Henk, Harrie en Corn Sok: drie broers op de CGK-synode
NUNSPEET. Onder de christelijke gereformeerde synodeleden die deze week vergaderen in de Nunspeetse Oenenburgkerk, zijn drie broers: ds. Harry Sok, Henk Sok en Corn Sok. Een unicum én aanleiding voor een hoop grappen. „In de eerste vergaderweek ging het steeds over de drie Sokken.”
Na de lunch is er tijd voor een gesprek en om op de foto te gaan. De broers stellen zich voor in de kerk op en blikken vriendelijk in de lens. Verschillende synodeleden komen aanlopen en voorzien de poseersessie van commentaar. Ds. A. Th. van Olst pakt zijn smartphone en twittert een foto. „Staan jullie op leeftijd of op ligging?” grijnst hij. „Op gewicht”, repliceert Henk. „Ik ben de zwaarste.”
Zwaar of niet, Henk (55) is in elk geval de oudste van de drie. Hij heeft een eigen bedrijf, woont in Winsum en is ouderling in Ulrum. Harry (53) is predikant in Opperdoes en Corn (50) is ouderling in Nieuw-Balinge en bezit eveneens een eigen bedrijf.
Humor
Dat er zich drie broers onder de afgevaardigden bevinden, zou weleens een unicum kunnen zijn, denken ze. Al zijn de drie Velema’s hen wellicht voorgegaan: ds. J. H. Velema, prof. dr. W. H. Velema en ds. K. J. Velema.
„De aandacht luwt nu wel wat”, zegt Harry, „maar in de eerste synodeweek ging het steeds over de drie Sokken. Mijn broers presenteren zich wel zo dat ze opgemerkt worden, door een stuk humor in de vergadering te brengen, maar dat wordt ook een beetje gevoed doordat mensen op ons af komen. Ze vinden het toch wel apart.”
Henk: „We mengen serieuze zaken graag met humor, ja.”
Corn: „Tijdens de synode hebben we allemaal een taak. Henk kan lang praten, ik neem graag besluiten en Harry is van de theologische beschouwingen.” Ze lachen.
Henk, nu serieus: „We hebben alle drie een sterke band met de Christelijke Gereformeerde Kerken.”
Corn: „Je kunt rustig zeggen dat we voluit CGK zijn.”
Harry: „We zijn in deze kerk opgegroeid. Ze is ons lief, door de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking en de manier waarop het geloof beleefd wordt. Daarmee bedoel ik: het wel te hebben en tegelijk niet te hebben.”
Henk: „Maar we zijn beslist niet kerkistisch. Alsof alleen de CGK het maar zou zijn.”
Harry: „Als je ds. A. J. Mensink, de voorzitter van de Gereformeerde Bond, hoort spreken op de synode, word je warm vanbinnen.”
De liefde voor de kerk kregen de broers van huis uit mee. „Niet om de kerk op zichzelf”, geeft Henk aan, „maar omdat daar dingen verkondigd worden die van wezenlijk belang zijn voor je leven. We zagen dat het geloof betekenis had in het leven van onze ouders.”
Zou dat de reden kunnen zijn dat de broers alle drie afgevaardigd zijn? Harry: „Het hele kerkelijke leven heeft onze interesse. Dat heeft er wellicht in geresulteerd dat we allemaal ambtsdrager zijn geworden.”
Corn: „Dat heeft zeker ook met leiding te maken. De menselijke kant is: we doen snel onze mond open en dan ben je snel in beeld, bijvoorbeeld tijdens vergaderingen van de classis en de particuliere synode.”
Harry: „We waren vroeger niet alleen serieus maar ook heel levenslustig. We deden aan allerlei dingen mee. „Pas maar op dat je er niet te veel in opgaat”, zei pa dan. Dat bleef bij mij hangen.”
Henk: „Dat levenslustige hebben we nog. Dat mag ook. Geloven is niet alleen somberheid. Geloven is geweldig.”
Corn: „We hebben de mooiste toekomst die je je maar bedenken kunt.”
Henk: „Dat we hier samen zijn, voelt heel vertrouwd. We denken weleens verschillend, maar dat mag.”
Harry: „Het is niet zo dat we elkaar opzoeken en vragen: „Hoe denk jij hierover? Hoe ga jij reageren?” Toevallig zitten Corn en ik beiden in de commissie verkondiging en Henk en Corn maken deel uit van dezelfde particuliere synode. Maar we hebben ons altijd volstrekt onafhankelijk van elkaar opgesteld.”
Corn: „We willen niet de schijn wekken dat we door overleg te plegen dingen willen sturen. We beoordelen dingen zelfstandig en brengen die zelfstandig in.”
Harry: „Ik dacht soms: nu denken ze vast dat we overlegd hebben, want we staan er precies hetzelfde in.”
Corn: „De relatie was al goed, maar dit geeft extra dimensie.”
Henk: „Zo hebben Harry en ik geconcludeerd dat Corn best wel meevalt.”
Corn: „Dit geeft aan dat zij een behoorlijk vooroordeel hadden. Ik ben het zwarte schaap.” Dan serieus: „Hier op de synode blijkt dat we echt broers zijn en over veel dingen hetzelfde denken.”
De ouderling uit Nieuw-Balinge is voor het eerst afgevaardigd. „Ik vind het geweldig. Je krijgt een inkijkje in het kerkelijk leven. Deze synode is een mooie, geestelijke synode. Besluiten worden in grote eensgezindheid genomen.”
Stemming
Henk: „Er is liefde voor elkaar en er wordt goed naar elkaar geluisterd. Wil je nog een anekdote horen?”
Harry: „Als je een voorstel indient moet dat de steun hebben van ten minste twee mensen, anders wordt het niet in stemming gebracht. Toen ik eens een voorstel inbracht, vroeg de voorzitter: „Wordt het gesteund?”
Henk: „Je zei: „Het wordt gesteund door ds. Kieviet, maar ik heb mijn twee broers hier ook zitten. Corn en ik staken daarop meteen onze hand op.”
Harry: „Later gaf ik een toelichting op het voorstel. Zij staken toen opnieuw hun hand in de lucht zonder dat er gevraagd was te gaan stemmen. Terwijl ik nog niet eens uitgepraat was.”
Henk: „De zaal lag plat.”
Corn: „Maar dat doen we niet nog een keer.”