De vestiging van de bijzondere leerstoel is een gezamenlijk initiatief van het Prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut (Amersfoort) en de TUK.

Zowel voorzitter Ab Berger van het Lindeboom Instituut als Jan de Jong, bestuurder van de TU, is ingenomen met het synodebesluit. Berger: „Medisch-ethische onderwerpen raken ons allemaal, christenen en niet-christenen. Denk aan onderwerpen als kosten van de zorg, euthanasie, overbehandeling of onderzoek dat onze toekomstige kwalen voorspelt. Deze ingrijpende thema’s vragen om wetenschappelijke en theologische doordenking. Doel is om op basis van academische reflectie en de normen die we uit de Bijbel kunnen afleiden een zinvolle, christelijk doordachte bijdrage te leveren aan het publieke debat over deze onderwerpen.”

De komst van de leerstoel past volgens De Jong goed in het profiel van de universiteit. „De leeropdracht van de nieuwe hoogleraar sluit goed aan bij het onderzoeksprogramma rond publieke theologie van de ethicus aan de TUK, prof. dr. Ad de Bruijne. De publieke theologie is één van de speerpunten van onze universiteit.” De Jong stelt dat de leerstoel vooral kerken en christenen wil helpen in het verdiepen van hun kijk op deze onderwerpen. „Zowel bij predikanten als bij christelijke scholen en organisaties bestaat daar duidelijk behoefte aan.”

De leerstoel wordt gevestigd namens het Prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut, met ondersteuning vanuit Reliëf, christelijke vereniging van zorgaanbieders, de Nederlandse Patiënten Vereniging, ForumC, forum voor geloof, wetenschap en samenleving, Pro Life Zorgverzekeringen, de Stichting voor Christelijke Filosofie en de TUK. De Lindeboom Leerstoel werd eerder bezet door prof. dr. Jochem Douma en prof. dr. Henk Jochemsen.

De betrokken partijen zullen zich nu kunnen gaan richten op de bezetting van de leerstoel. Het streven is dat de leerstoelhouder wordt benoemd voor een periode van vijf jaar en dat de werkzaamheden beginnen bij aanvang van het collegejaar 2014. Tijdens het synodeberaad werd wel gerept van een kandidaat „van PKN-huize”, zoals een van de rapporten dat uitdrukt. In de statuten van de TUK is het mogelijk dat in geval van een dringende vacature iemand van buiten de GKV een leerstoel van buitengewoon hoogleraar bekleedt. Maar, zo vroeg ds. L. W. de Graaff, is hier sprake van een vacature als de leerstoel er nog moet komen?

Ds. J. Ophoff, voorzitter van de raad van toezicht van de TUK, stelde dat de reden van het in werking treden van de uitzonderingsclausule ligt in de samenwerking met andere organisaties. „Het potentieel voor dit specialisme is niet zo groot. We zijn daarom blij als we iemand kunnen vinden die bekwaam is voor deze functie en die we straks van harte kunnen gaan benoemen.”

Ab Berger zegt desgevraagd dat het bestuur van het Lindeboom Instituut wel bezig is met iemand, maar dat daarover pas over ongeveer drie maanden meer bekend is.

Mr. A. Niemeijer, die de synodevergadering leidde, noemde de instelling van de bijzondere leerstoel een belangrijk moment in de geschiedenis van de TUK. „Het is een voortgaan op de weg die al door prof. J. Douma is ingeslagen. Het is een mooi moment om te zien hoe zijn werk nu voortgang kan vinden. Het werk van het Lindeboom Instituut dat in het verleden veel aandacht heeft gekregen maar recent meer in een uithoek is gekomen, komt hiermee weer in het centrum. Het is mooi dat onze universiteit hierin een rol kan spelen.”