”joint support ship” aan Defensie plaats. Het grootste en nieuwste paradepaardje van de marine was vrijdagochtend vrij te bezichtigen. Voor zaterdag moesten bezoekers vooraf reserveren. Alle rondleidingen waren vooraf al volgeboekt.
Aan de Westerkade ligt net de Cornelis sr. van zandhandel en overslagbedrijf Van der Waal uit Papendrecht aangemeerd. Deze vrijdagmiddag blijft de loopplank nog even binnenboord. „We moeten het schip nog voor de ontvangst in orde brengen”, zegt zetschipper Melvin van den Heuvel uit Alblasserdam (26) in de stuurhut. Zo dekken hij en zijn matroos de vloer binnen af met platen voor de bezoekers. Schippers houden olie en water graag buiten en trekken dan ook hun schoenen uit als ze binnenstappen. „Met zo veel bezoekers wordt dat lastig”, stelt de schipper nuchter.
Een uitgewerkt plan om hen te woord te staan, heeft hij niet. „Een babbeltje lukt algauw. Ik leg gewoon uit wat ons werk inhoudt, en hoe bijvoorbeeld de zandzuiger werkt. Ik ben namelijk niet alleen schipper: ook het bedienen van de zandzuiginstallatie hoort bij mijn werk.”
Zand
Als zandzuiger houdt de Cornelis sr. –met in totaal twee man aan boord– zich bezig met het bevaarbaar houden van de Nederlandse waterwegen. Van den Heuvel: „Rivieren nemen uit de bergen allemaal zand mee. Dat hoopt zich vooral hier in de havens op. Wij zuigen het zand van de bodem op. Daarna kunnen we het in ons eigen schip laden en de laadruimte van andere schepen vullen. Dat zand gaat vervolgens naar de bouw. Of het wordt gebruikt voor de aanleg van wegen.”
Het zand wordt eerst aan boord gezeefd voordat het in de ruimen verdwijnt. Het grove, onbruikbare materiaal –waaronder ook oude fietsen– gaat zonder veel omhaal weer overboord, vertelt de schipper. Verontschuldigend: „Daar hebben we geen opslagruimte voor.”
Van den Heuvel vaart in de regio Rotterdam en Den Haag, en daarnaast veel op de Maas. „We hebben bijvoorbeeld de voorhaven van de sluis bij Empel, boven Den Bosch, uitgebaggerd.”
Van de crisis heeft de schipper weinig last. „Zandzuigen blijft altijd wel nodig. We kunnen aardig doorvaren.” Ook de andere schepen van Van der Waal krijgen het de laatste tijd een stuk drukker.
Niet elke schipper vindt het leuk om zijn schip zomaar voor vreemden open te stellen, weet Monique Keller van Bureau Voorlichting Binnenvaart. „Er komen duizenden bezoekers bij je aan boord.”
Dat sommige schippers hier toch voor te porren zijn, maakt haar werk, in de promotietent op de kade, een stuk gemakkelijker. Een te bezichtigen schip garandeert een fors grotere belangstelling. „Uiteindelijk hopen we vooral de jeugd warm te maken voor een beroep op het water.”