Binnenland

Mijmeren bij de veerpont aan de Lek

KRIMPEN A/D LEK. Buurvrouw Van der Meide weet nog wat voor meisje Marjolein de Wit vroeger was. „Rustig, verlegen. Je floot mooi. En je had veel last van astma.”

Jacomijn Ariakhah
2 September 2013 07:12Gewijzigd op 15 November 2020 05:34
Marjolein de Wit zat als kind graag bij de veerhaven aan de Lek. „Het water trok mij. Nog steeds woon ik het liefst in de buurt van water.” beeld RD, Anton Dommerholt
Marjolein de Wit zat als kind graag bij de veerhaven aan de Lek. „Het water trok mij. Nog steeds woon ik het liefst in de buurt van water.” beeld RD, Anton Dommerholt

Het is stil in Krimpen aan de Lek op deze maandagmiddag. Op straat is haast geen mens te zien. De zeldzame fietser die langsrijdt, groet beleefd. Typerend, vindt Marjolein. „De mensen hier zijn altijd vriendelijk.”

Zo’n 42 jaar geleden kwam ze als baby vanuit het ziekenhuis in Rotterdam met haar ouders naar Krimpen aan de Lek. Heel haar jeugd speelde zich in dit dorp af. Ze ging er naar school, had er vrienden en deed mee met haar eerste talentenjacht.

Toch heeft ze niet veel meer met het dorp, zegt ze. „Mijn enige binding met Krimpen is het feit dat mijn moeder er woont.”

Geregeld komt de fluitiste, die getrouwd is met organist Martin Zonnenberg, nog op bezoek. Mits haar drukke leven als docente en fluitiste voor diverse ensembles en koren dat toelaat.

Is ze eenmaal in Krimpen, dan zijn er altijd locaties die herinneringen oproepen. Het veerhaventje bijvoorbeeld, waar veerpont Christina af en aan vaart naar Kinderdijk. Helder zomerzonlicht schijnt er fonkelend op het grijzige Lekwater. Marjolein koestert zich in de warmte. „Als kind kwam ik hier graag. Ik had zwaar astma en knapte op bij het water. Bovendien kon ik hier lekker zitten mijmeren.”

Hoge golven klotsen tegen de houten pier als de Christina aanmeert. Een veiligheidsrek rammelt als de veerboot tegen een betonnen afweerpaal schommelt. Het geluid van startende automotoren echoot over het water.

Marjolein vertelt hoe ze als klein kind ontdekte dat ze van fluiten hield. „Mijn zus had een toeristisch fluitje cadeau gekregen van mijn oma. Het verhaal gaat dat ik er als 5-jarige op een avond mee naar beneden kwam en ”Vader Jacob” en ”Slaap kindje slaap” speelde. Iedereen was erg verbaasd, want niemand had me uitgelegd hoe dat moest.”

Om Marjoleins talent te stimuleren, mag ze van haar ouders op blokfluitles. Het is haar lust en haar leven. „Ik speelde elke dag. Door mijn astma kon ik geen tikkertje doen met andere kinderen, verdroeg ik geen huisdieren en moest ik elke twee weken naar het ziekenhuis, maar fluitspelen ging prima. Als je als kind iets graag wilt, laat je je niet zomaar tegenhouden.”

Als ze iets ouder is, ziet ze hoe twee schoolgenootjes samen met hun beroemde vader Raymond Delnoye op het podium spelen. Marjolein weet het zeker: dat wil ze ook. „Ik heb, verlegen als ik was, op het schoolplein staan dralen. Ik durfde hem niet aan te schieten, maar had zo’n drang om te gaan spelen dat ik het toch gedaan heb.”

Wanneer ze een jaar of tien is, ontmoet ze Delnoye opnieuw. Marjolein is inmiddels overgestapt op een dwarsfluit. Haar ouders willen vragen of de beroemde fluitist hun dochter les wil geven, ook al weten ze dat hij vrijwel nooit kinderen onder zijn hoede neemt. „Hij zei: „Marjoleintje, jij wil dus fluitles van mij?” Ik moest een stukje voorspelen en we hebben nog even zitten praten. Zo werd ik aangenomen.”

Muziek wordt een steeds grotere passie van Marjolein. Samen met vijf meiden uit het dorp richt ze een ensemble op. „Hier, in de pastorie, speelden we altijd.” Ze wijst naar een witstenen gebouw dicht bij de veerhaven. „Barok Puree noemden we onszelf.”

Achteraf verbaast de fluitiste zich over het niveau dat het ensemble had. „We waren gewoon vijf meiden van dezelfde leeftijd uit hetzelfde dorp. Toch zijn vier van de vijf nu beroepsmusicus.”

Als ze 14 is, meldt ze zich aan bij het Rotterdams Jeugd Kamer Orkest. Een feest van herkenning, zegt ze. „Mijn ervaringen op de middelbare school waren niet leuk. Ik viel buiten de groep omdat ik fluit speelde en astma had. Bij het Rotterdams Jeugd Kamer Orkest begrepen ze mij wel.” Marjolein wordt meteen bij de eerste fluitisten geplaatst en speelt een jaar later solo in De Doelen.

Van plankenkoorts heeft ze, ondanks haar verlegen aard, geen moment last. „Als ik op het podium sta, is dat als fluitist. Mijn fluit geeft mij dan de zekerheid die ik nodig heb.”

Ook haar astma heeft ze al jaren onder controle. Mede dankzij het fluiten, daar is ze van overtuigd. „Vroeger vermeed ik het altijd om erover te praten. Ik was bang dat mensen zouden denken dat ik door die aandoening een minder goede fluitist was. Nu weet ik dat ik met mijn ervaringen juist een soort ambassadrice voor andere kinderen met astma kan zijn: als je genoeg passie en ambitie hebt, kun je heel veel bereiken.”


zomerserie Bakermat

In deze serie keren Nederlanders met een publieke functie terug naar de plaats waar ze opgroeiden. 
Vandaag het slot.


Levensloop Marjolein de Wit

Leeftijd: 42

Opgegroeid in: Krimpen aan de Lek

Woonplaats nu: Groot-Ammers

Studie: Brabants conservatorium in Tilburg

Functie: fluitiste (solistisch en docerend)

Meer over
Bakermat

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer