Liveblog: Synode GKV over vrouwelijke ambtsdragers
De generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) vergadert vrijdagmorgen over het rapport ”Mannen en vrouwen in dienst van het evangelie”. Dit rapport van de deputaten m/v in de kerk ziet ruimte voor het toelaten van vrouwen in het ambt van predikant, ouderling en diaken. De bespreking vrijdag heeft een oriënterend karakter, op 17 mei staat het onderwerp opnieuw op de agenda. De synodevergadering heeft plaats in de Ontmoetingskerk in Ede.
De vergaderstukken bij de bespreking van het rapport over vrouwelijke ambtsdragers, zijn te vinden via deze link onder punt 32.
15.35 uur – Schriftelijke voorbereiding deels openbaar
De samenvatting van de schriftelijke voorbereiding van de vergadering over het rapport Mannen en vrouwen in dienst van het evangelie, is zojuist openbaar gemaakt. Het is als bijlage aan dit liveblog toegevoegd. In een later te verschijnen nieuwsbericht op deze website wordt mogelijk nog informatie verwerkt uit dit document. Dit liveblog wordt niet meer bijgewerkt.
15.15 uur – Update schriftelijke voorbereiding
Door het moderamen wordt later vanmiddag een samenvatting van de tekst van de schriftelijke voorbereiding van de synodevergadering vrijgegeven. De afgevaardigden hebben 144 vragen gesteld aan de deputaten m/v in de kerk. Door een synodecommissie zijn deze geclusterd in vijf thema’s:
Opdracht, uitvoering, voorgeschiedenis en samenhang van het rapport.
De vraagstelling van het rapport.
Context, cultuur en hermeneutiek.
Ambten, differentiatie en eigenheid.
De rol van de synode en de implementatie.
13.30 uur – Hervatting vergadering – sluiting liveblog
De synodevergadering wordt na de lunch hervat. Vanmiddag staat onder meer de zending op de agenda. De redactie zal over deze vergadering geen liveblog bijhouden. Dit liveblog wordt nu gesloten, maar zal vrijdag nog worden aangevuld met links naar artikelen over het GKV-rapport Mannen en vrouwen in dienst van het evangelie.
12.45 uur – Afronding
Preses dr. Voorberg rondt de ochtendvergadering af. Hij stelt dat er voor de vervolgvergadering over de vrouw in het ambt op 17 mei, mogelijk nog een tussenvergadering komt over dit thema. Dit wordt later bekendgemaakt door het moderamen.
Ds. L. W. de Graaf leest ter afronding Jesaja 53 vers 6 en 7 en mediteert hier kort over.
12.15 uur – Algemene ronde
De bespreking vrijdagmorgen heeft mede door de schriftelijke voorbereiding en de hantering van spreektijden een vlot karakter. Voor buitenstaanders die de schriftelijke voorbereiding gemist hebben, kan de indruk ontstaan dat deputaten niet reageren op gestelde vragen. Enkele afgevaardigden verwoorden dit ook met zoveel woorden.
Preses dr. Voorberg geeft ruimte voor een korte algemene ronde. Nadat de deputaten kort bedenktijd hebben gehad krijgen alleen zij nog ruimte voor enkele reacties op gestelde vragen.
Deputaat Slump reageert op de woorden van ds. Van der Geest, die deze mede aan zijn adres adresseerde. „Als u vraagt: zijn er vrouwen in de kerk die betere ambtsdragers zouden zijn dan mannen, dan zeg ik: ja. Maar het gaat er om of de Schriften ruimte laten voor vrouwen in het ambt. Ik denk dat Paulus enerzijds heeft willen aansluiten bij hoe God het bedoeld heeft en dat vervolgens heeft willen vertalen naar de ambten.”
Prof. dr. P. H. R. van Houwelingen reageert op vragen over (on)bevooroordeeld Bijbellezen. „Het is onmogelijk om zonder vooroordeel Bijbel te lezen. Je moet eerst je eigen vragen stellen aan de tekst, vervolgens luisteren naar wat de tekst zegt, dan teruggaan naar je eigen vragen en kijken of die juist waren. Het idee dat je een objectieve betekenis kunt vaststellen van een tekst klopt niet. Een Psalm kan een hele andere betekenis voor je krijgen als je die leest voordat je naar het ziekenhuis gaat.”
Prof. Van Houwelingen spreekt van „een misverstand” als sommige afgevaardigden menen dat de deputaten Paulus iets anders laten zeggen dan wat er staat in diens brieven. „Over de interpretatie is geen verschil. Maar we zeggen: we leven in een andere tijd dan Paulus. In zijn tijd was het not-done als een vrouw zich lerend ging opstellen te midden van mannen.”
De hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK) licht ten slotte nog toe wat de deputaten in hun deze week verschenen toelichting bedoelen als ze verwijzen naar een toneelstuk van Shakespeare. Dit voorbeeld is ontleend aan de Anglicaanse theoloog N. T. Wright. Die spreekt over een toneelstuk in vijf bedrijven: Schepping, zondeval, Israël, Jezus en apostelen en vijfde bedrijf: de christelijke kerk, het Nieuwe Testament. Prof. Van Houwelingen: „Wij hebben alleen de eerste akte van dat vijfde bedrijf, dat is het Nieuwe Testament. Wij krijgen de opdracht het toneelspel uit te spelen. Daarbij hebben wat regels en instructies meegekregen. Wright zegt: je moet de hele Bijbelinhoud kennen om in de huidige tijd mee te kunnen doen in dat bedrijf en stelt: er is verschil in interpretatie tussen bepaalde momenten.”
Dr. J. H. F. Schaeffer, als onderzoeker verbonden aan de TUK en tevens deputaat m/v, gaat in op de cultuurbepaaldheid van de ambten. Hij verwijst naar Calvijn, die bij de ambten die hij instelde op basis van de Schrift kiest voor ambten in de context van de stadsstaat Geneve. Dr. Schaeffer zou het „fantastisch vinden” als in de plaatselijke gemeenten gesproken wordt over de ambtsvisie, maar in het bijzonder over de rol van man en vrouw in de kerk. „Een deputaatschap kan daarin niet meteen een nieuwe weg wijzen.”
Hij stelt daarnaast dat in de GKV zichtbaar is dat allerlei maatschappelijke veranderingen in de kerk ook een plaats hebben gekregen. „Daarin zijn we vaak pragmatisch meegegaan, zonder uitgebreide bezinning.”
12.05 uur – Vijfde bespreekpunt
Het vijfde en laatste bespreekpunt is de rol van de synode en de implementatie als het gaat om het al dan niet ruimte bieden aan vrouwelijke ambtsdragers. Deputaat Van Leeuwen bepleit het zoeken naar een oplossing die rekening houdt met de soms grote verschillen in opvattingen in de GKV over de vrouw in het ambt. De deputaten zouden graag zien dat de lokale gemeenten vrijgelaten worden in het al dan niet aanstellen van vrouwelijke ambtsdragers.
Deputaat Slump noemt een pragmatische oplossing een verlegenheid. Hij kan zich voorstellen dat de visie op het ambt verandert, maar vindt dat dan wel duidelijk gemaakt moet worden wat Paulus op dat terrein te zeggen heeft.
Vanuit de synode worden diverse vragen gesteld. Ds. Van Wijnen (Zuidlaren) meent dat het nemen van besluiten niet betekent dat de kerken elkaar loslaten.
Ds. K. van der Geest (Alphen aan den Rijn) zegt zich te „schamen” tegenover vrouwen in zijn gemeente die hij geen uitzicht kan bieden op het ambt. Hij memoreert een catechisante uit zijn gemeente, die inmiddels predikant is in de Protestantse Kerk. Hij vindt het ook kwalijk dat het moderamen een brief van vrouwen aan de synode niet op de lijst van te behandelen ingekomen stukken heeft gezet.
Preses dr. Voorberg vraagt, na de leiding van de vergadering te hebben overgedragen, hoe of de deputaten menen dat „het kerkverband het kan dragen als we elkaar plaatselijk vrij laten? Hoe kun je elkaar dan op meerdere vergaderingen ontmoeten? En dat geldt ook voor de ICRC (een internationaal samenwerkingsverband van gereformeerde kerken, red.), waar we dan niet meer aanvaard worden.”
Aansluitend reageert dr. Voorberg op de kritiek van ds. Van der Geest op de omgang met de brief van vrouwen aan de synode. Volgens de preses kwam de brief te laat binnen en heeft het aanbieden van de brief door het moderamen aan de afgevaardigden als „servicemateriaal”, er niet mee te maken dat de auteurs van de brief vrouw zijn.
11.50 uur – Vragen vierde bespreekpunt
Ds. E. J. Sytsma (Middelburg) vraagt zich af hoe het te rijmen valt dat de GKV nu „de helft van de kerkleden categorisch negeert als het gaat om verkondigen van Christus?”
Ds. J. H. Soepenberg (Assen) wil van de deputaten meer weten over welke weg zij begaanbaar achten voor de toekomst op het punt van vrouwen in de ambten.
J. Bomhof (Putten) betreurt het dat de deputaten niet de drie ambten in de kerk afzonderlijk hebben besproken als het gaat om de vraag of vrouwen daarin kunnen dienen. Hij denkt dat dat de bespreking ten goede was gekomen.
S. Poutsma (Hoogeveen) mist in het deputatenrapport de visie op het ambt. „Waarom koppelen wij ambten aan regeren? Doet het Nieuwe Testament dat?” Ook hij zou graag zien dat de deputaten de nieuwtestamentische ambten, breder dan alleen ouderling-predikant-diaken, gedifferentieerd bespreken.
Ds. K. van de Geest (Alphen aan den Rijn) bepleit het ruimte geven in de GKV aan leden die verschillend denken over het thema vrouw in het ambt. „Ruimte geven betekent elkaar niet veroordelen. We eren er Gods schepping mee.” Hij spreekt van een impliciete ambtsvisie, die de kerk door de eeuwen gehanteerd heeft. „Nu lijkt het dat vrouwen alles in de kerk mogen doen, zolang het maar niet in het ambt is.”
11.40 uur – Vierde bespreekpunt
Het vierde onderwerp blijkt de ambten, differentiatie en eigenheid te zijn. De deputaten menen „vrouwen niet categorisch te mogen uitsluiten.” Woordvoerder Van Leeuwen: „Het is naar ons inzien Bijbels verantwoord dat vrouwen de ambten invullen. Wat wellicht ontbreekt in ons rapport is de bespreking van de genderrollen. Hoe kan een vrouw en typisch vrouwelijke ambtsdrager zijn en man meer een mannelijke?”
Deputaat D. A. C. Slump noemt het „nuttig om na te denken over wat de kern van het ambt is.” Hij wijst er op dat in de Protestantse Kerk in Nederland een verschuiving is beschreven op het punt van ambtsinvulling, na de komst van vrouwelijke ambtsdragers. Die verschuiving karakteriseert hij als: „Van opzicht en tucht naar pastorale zorg.”
11.20 uur – Vragen derde bespreekpunt
Synodeleden stellen vragen over de context, cultuur en hermeneutiek die in het rapport aan de orde komt. J. Bomhof (Putten) vraagt zich af of het verstandig is om op dit moment besluiten te nemen op basis van hermeneutische keuzes, terwijl daarover in de breedte van de gereformeerde gezindte op dit moment veel discussie is. „Kan de hermeneutiek niet uit deze discussie gehaald worden en kunnen we op basis van andere argumenten komen tot beantwoording van de vragen over ambten?”
Ds. L. W. de Graaff stelt dat er bij de deputaten „een wissel omgaat” als het gaat om de cultuur. Hij meent dat de deputaten eerst ruimte scheppen voor voor de context waarin ze werken en vervolgens vanuit die context exegetisch aan de slag gaan.
S. Poutsma (Hoogeveen) vraagt zich af of door het herstel van de scheppingsorde door Christus vanwege Zijn lijden en sterven, de man niet meer over de vrouw heerst. „Is God niet al bezig om richting de herschepping, alles te veranderen door de vernieuwende en sanerende geest van God?”
Ds. R. van Wijnen (Zuidlaren) vraagt de deputaten om een beoordeling van het seculiere gelijkheidsideaal en wil weten hoe het rapport zich daartoe verhoudt.
Dr. P. L. Voorberg draagt de leiding over aan de assessor en zegt vijf verhelderingsvragen te willen stellen. Door de door hemzelf ingestelde spreektijd komt hij maar aan drie vragen toe: „Deputaat Van Leeuwen citeerde Maarten Wisse over een nieuwe fase die de GKV inslaat. U ontkent in het rapport dat er sprake is van nieuwe hermeneutiek. Wie heeft gelijk?” Vraag twee: „U stelt dat er een regel is in de Schrift dat vrouw ondergeschikt is. Vervolgens zegt u dat deze regel hermeneutisch niet meer te handhaven valt. Maar is het niet zo dat als het gaat over regels uit de Bijbel die we nu niet meer hanteren, we dat alleen doen als God Zelf stelt dat ze niet meer gelden?” Vraag drie: „U stelt dat de Schrift met apostolisch gezag leert. Daarna noemt u drie Bijbelse argumenten over de vrouw en twee die u tijdbepaald noemt. Dan stelt u dat de Bijbelse argumenten zijn weg te poetsen op basis van de tijdbepaalde. Waarom niet omgekeerd?”
11.05 uur – Hervatting en derde ronde
De deputaten lichten het derde bespreekpunt toe: context, cultuur en hermeneutiek. Deputaat H. van Leeuwen citeert theoloog Maarten Wisse (VU) die stelt dat het in de synodevergadering niet in de eerste plaats gaat om of de GKV vrouwen in de ambten toelaat, maar of de kerk erkent dat ze op het punt staat nieuwe wegen in te slaan in de omgang met de Bijbel.
Van Leeuwen stelt dat het nodig is om de confrontatie tussen de Bijbel en huidige cultuur te bespreken. Hij stelt dat in de kritische reacties op het rapport „de kloof tussen kerk en maatschappij als het gaat om de vrouw, genegeerd wordt. Dat was bij Paulus niet zo.” De deputaten wijzen de suggestie af dat ze een nieuwe hermeneutiek willen invoeren.
Deputaat D. A. C. Slump zegt er bezwaar tegen te hebben dat de cultuur overheerst in het rapport. „De kerk is gebouwd op het fundament van de apostelen en de profeten. Dat betekent dat Paulus ook richting geeft voor de gemeente van nu.” Hij benoemt dat bekende gemeenten, zoals die van ds. Orlando Bottenbleij in Drachten en van Tim Keller in New York, ook alleen mannen in de raad van oudsten hebben. Slump stelt dat die gemeenten „er niet van beschuldigd kunnen worden dat ze geen interactie met de cultuur aangaan”, en toch vasthouden aan de leidinggevende rol van mannen in de ambten.
10.45 uur – Pauze
De synode houdt een koffiepauze van een kwartier.
10.40 uur – Tweede ronde vragen synodeleden
In een tweede ronde gaan twee afgevaardigden in op bespreekpunt 2: de vraagstelling van het rapport. S. Poutsma (Hoogeveen) wil liever geen hermeneutische discussies op de synode, maar geeft de voorkeur aan een geloofsgesprek over wat de waarden die Christus laat doorklinken in de Bergrede, betekenen voor onze tijd. In het stellen van normen moeten kerken volgens hem vandaag de dag even flexibel omgaan met de cultuur als Paulus dat deed in zijn tijd.
Preses dr. Voorberg draagt de leiding over aan de assesor en vraagt zich af of de deputaten niet te sterk formuleren op twee punten, „daardoor komt u met een conclusie die verder gaat dan wat de Bijbel leert en zegt dan: zo’n positie is nu niet meer houdbaar.” Dr. Voorberg meent dat de deputaten zeggen dat de Bijbel vrouwen ondergeschikt acht aan mannen en dit koppelen aan een rangorde. Op grond van 1 Korinthe 15:28 vraagt dr. Voorberg zich af of hier niet sprake is van een volgorde, geen rangorde. „In de tweede plaats stelt u dat de vrouw geen onderwijs mag geven. Naar mijn overtuiging leert de Schrift dat ze dat niet mag in de eredienst, zo lezen we in 1 Timotheüs 2 en 1 Korinthe 14.” Hij vraagt zich af of de deputaten er zich niet te makkelijk van afmaken als ze het leren door vrouwen veralgemeniseren en loskoppelen van de eredienst, en vervolgens stellen dat dat onderscheid tussen man en vrouw niet meer van deze tijd is. Dr. Voorberg vraagt de deputaten om een reactie daarop.
10.35 uur – Reactie deputaten
Deputaat H. van Leeuwen stelt dat de deputaten zich niet pragmatisch van de ‘kwestie’ willen afmaken door te stellen: we komen er in de kerk niet uit over het thema vrouw in de kerk, dus laten we een praktische uitweg kiezen. „Als we als gereformeerde christenen vragen moeten beantwoorden, willen we dat niet doen zonder Bijbel.” Hij stelt bovendien dat de deputaten geen wetenschappelijke studie hebben geschreven zonder dat er op het grondvlak van de kerk problemen zijn rond de positie van de vrouw.
Deputaat D. A. C. Slump zegt dat de discussie in het deputaatschap niet gaat over exegese van Bijbelgedeelten over de rol van man en vrouw in de kerk, maar over de hermeneutiek: de zeggingskracht van deze teksten voor vandaag.
10.25 uur – Eerste bespreekronde
In de eerste ronden reageren verschillende afgevaardigden op het punt van Opdracht, uitvoering, voorgeschiedenis en samenhang van het rapport.
Een aantal afgevaardigden laat doorschemeren positief te staan tegenover de komst van vrouwelijke ambtsdragers. Afgevaardigde J. van Leeuwen (Monster) ziet dat in het kader van Pinksteren als een vervulling van de profetie uit Joël 3: ”Uw zonen en dochters zullen profeteren.”
Ds. W. L. de Graaff spreekt namens de afgevaardigden uit Groningen en heeft een tegenovergestelde mening: Hij vraagt zich af of het „ongemak” dat de deputaten signaleren over de positie van de vrouw in de kerk „wordt weggenomen door Paulus iets anders te laten zeggen dan wat de tekst zegt? En hebben deputaten zich aan de opdracht gehouden door niet te differentiëren in ambten, terwijl de Schrift daarover wel iets te zeggen heeft?” Hij doelt hiermee op het punt dat de deputaten niet argumenten voor of tegen het dienen van vrouwen in afzonderlijke ambten formuleren.
Preses ds. P. L. Voorberg, die de leiding van de vergadering tijdelijk overdraagt aan assesor K. Wezeman, stelt dat de deputaten onvoldoende ingaan op het feit dat de GKV decennialang op basis van de Bijbel tégen vrouwelijke ambtsdragers waren. Hij noemt het „kerkrechtelijk niet juist” dat deputaten in hun rapport hieraan geen aandacht besteden.
10.15 uur – Toelichting deputaten
Deputaat H. van Leeuwen geeft een toelichting op het rapport namens de deputaten, deputaat D. A. C. Slump licht kort toe hoe hij tot een minderheidsstandpunt kwam.
De synode heeft vijf bespreekpunten geformuleerd, die overigens niet publiek zijn gemaakt. De eerste is aldus de preses: Opdracht, uitvoering, voorgeschiedenis en samenhang van het rapport.
Volgens de deputaten zijn er 144 vragen gesteld door de synodeleden. Van Leeuwen: „De tijd ligt al een tijdje achter ons dat vrouwen een achtergestelde positie hebben. Denk aan stemrecht vrouwen, handelingsbekwaamheid: Zowel binnen- als buiten de kerk bestaat er dan ook onbegrip dat vrouwen niet in de ambten kunnen dienen.”
Van Leeuwen stelt dat de beeldvorming rond het rapport niet altijd gelukkig is geweest: „Er is verschil tussen de beeldvorming en wat we werkelijk voorstellen. Wat rondzingt is dat wij voorstellen de ambten open te stellen. Wat wij echter stellen is: die visie mag bestaan, dat past binnen de bandbreedte van wat gereformeerd is. Er moet nog worden gekeken naar de consequenties van het aanvaarden van die visie.”
Deputaat D. A. C. Slump zegt niet gedacht te hebben dat hij met een minderheidsstandpunt zou moeten komen. Hij stelt dat hem niet overtuigend gebleken is dat er ruimte is om af te wijken van de instructies die Paulus geeft op het punt van vrouwen in de kerk.
10.00 uur – Aanvang bespreking
Preses dr. P. L. Voorberg introduceert de bespreking van het rapport Mannen en vrouwen in dienst van het evangelie. Daarop is in de periode voorafgaand aan de synode al veel gereageerd, stelt hij. „Er is nogal wat kritiek in binnen- en buitenland. Daar kregen we als synode al goed mee te maken bij de buitenlandweek. Het legde een schaduw er over. Het viel voor ons als synode niet mee. Maar ik denk dat het voor de deputaten ook niet meeviel.”
Dr. Voorberg stelt dat de deputaten nu voor het eerst publiek inhoudelijk reageren. „Als synode hechten we zwaar aan dit onderwerp. We hebben er een ‘hei-sessie’ aan gewijd.”
De preses licht de wijze van bespreking toe: Vrijdagmorgen is er eerst een opiniërende ronde. Een commissie van synodeleden heeft een notitie geschreven die het uitgangspunt vormt voor de vergadering van vanmorgen. Deze notitie, die niet openbaar is gemaakt, clustert volgens de preses de schriftelijke vragen die afgevaardigden hebben gesteld en die door de deputaten zijn beantwoordt.
9.30 uur – Opening
De synodevergadering wordt geopend met Schriftlezing en gebed door afgevaardigde B. Zuidhof uit Dalfsen. De afgevaardigden zingen onder meer Psalm 25:2, Gezang 99 (”U zij de glorie”) en het ”Kruispuntlied”, een lied uit een bundel die in de kerk van Dalfsen gehanteerd wordt en de wijs van Psalm 105 gebruikt. De Bijbelgedeelten die gelezen worden hangen samen met het thema ”kruispunten”: Jeremia 6:16a, Jeremia 42:1-6 en Johannes 14:1-6. Zuidhof: „Op een kruispunt moet je kiezen. Als je de verkeerde richting opgaat en het navigatiesysteem zegt: maak een u-bocht, dan gaat dat lastig met een last achter je.” Hij wijst ook op de vraag die Jeremia krijgt van de bevelhebbers naar wat hen te doen staat. „Als we naar Hem luisteren zal het goed gaan. Soms moeten we ons dan omkeren.” Vervolgens wijst Zuidhof op Jezus Christus, die de kruisweg ging en van Zichzelf zei: „Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.”