Kerk & religie

„Pa is spontaner, ik ben wat meer bedachtzaam”

De een is spontaan, de ander bedachtzamer. Ze hebben een goede band, adviseren elkaar over en weer. Ds. W. Harinck: „Pa is 80 jaar en preekt nog steeds. Als ik de catechismusverklaring lees die vorig jaar van zijn hand verscheen, denk ik: Je zou niet zeggen dat hij al oud is. Hij gebruikt actuele voorbeelden.” 
Ds. C. Harinck: „Een kwestie van goed de krant lezen. Ik wil weten wat er in de wereld speelt.”

8 August 2013 20:24Gewijzigd op 15 November 2020 05:12
Ds. W. Harinck en zijn vader ds. C. Harinck. Foto Dirk-Jan Gjeltema
Ds. W. Harinck en zijn vader ds. C. Harinck. Foto Dirk-Jan Gjeltema

Goedkeurend laat ds. C. Harinck zijn blik gaan over de achtertuin van zijn woning in Kapelle. Zoon Wouter lacht: „Pa heeft groene vingers. Die mis ik ten enenmale.” Vader: „Ik ben opgegroeid in een tuindersgezin. Wat je daar meekrijgt, verleer je niet snel.” Hij wijst naar de zijkant van de woning. „Daar is de moestuin. We kunnen uit eigen tuin eten.”

Het huis in Kapelle wordt pas sinds een jaar bewoond door ds. C. Harinck (80) en zijn vrouw. Toch hebben vader en zoon 
een band met deze Zeeuwse plaats. Ds. C. Harinck: „Mijn vrouw is hier geboren en getogen. Bovendien wonen de meesten van onze kinderen hier.” Ds. W. Harinck: „Ik heb hier van 1988 tot 1997 gestaan. Vanuit de achtertuin van pa en ma is het dak van de pastorie te zien waar we toen woonden.”

Hun karakter en hun ambt verbinden hen meer dan de band met Zeeland, concluderen beide predikanten. Ds. W. Harinck: „De meest vormende jaren in mijn jeugd heb ik doorgemaakt in de Verenigde Staten en in Dordrecht. Van 1971 tot 1974 stond pa in Franklin Lakes, niet ver van New York. Ik was 12 jaar toen we erheen gingen. Na de terugkeer naar Nederland woonde ik in Dordrecht, tot ik in 1988 intrede deed in Kapelle-Biezelinge.”

Voor ds. C. Harinck vormde Zeeland echter ook de thuishaven toen hij predikant was buiten deze provincie. „We hadden een vakantiewoning in Kortgene. Daar woonden we ook de eerste jaren na mijn emeritaat. Nu, in Kapelle, hebben we de meeste kinderen dichtbij. Dat is heel fijn, zeker nu mijn vrouw en ik beiden oud zijn.”

Hoe karakteriseert ds. W. Harinck zijn vader? „Allereerst als een veelzijdige man”, zegt de predikant. „Hij is als vader hartelijk, betrokken en wijs. Heeft een brede belangstelling. Is soms bevlogen en kan enthousias­meren. Pa houdt van een goed boek, van vissen, de zee en van de natuur. Het is een man met een visie. Als hij standpunten inneemt, kan hij die onderbouwen.”

Al tijdens zijn jeugd viel het de predikantszoon op „hoe de Heere leidinggaf aan pa in zijn ambtelijk werk. Dat ging niet buiten studie om. Vaak ging pa na: wat zegt de Schrift hierover, wat zeggen de belijdenissen, hoe keken de puriteinen tegen iets aan?” „Ik zoek graag dingen tot op het bot toe uit”, erkent vader Harinck. „Dat heeft ook te maken met mijn niet-christelijke opvoeding. Als je als buitenstaander in de kerk terechtkomt, zet je vragentekens bij alles wat je hoort. „Heeft Jezus wel echt geleefd?” vroeg ik me wel af. Ik rustte niet voor ik dat had uitgezocht.”

Fruitteelt

Aanvankelijk leek de jonge Cor net als zijn vader in de fruitteelt werk te vinden. Hij en zijn broer Frans hadden thuis wel wat uit te leggen toen ze als jongemannen naar de kerk gingen. Ds. C. Harinck: „Mijn vader zei: „Ik schaam me ervoor dat je naar die zwartekousenkerk gaat.” Toen ik liet weten dat ik dacht predikant te moeten worden, accepteerde hij dat. Maar hij vroeg wel: „Hoe hou je het toch vol?””

