Aartsbisschop Polycarpus over Syrië
Een keuze voor of tegen het regime van Assad maakt hij niet. Mor Polycarpus Augin Aydin, aartsbisschop van de Syrisch-Orthodoxe Kerk in Nederland, denkt in andere termen. „Ik focus me liever op een oplossing. Alleen een weg van dialoog en verzoening leidt tot een beter Syrië.”
toen
Ik kwam in 1971 ter wereld in een Turks dorpje bij Nisibis, vlak bij de grens met Syrië. Mijn ouders, lid van de Syrisch-Orthodoxe Kerk, gaven mij de naam Edip Aydin. Mijn jeugd was erg gelukkig. Ik ging met plezier naar de parochieschool en werd omringd door een liefdevolle familie. De kerk nam een belangrijke plaats in mijn leven in. Ik nam dagelijks deel aan het morgen-, middag- en avondgebed.
Op 11-jarige leeftijd mocht ik studeren aan het Syrisch-orthodoxe Mor Gabrielklooster in Midyat. Dat was een eer. De eerste maanden waren moeilijk. Ik miste mijn familie. Slechts één maand per jaar mocht ik naar huis. Maar na verloop van tijd voelde ik me thuis in het klooster. Het contact met pelgrims en toeristen uit de hele wereld vormde mij. Ik heb zelfs oud-president Carter van de Verenigde Staten rondgeleid.
Op 30-jarige leeftijd werd ik tot monnik gewijd. Zes jaar later benoemde patriarch Ignatius Zakka I in Damascus mij tot aartsbisschop van Nederland. Sinds die tijd draag ik de naam Polycarpus. Hij was bisschop van Smyrna, een plaats in Turkije, mijn geboorteland. Zowel in de westerse kerkelijke traditie als in de oosterse geniet hij groot gezag. Ik verblijf tegenwoordig in het klooster van St.-Ephrem de Syriër in Glane, vlak bij Enschede.
Van de situatie in Syrië weet ik vrij veel af. Het patriarchaat van de Syrisch-Orthodoxe Kerk bevindt zich in Damascus. Mijn zus is getrouwd met een Syriër. Er leven zo’n 170.000 Syrisch-orthodoxe christenen in Syrië. Christenen vormen in Syrië zo’n 10 procent van de bevolking. De Syrisch-Orthodoxe Kerk heeft er vier bisdommen: Aleppo, Damascus, Jazirah-Eufraat en Homs-Hama. Christenen in Syrië hadden het de achterliggende decennia beter dan christenen in Turkije. Ze hadden meer vrijheid, eigen scholen en universiteiten. Ook toen hoorde ik echter gruwelijke verhalen. Over jongeren die jarenlang in de gevangenis zaten en waar niemand ooit meer iets van had gehoord. Mensen waren bang om vrijuit te praten over de politiek. Uit angst voor represailles.
nu
Voor alle groepen is de situatie in Syrië nu verschrikkelijk. Ik heb regelmatig contact met religieuze leiders in Syrië of met Syriërs in Nederland. Een derde deel van de christenen is uit Syrië gevlucht. Een goede vriend van mij, aartsbisschop Yohanna Ibrahim van Aleppo, is samen met zijn Grieks-orthodoxe collega Bulus Yazigi in april ontvoerd. Bisschop Ibrahim beschikte over goede contacten in het Midden-Oosten en in de hele westerse wereld. Hij onderhield uitstekende relaties met politieke en religieuze leiders in Syrië, ook met moslims. Hij koos geen partij. Dé partij voor hem was Syrië. We hebben onbevestigde geruchten dat de twee nog in leven zijn. Maandag staat in Libanon een synode van alle Syrisch-orthodoxe leiders gepland. We zullen de zorgelijke situatie bespreken en voor Yazigi en Ibrahim bidden.
Ik focus mij liever op een oplossing dan op het aanwijzen van een schuldige aan alle ellende in Syrië. De situatie is daar te ingewikkeld voor. Ik heb beelden van de gifgasaanval in Damascus in de krant gezien. De Verenigde Naties moeten het bewijs leveren wie daar de opdracht voor heeft gegeven.
Een interventie door de VS is geen oplossing. Alleen de weg van dialoog en verzoening leidt tot vrede in Syrië en uiteindelijk tot een betere wereld. Ik denk aan de gelijkenis van de oudste en de jongste zoon. De vader wacht om zijn liefde te tonen. De jongste zoon komt tot inkeer, bij de oudste zoon draait het alleen om gerechtigheid. Dat is de vraag: willen wij deelnemen aan het feest of buiten blijven?
straks
De exodus van christenen uit het Midden-Oosten baart mij zorgen. Christenen zijn bruggenbouwers en zorgen voor stabiliteit in de regio. Als een christen op zijn post blijft, is dat een goed voorbeeld voor anderen. Zelf zou ik niet vertrekken. Het is goed om als geestelijke mensen liefde en hoop te geven.
Ik word de laatste tijd vaak gevraagd om commentaar op de situatie in Syrië. Mensen vinden mijn mening soms moeilijk te begrijpen. Ze willen wraak en gerechtigheid, maar ik wil hoop geven. De filosoof Kierkegaard zegt: „Het leven moet vooruit geleefd, maar achterwaarts begrepen worden.” Ik ben het met hem eens. God alleen moet oordelen, dat brengt betere vruchten voort dan dat wij dat doen. Dat geeft kansen op echte vrede.
Syrië leeft nu in de winter, maar spoedig breekt de lente aan. Hoe snel? Dat ligt eraan hoe snel mensen ruimte maken voor elkaar. God kan verrassende dingen doen. Juist in tijden van oorlog.
Over de toekomst van de kerk in Syrië maak ik me niet direct zorgen. Er blijven altijd christenen. Zelf zie ik het als mijn taak om de Syrisch-orthodoxe christenen in Nederland bij te staan. Voor hen ben ik naar Nederland gekomen. Er wonen zo’n 25.000 Syrisch-orthodoxen in Nederland. Dat aantal neemt wellicht in de toekomst toe door een toestroom van vluchtelingen.
Mogelijk keer ik nog eens terug naar het Mor Gabrielklooster in Turkije. Als ik zou mogen kiezen, geef ik de voorkeur aan het monastieke boven het bisschoppelijke leven. Als je in de wereld niet goed met iemand kunt opschieten, kun je diegene vermijden. In een klooster is dat niet mogelijk. De omgang met mijn broeders is een uitdaging voor mijn geestelijk leven.
Mijn droom voor Syrië is dat het eens een barmhartige moeder wordt die haar kinderen, die nu van haar zijn vervreemd, bij elkaar brengt. Een moeder die hun het goede laat zien en samen met hen een lied zingt om het leven te vieren.