Muziek

Afscheid van „tovenaar” Frans Brüggen in Oude Kerk Amsterdam

In de Oude Kerk in Amsterdam is dinsdag met een sobere herdenkingsdienst afscheid genomen van de vorige week overleden „tovenaar” Frans Brüggen, zoals de familie hem op de rouwkaart aanduidt.

Muziekredactie
19 August 2014 16:40Gewijzigd op 15 November 2020 12:26
Beeld RD
Beeld RD

Al even na elven vormt zich een lange rij voor de Amsterdamse Oude Kerk. Zo’n duizend musici, vrienden en bekenden willen blijk geven van hun deelneming met het overlijden van Brüggen. Vorige week overleed de blokfluitist en dirigent op 79-jarige leeftijd. Het respect voor wat hij gedaan heeft, is bijna voelbaar onder de aanwezigen.

Voor in de kerk staat de witte kist met het lichaam van de overledene, omringd door bloemen. Kunsthistorica Machtelt Brüggen-Israëls, vrouw van de overledene, neemt met een paar van de vier dochters van Brüggen en met vriend Sieuwert Verster de condoléance in ontvangst.

Nadat op het grote orgel het koraalvoorspel ”Erbarm dich mein” van Bach heeft geklonken, begint de plechtigheid. Verster, die jarenlang samen met Brüggen leidinggaf aan het Orkest van de Achttiende Eeuw, voert als eerste het woord. Hij grapt dat Brüggen iets gewaagds gezegd zou hebben over de grote belangstelling voor de afscheidsbijeenkomst. Gelach. Hij stelt dat Brüggen een „ontzettend rijk leven” heeft gehad. Wat overblijft is het „heilig verbond” van de woorden, de herinneringen en de muziek. „Dat is de accu waarmee we het moeten doen”, aldus Verster.

Hij herinnert aan het laatste concert dat Brüggen dirigeerde, in mei in het Haagse conservatorium, met werk van Rameau. „Daar kwamen jong talent, de oude garde en een orkest van middelbare leeftijd bij elkaar. Frans genoot.”

Verster probeert de drie pijlers van Brüggens genialiteit te benoemen. „Ten eerste heeft geen ander zoveel begrepen van waar het in de muziek om gaat. Ten tweede wist hij met zijn Orkest van de Achttiende Eeuw het ideale orkest te benaderen: musici bij elkaar brengen die heel graag een stuk zo goed mogelijk willen uitvoeren. Het derde is dat als hij dirigeerde, er een soort vrede en toenemende genegenheid ontstonden, waardoor de essentie van het samen muziek maken mogelijk werd.”

Met een knipoog naar Brüggens beruchte uitspraak over hoe het Concertgebouworkest in werk van Mozart de noten van a tot z loog, stelt Verster zich voor dat, „als er zoiets als een hemel of verzamelplaats is”, Brüggen Bach en Mozart en vele andere componisten zou ontmoeten, die hem zouden prijzen voor zijn uitvoeringspraktijk.

Omdat Brüggen „ontzettend veel” van applaus hield, vraagt Verster de aanwezigen nog één keer een groot applaus voor de overledene te geven. Vervolgens brengt het Orkest van de Achttiende Eeuw het ingetogen koraal ”Von Gott will ich nicht lassen” van Bach tot klinken. Ook onder anderen Brüggens vrienden van het eerste uur Kees Boeke en Walter van Hauwe vertolken op blokfluit een muzikale bijdrage.

Namens de familie voeren eerst de twee oudste dochters van de overledene, Laura en Alicia, het woord. Daarna de twee dochters die Brüggen met Machtelt Israëls kreeg, Zephyr en Eos. Tot slot spreekt Brüggens vrouw zelf. Zij geeft het „laatste woord” aan een opname van het ”Pavane” van Samuel Scheidt, uitgevoerd door Brüggen en zijn orkest.

In besloten kring wordt het lichaam van Brüggen vervolgens „in de duinen bij de zee” prijsgegeven aan „vuur en lucht”, aldus Brüggens vrouw.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer