Commentaar: Kerkbouw kan vaak nog heel wat duurzamer
Rentmeesterschap is een onderwerp dat ook in de gereformeerde gezindte belangrijk wordt gevonden. En toch staan reformatorische christenen nu niet direct als bijzonder ”groen” te boek. En dat is niet goed. Want het goed beheren van de schepping is óók een taak die christenen serieus hebben te nemen. Als we met Psalm 24 zingen dat alles op aarde het wettig eigendom des Heeren is dan, geldt dat bijvoorbeeld ook voor het gebouw waarin die psalm gezongen wordt.
Architecten meldden in deze krant dat ook in de gereformeerde gezindte duurzame kerkbouw steeds vaker op de agenda komt te staan. Er zijn gemeenten die op het dak van hun nieuwe kerkgebouw zonnepanelen plaatsen om zo een deel van de energie die het gebouw verbruikt zelf te kunnen opwekken. Er zijn kerken die de oude lampen vervangen door energiezuinige lichtbronnen en zo tientallen procenten besparen op hun energierekening.
Toch zal menig kerklid nog een beetje bedenkelijk kijken als op een bouwvergadering een van de aanwezigen het thema duurzaamheid op de agenda zet. En juist zo’n bedenkelijk gezicht geeft te denken. Want eigenlijk moest dat voor een bouwcommissie vanzelfsprekend een punt zijn in het eisenpakket. Een kerk heeft in deze zaken een voorbeeldfunctie.
Hoe bouwen we de nieuwe kerk op zo’n manier dat ook de bouw duurzaam is en het milieu zo min mogelijk wordt belast? Hoe gebruiken we het gebouw op zo’n manier dat er zo weinig mogelijk energie wordt vermorst? Hoe beheren we op een goede manier de grote kerkzaal, die alleen op zondag wordt gebruikt en verder de hele week leeg staat? Is een dure en energieverslindende airco-installatie echt nodig voor die paar warme dagen in het jaar, of zijn er ook andere manieren om het klimaat in de kerkzaal aangenaam te houden in de zomer? En kunnen de zonnepanelen op het dak misschien ook energie leveren aan de buurt?
Terecht wijzen alle bouwers erop dat de eerste vraag van kerkbestuurders moet zijn hoe ze door het aanbrengen van bijvoorbeeld isolatie energie kunnen besparen. Pas daarna kan er gekeken worden naar andere zaken, zoals het plaatsen van zonnepanelen.
De werkelijkheid is altijd weerbarstiger dan de theorie. Zo eerlijk moeten we ook zijn. Hoe beheer je een oude, monumentale dorpskerk op een duurzame manier? Gelukkig is het niet voor iedere gemeente, gezien het aantal kerkgangers, mogelijk een soort ”winterkerk” in het koor te realiseren. En soms kan nog net het onderhoud van de monumentale kerk opgebracht worden door de gemeente, maar is er echt geen geld voor verdere investeringen.
Als we het trouwens over duurzaam bouwen hebben, komen onze monumentale kerkgebouwen er, met hun hoge leeftijd, wel goed vanaf. Zeker als je bedenkt dat het waar is wat een architect zegt dat ook schoonheid duurzaam is.
Dat geldt natuurlijk niet minder voor nieuwe kerken. Ook die mogen de ogen gerust strelen. Maar dat ontslaat niet van de plicht om ook praktisch naar duurzaamheid te kijken. En op dat gebied kunnen er vaak nog heel wat stappen worden gezet.