De president zei bovendien van plan te zijn een soort ombudsman voor de inlichtingenwereld te creëren. Die zou problemen rond burgerrechten ter sprake moeten brengen bij de geheimzinnige Foreign Intelligence Surveillance Court, die verzoeken over zaken als afluisteren moet goedkeuren.

Obama beloofde ook te gaan sleutelen aan de zogenoemde Patriot Act: de antiterreurwetgeving die veiligheidsdiensten vergaande bevoegdheden geeft om de staatsveiligheid te beschermen. Elementen uit de wet die gaan over het verzamelen van zogeheten ‘metadata’, zoals telefoongegevens, worden aangepast.

De aangekondigde maatregelen dienen volgens Obama om het vertrouwen van de Amerikanen in de afluisterprogramma’s te herstellen. „Het is niet genoeg dat ik als president vertrouwen heb in deze programma’s. Het Amerikaanse volk moet dat vertrouwen delen”, aldus Obama. Hij zei de juiste balans te willen creëren tussen veiligheid en burgerrechten.

De ophef over de Amerikaanse afluisterprogramma’s ontstond na onthullingen van klokkenluider Edward Snowden. De voormalige medewerker van inlichtingendienst NSA onthulde dat de dienst wereldwijd op grote schaal informatie onderschept.

Hoewel Obama stelde meer transparantie te willen creëren rond de afluisterprogramma’s, leek hij te benadrukken dat geen sprake is van een knieval voor de voortvluchtige klokkenluider. „Ik denk niet dat Edward Snowden een patriot is”, zei de president.