Opinie

Commentaar: Nationale dag van rouw moet tot verootmoediging leiden

Voor het eerst in meer dan vijftig jaar wordt er in ons land een dag van nationale rouw gehouden. Woensdag gedenkt de hele samenleving de 298 slachtoffers van de ramp met de MH17. Daartoe heeft de regering dinsdag besloten.

Hoofdredactioneel commentaar
23 July 2014 10:54Gewijzigd op 15 November 2020 12:02
ANP
ANP

De beslissing van het kabinet sluit aan bij de behoefte van veel landgenoten om uitdrukking te geven aan de gevoelens van verdriet en ontzetting. Feestelijk­heden worden afgelast. Kerkklokken zullen op verschillende momenten worden geluid. Bij aankomst van de lichamen op vliegveld Eindhoven wordt een minuut stilte in acht genomen.

Het is zeker gepast om als samenleving op deze manier stil te staan bij de ingrijpende gebeurtenissen van vorige week donderdag. In één klap zijn 298 mensen uit het leven weggerukt; voor hen is het eeuwigheid geworden. Daar mag niet zomaar aan worden voorbijgegaan. Onbegrijpelijk was het daarom bij voorbeeld dat vorige week sommige mensen hun irritatie lieten blijken over versobering van de intocht bij de Nijmeegse Vierdaagse.

Hoe zinvol en gepast ook, een dag van nationale rouw mag ander leed niet naar de achtergrond drukken. Het verlies van geliefden door de dood is voor elke nabestaande reden van groot verdriet. Ook bij hen die de achterliggende dagen –of langer geleden– met het sterven van een dierbare werden geconfronteerd, zijn diepe wonden geslagen. Evenzo is het goed je te realiseren dat er afgelopen week honderden doden zijn gevallen in de Palestijnse gebieden en in Israël. Evenmin mag worden vergeten dat er dagelijks slachtoffers vallen door honger, geweld, criminaliteit en mensen het leven laten om hun geloof.

Wie rouwt, staat stil, zwijgt, gedenkt en denkt na. Daarbij dringen zich vaak wezenlijke vragen op: Hoe kan dit? Waarom? Waar was God? Vragen die niet gemakkelijk zijn te beantwoorden. Wie echter eerlijk is, zal toegeven dat de mens de oorzaak is van het kwaad en het leed. Hij –en niet God– maakt het leven tot een tranendal. Dat betekent dat rouwen niet zonder verootmoediging kan. Wat doen we als mensheid onszelf en elkaar ontzaglijk veel onheil aan!

De Amsterdamse predikant Visser stelde vorige week daarbij terecht de vraag of het bij de verwerking van de ramp ‘gemakkelijker’ zou worden als we doen alsof God niet bestaat. Zijn conclusie: zeker niet. Want dan resten alleen noodlot en willekeur. Dan is er niets om toevlucht toe te nemen.

Vanavond wordt in Amersfoort een nationale gebedsbijeenkomst gehouden. De kerkdeuren gaan daar open en iedereen –kerkelijk en onkerkelijk– is welkom om samen te rouwen, het verdriet te delen en… hogerop te zien. Niet omdat dit eenvoudig is. Voorkomen moet worden dat de indringende vragen van getroffenen naar het waarom en het waartoe gemakkelijk worden afgedaan. Maar uiteindelijk mag wel de uitweg in dit verdriet gewezen worden. Er rest niets anders dan het gebed:

’k Roep, Heer’, in angst tot U gevloden,

Ai, haast U tot mijn hulp en red;

Hoor naar de stem van mijn gebed,

Daar ik U aanroep in mijn noden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer