„Het Urker dialect klinkt heel melodieus”
Op de vraag wat mooi is aan het Urker dialect volgt zonder enige aarzeling: „De melodie.” „Het Urkers kent ook niet van die harde klanken. Daarom klinkt het zingen in het dialect prachtig.”
Klaas Johannes Romkes en Gerrit Pasterkamp houden zich intensief bezig met het Urker dialect. „Noem het geen Urks, wij spreken Urkers.” Romkes is voorzitter van de plaatselijke dialectkring en van de Stichting Urker Taol. „Gerrit zit daar ook in. We vormen een soort twee-eenheid.”
Een kring en een stichting voor hetzelfde dialect met daarin dezelfde mensen komt wat vreemd over, maar Romkes kan het uitleggen: „We hadden de Urker dialectkring, waar ik de oprichter van was. Daar sloten zich mensen bij aan die van de Urker taal houden en het leuk vinden om een avond te organiseren waar dan een Urker verhaaltje wordt voorgelezen.”
Romkes wilde meer. „Ik wilde de Urker taal onderzoeken. Van de dialectkring hoefde dat niet zo nodig. Bij mij ontstond het idee toen we vorig jaar het archief van meester Tromp de Vries in handen kregen.”
Pasterkamp: „Tromp de Vries was een onderwijzer in Urk die zich zijn hele leven met de Urker taal heeft bezig gehouden. Wij wilden alles wat hij heeft geschreven digitaliseren, zodat het voor iedereen toegankelijk is.”
Om dat voor elkaar te krijgen richtten Romkes en Pasterkamp een stichting op en gingen ze geld inzamelen. Van al het geld dat binnenkwam liet de stichting een website bouwen. „Nu zijn we bezig met het vullen van die website”, vertelt Romkes. „Dat doen we twee dagen in de week.”
Die twee dagen zitten Romkes en Pasterkamp meestentijds in een kamer van het gemeentehuis. In hun kantoor scannen ze onder andere teksten van meester Tromp de Vries en maken daar pdf-bestanden van. „De bedoeling is dat onze website uiteindelijk alles biedt over de Urker taal, cultuur en geschiedenis.”
U standaardiseert het Urker dialect. Wat houdt dat in?
Romkes: „We leggen de regels voor de grammatica vast en de Urker woorden schrijven we op. Met dat opschrijven van de woorden leg je de spelling vast.”
Pasterkamp: „Wij zouden graag zien dat iedereen dezelfde spelling hanteert. Wat je nu ziet is dat iedereen het opschrijft zoals je het uitspreekt. Onze Facebookpagina telt 1800 vrienden. Ik denk dat ze stuk voor stuk een verschillende schrijfwijze van de woorden hebben.”
„Wie zegt nu wat de juiste schrijfwijze is?
Pasterkamp: „De juiste schrijfwijze is een arbitraire zaak. Meester Tromp de Vries hanteerde een manier van schrijven met streepjes en puntjes. Dat was veel te lastig.”
Romkes: „De schrijfwijze van de medeklinkers is eenvoudig, het zijn de klinkers die hoofdbrekens kosten. Toen wij voor elke klinker een letter of lettercombinatie kozen, waren we eruit.”
Pasterkamp: „Wij hebben bijvoorbeeld korte en lange klinkers: ”kieken” en ”kieeken”. De korte variant betekent ”kijken” en de lange ”keken”. Wij kennen heel veel lange klinkers. Dat maakt dat ons dialect heel melodieus klinkt. Dat is het Fries bijvoorbeeld niet. Niet dat het een slechte taal is, maar het zingt niet.”
Romkes: „Het Fries lijkt een machinegeweertaal. Elk woord wordt als het ware afgeschoten.”
Wat is voor u het mooiste Urker woord?
Romkes: „Zo ongeveer het oudste woord ken ik wel: ”taote”, vader. Dat stamt nog uit het Keltisch.”
„Pasterkamp: Ik vind ze echt allemaal even mooi.”
Romkes: „We kennen een woord waarvan niemand weet waar het vandaan komt: ”esselaor”. Dat betekent ”knikker”. Vroeger had je als kind een zak ”esselaors”.”
U hebt delen van de Bijbel in het dialect vertaald. Daar zal niet iedereen op Urk het mee eens zijn.
Romkes: „Urkers zijn in dat soort dingen redelijk soepel. Die reageren van: „Je doet dat maar, maar ik gebruik die vertaling niet.”
Pasterkamp: „Het is echt een duidelijke trend om de Bijbel in het dialect vertalen. De Groninger en de Twentse Bijbel zijn klaar. In Drenthe zijn ze er mee bezig.”
Romkes: „We leggen ook uit waarom de vertaling is zoals hij is. Net als het Hebreeuws kent het Urkers geen beleefdheidsvorm. ”U” kennen we niet.”
Sommigen vinden het oneerbiedig als de Heere met ”je” wordt aangeduid.
Pasterkamp: „Anderen vinden het juist mooi, omdat God dan heel dichtbij komt. Als het Urkers je moedertaal is vallen de woorden in je hart.”
Dit is het derde deel in een serie van acht over dialecten.
Enkele woorden in het Urkers
Uitdrukkingen
Je moren je dood: Je werkt hard, zonder dat je iets opschiet.
Wannaar moet jie ruujen? Wanneer komt jouw vrouw in de kraam? De Urker kindertjes worden volgens een legende door vader met een roeibootje opgehaald uit de Ommelebommelstien, een enorme zwerfkei vlak voor de kust van Urk (ruujen = roeien).
Als de iene koe skit, tilt de angere de start op: Elkaar nadoen.
Zie is zo groos as een ouwe bessem: Zij is zo trots als een pauw.
Ik bin zo loove as een kikker: Ik ben erg moe.
Woorden
bessien: grootmoeder
beddezeiker: pissebed
bream: bromvlieg
briebel: snotneus
buie: vriend, kameraad
eek: azijn
ellege: scheepswerf
esseloar: knikker
gier: uier
ginkien: steegje
kip doen: tikkertje spelen
kolle: voorhoofd
kreuzeböllems: kruisbessen
kruuluul: kruiwagenwiel
lare: catechisatie
mins: (getrouwde) vrouw
ouwe mins: schat (aanspreektitel van echtgenote)
mogge: vlieg
mooijen: pubermeisje
muutjen: tante
narrem: arm
oalebessems: aalbessen
ossebosse: schommel
pollemetoasie: (verre) familie
pinnevoegel: vlinder
poes: zoen
skallebieter: oorwurm
slikken: likken
slokken: slikken
snoar: schoonzus
tie: teen