In de rouwdienst ging ds. C. J. Meeuse voor. Hij sprak over Psalm 91:16: „Ik zal hem met langheid der dagen verzadigen, en Ik zal hem Mijn heil doen zien.”

Ds. Boogaard verlangde ernaar de Koning groot te maken, die hij zozeer liefhad, zei ds. Meeuse. „Daar kwam ook zijn liefde voor het Joodse volk uit voort. Het is het volk waar de Heere Jezus uit voortgekomen is. Nu mag ds. Boogaard Hem zelf zien.”

Ds. G. J. van Aalst sprak namens de predikanten en noemde de overleden predikant zijn „vaderlijke vriend.” Hij kenschetste ds. Boogaard met: ijverig woekeren met zijn talenten, eenvoudig en direct in zijn prediking, maar wel met diepgang, en samenbindend en eenvoudig in zijn levensopenbaring.

Ouderling J. W. van Dijke sprak namens kerkenraad en gemeente van Leiderdorp. Hij noemde het een groot voorrecht dat ds. Boogaard dertig jaar lang in Leiderdorp het Woord bediend heeft. „Hij was onze geliefde leraar die zich van Godswege hier geplaatst wist. De prediking van Gods Naam was zijn grote liefde.”

Bij het graf sprak ds. A. B. van der Heiden, die hem „een echte vriend van de Bruidegom” noemde. „Hij wees altijd af van zichzelf, maar heen naar de gezegende Christus. Nu mag hij rusten in de slaapkamer waar Jezus zelf geslapen heeft. Nu ligt hij in het stof. Straks wordt hij opgewekt in heerlijkheid.”