Cultuur & boeken

Spotlight: John Grisham over gerechtigheid

John Grisham schreef binnen 
25 jaar zijn vijfentwintigste boek, en we mogen ernaar raden hoeveel hij met dat werk verdiend heeft – de laatste schatting van zijn inkomen ligt rond de 18 miljoen dollar per jaar. Maar wat niet iedereen weet: deze bestsellerauteur noemt zichzelf christen en laat dat soms ook blijken.

Enny de Bruijn
30 December 2013 13:24Gewijzigd op 15 November 2020 07:57
De kloof tussen blank en zwart speelt een grote rol in Grishams werk, onder meer in ”A Time to Kill” (waarvan afgelopen najaar een musicalversie gemaakt werd). Beeld atimetokillonbroadway.com
De kloof tussen blank en zwart speelt een grote rol in Grishams werk, onder meer in ”A Time to Kill” (waarvan afgelopen najaar een musicalversie gemaakt werd). Beeld atimetokillonbroadway.com

Grisham (1955) groeide op in een gezin van overtuigde Southern Baptists in het zuiden van de Verenigde Staten. Zijn vader was bouwvakker en katoenkweker, de familie verhuisde vaak, maar vestigde zich uiteindelijk in het stadje Southaven in Mississippi – een stadje zoals er zo veel als decor fungeren in Grishams boeken.

Het eerste wat zijn ouders na elke verhuizing deden, zo vertelde Grisham ooit in een interview met Christianity Today, was zich aansluiten bij de plaatselijke kerk en de plaatselijke bibliotheek. Zijn moeder hield er niet van dat de kinderen televisie keken, en dus werd er gelezen, veel gelezen. Boeken van John Steinbeck bijvoorbeeld, door wie Grisham zegt beïnvloed te zijn.

Toch had hij als kind zeker niet het verlangen om schrijver te worden. Hij ging rechten studeren, en werkte een jaar of tien als jurist. Dat werk was het, waardoor hij uiteindelijk aan het schrijven raakte. In 1984 zag hij in de rechtszaal de emotionele verklaring van een 12-jarig slachtoffer van een verkrachting. Het verhaal raakte hem zo, dat hij in zijn vrije tijd aan een roman begon te werken waarin hij beschreef wat er gebeurd zou zijn als de vader van het meisje haar aanvallers vermoord zou hebben.

Het resultaat was ”A Time to Kill” (”De jury”), een boek dat eerst door tientallen uitgevers werd afgewezen voordat het in 1988 werd gepubliceerd. Het werd geen onmiddellijk succes, maar nadat Grishams tweede en derde boek bestsellers waren geworden, strekte de belangstelling zich natuurlijk achteraf ook uit naar zijn eersteling.

Wat ”A Time to Kill” tot een sterke thriller maakt, is niet alleen de spanning rond de vraag hoe het verhaal zal aflopen, maar ook de spanning tussen blank en zwart – latent racisme speelt zelfs vandaag nog een grote rol in het Amerikaanse zuiden. Wat zal er gebeuren als een jury van twaalf blanke mensen een oordeel moet uitspreken over een zwarte man?

In zijn eerste boek worden meteen een paar belangrijke kenmerken van Grishams werk zichtbaar. Hij kiest voor een duidelijk genre, de juridische thriller, hij houdt ervan om maatschappelijke problemen te beschrijven en onrecht aan de kaak te stellen, en zijn werk is veel minder heftig qua taalgebruik en expliciete scènes dan dat van andere thrillerschrijvers.

Niet dat de christelijke boodschap ervan afstraalt, want, zoals Grisham zelf zegt, hij is wel een christen die romans schrijft, maar geen christelijke schrijver die eropuit is christelijke literatuur te produceren. Dat betekent dat zijn hoofdpersonen soms wel, maar soms ook niet naar de kerk gaan, soms behoorlijk grove taal gebruiken, soms talrijke echtscheidingen achter de rug hebben, soms verwikkeld zijn in de meest absurde relaties, soms misdaden begaan of zelfmoord plegen.

Grisham beschrijft in feite het leven zoals dat tijdens een proces voor de rechtbank zichtbaar wordt. Maar hij is niet uit op sensatie zoals menige andere thrillerschrijver, hij laat het bloed niet van de pagina’s druipen en grossiert niet in sensuele scènes of huiveringwekkende martelpraktijken. Hij beschrijft de mensen in een klein stadje, de families, de conflicten, de achtergrondverhalen, en de rechtszaak waar alles om draait.

Soms gebeurt dat heel wijdlopig, met vreselijk veel details, soms een beetje voortkabbelend zonder al te diep te spitten qua psychologie of karaktertekening – al blijven zijn personages een stuk levendiger dan die van de thrillerschrijvers die vandaag de Nederlandse christelijke boekhandel bevolken. Maar het is zoals Grisham zelf een paar jaar geleden schreef: „Mijn doelstelling is om de lezer ertoe aan te zetten zo snel mogelijk de pagina’s om te slaan. Het ontrafelen van de complexiteit van de menselijke ziel en karaktertekening leiden de lezer enkel maar af.”

Maar wat Grisham wél doet, is volop aandacht geven aan morele vraagstukken. Ook daarvoor is de rechtbank immers het terrein bij uitstek. Dus gaan zijn boeken over daklozen, over de doodstraf, over ziektekostenverzekering, over goede en slechte relaties, over toestanden in de gevangenis, over discriminatie en de kloof tussen blank en zwart. Grisham leert zijn lezers dat er gerechtigheid bestaat en dat de wereld die nodig heeft. Dit is een schrijver die –letterlijk– in het dagelijks leven zondagsschoolles heeft gegeven, die op z’n achtste een bekeringservaring had, en die vindt: „Als ik dan de beschikking heb over een zeepkist, dan is het minste wat ik kan doen die ook af en toe gebruiken.”

Om zijn zilveren schrijversjubileum te vieren keerde Grisham dit jaar terug naar de personages uit zijn eerste boek. Ze zijn allemaal een paar jaar ouder geworden, maar verder zijn ze weinig veranderd. Advocaat Jack Brigance krijgt op een ochtend met de post het handgeschreven testament van een man die de dag tevoren zelfmoord gepleegd heeft. Hij onterft zijn kinderen en laat vrijwel zijn hele, aanzienlijke vermogen na aan de zwarte vrouw die de voorafgaande jaren zijn huishoudster was. Waarom hij doet – dat is het geheim van het verhaal. Grisham heeft er 480 bladzijden voor nodig om alle achtergronden van de familiegeschiedenissen van alle partijen uit de doeken te doen, en pas aan het eind van het verhaal vallen de puzzelstukjes op hun plaats. Zoals het hoort bij een spannende thriller.

Een boek als dit laat geen diepe indruk na qua inhoudelijke inzichten of literaire kwaliteiten. Maar de sfeer blijft hangen: de rechtbank, de jury –deze keer tien blanken, twee zwarten–, de zwarte huishoudster met haar klaplopende familieleden, de ontevreden rijke blanken die hun erfenis mislopen. Misschien is dat ook veelzeggend genoeg voor de praktijk van alledag.


”De erfgenaam”, John Grisham; uitg. A. W. Bruna, Utrecht, 2013; ISBN 978 94 005 0355 7; 480 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer