CDA wil af van pensioensubsidie van jong naar oud
DEN HAAG. Jongeren moeten in de toekomst niet langer de pensioenen van ouderen subsidiëren.
Dat stelt het Wetenschappelijk Instituut (WI) van het CDA in een dinsdag verschenen studie naar een toekomstbestendig pensioenstelsel.
Op dit moment vindt er in de meeste pensioenregelingen nog een „verborgen overdracht” plaats van jongeren naar ouderen via de zogeheten doorsneepremie. Die houdt in dat alle deelnemers dezelfde pensioenpremie betalen voor dezelfde pensioenopbouw. Omdat de euro’s die jongeren inleggen aan premie echter veel langer renderen dan bij ouderen, betalen zij zo feitelijk te veel premie. Dat is vooral een probleem nu werknemers vaker dan vroeger tijdens hun loopbaan van werkgever of bedrijfstak veranderen.
Om te voorkomen dat „jongeren zich in toenemende mate afkeren” van een pensioenstelsel dat hen dupeert, wil het WI het stelsel daarom moderniseren. Naast afschaffing van de doorsneepremie pleit ze ervoor om elke werknemer een eigen pensioenrekening te geven, waarop werkgevers een vaste premie storten. Die individuele pensioenrekeningen moeten volgens het WI wel collectief door pensioenfondsen worden uitgevoerd, om een zekere mate van solidariteit (zoals rond het langlevenrisico en het nabestaandenrisico) te kunnen behouden.
Onlangs becijferde het Centraal Planbureau al dat door de doorsneepremie werknemers gemiddeld 6,5 tot 8 procent aan pensioen mislopen. De kosten voor een overgang naar een ander systeem kunnen volgens het CPB echter oplopen tot zo’n 100 miljard euro. Het WI noemt een overgang, mits over een aantal jaren uitgesmeerd, echter „behapbaar”.
Naast een collectieve uitvoering van de pensioenregeling wil het WI ook de verplichte aansluiting van bedrijven bij bedrijfstakpensioenfondsen handhaven, zodat pensioenen onderdeel blijven uitmaken van de cao-onderhandelingen. Wel stelt ze dat het mogelijk moet worden dat cao-partijen kunnen kiezen tussen concurrerende pensioenuitvoerders.