Het contrast tussen de gang van de nu 80-jarige predikant en die van zijn zoon naar de predikantenopleiding kan niet groter zijn. Ds. C. Harinck: „We hebben er veel over gesproken. De goede verstandhouding verdiepte zich.” Zijn zoon: „Vader hield me er zelfs wat van terug om een attest te gaan vragen. Ik was nog maar 24 jaar. Pa kende het kerkelijk leven en vroeg zich af: Kan hij dat wel aan? Maar hij zei ook: Twee moeten het weten of je predikant moet worden. Dat zijn de Heere en jijzelf. Vraag daarom in het gebed: Heere, spreek Gij tot mijn ziel.”

Ds. C. Harinck: „Wout is van jongs af iemand die een teer leven kent. Al vroeg had hij indrukken van wie de Heere was en wie hij zelf was. Toen hij naar het curatorium in Rotterdam ging, reed ik hem ernaartoe. Maar o, wat een teleurstelling: afgewezen.” Zoon Harinck: „Wat een moeilijke terugreis was dat. Vader onderwees echter dat de Heere kan beproeven, maar ook hoe Hij daardoorheen regeert. Pa was echter ook heel praktisch en adviseerde: doorgaan met je economiestudie.” Het jaar daarna, in 1984, werd de nu 55-jarige predikant alsnog toegelaten tot de Theologische School.

Advies

Tijdens de eerste jaren van het predikantschap van ds. W. Harinck belde deze zijn vader regelmatig met vragen. „Over heel praktische dingen soms. Zo adviseerde hij me hoe ik een begrafenis moest aanpakken, gaf hij tips over de opbouw van de preken, maar hielp me ook weleens bij moeilijke pastorale kwesties. Ook op preken reageerde hij wel. „Gebruik meer voorbeelden. „Vensters in de preek”, noemde hij dat. Terugkijkend heb ik ook in de eerste jaren van mijn predikantschap een geestelijke vader aan hem gehad.”

Ds. C. Harinck: „Het aantal keren dat Wouter als jonge predikant bijvoorbeeld vastliep met het maken van preken, werd minder.” Zijn zoon: „Dat is een geleidelijk proces. Maar bovendien, ook al kan ik me volledig vinden in de lijn die mijn vader aanhoudt in zijn preken, toch ben ik geen kopie van hem. Dat kan ook niet. De roeping tot het predikantschap ligt bij de Heere, niet bij mijn vader.”

„Wout gaf mij ook goede adviezen”, zegt zijn vader. „Ik ben nog wel eens impulsief. Als ik dan vertelde wat me bezighield, zei hij: Dat zou ik zus of zo inbrengen. Iets tactvoller.” Ds. W. Harinck: „Pa kan hartelijk ergens mee instemmen als hij meent dat de Heere er Zijn zegen aan verbindt. Hij heeft een sterk ontwikkeld rechtvaardigheids­gevoel. Daardoor heeft hij weleens klappen opgelopen. Ik ben wat bedachtzamer. Toen ik voordat ik predikant werd bij een bank werkte, leerde ik niet alleen te reageren vanuit spontaniteit, maar er ook rekening mee te houden hoe de boodschap overkomt.”

Ook al volgt hij zijn vader niet in alles na, toch overkomt het ds. W. Harinck regelmatig dat hij met hem vergeleken wordt. „Dan krijg ik bijvoorbeeld als reactie na een preek, in de consistorie: „Je lijkt in je preken op je vader.” Ik beschouw dat als een compliment. In de preken van pa staat Christus in het middelpunt als een vol­komen Zaligmaker voor een verloren zondaar. „Als het je niet om Jezus gaat, kan het nog alle kanten op”, zegt vader dan.”

„Wout staat veel meer midden in deze tijd dan ik”, zegt ds. C. Harinck. „Door gesprekken met hem blijf ik bij. Wat dat betreft is onze relatie wel veranderd.” Zijn zoon: „Pa is 80 jaar en preekt nog steeds. Als ik de catechismusverklaring lees die vorig jaar van zijn hand verscheen, denk ik: Je zou niet zeggen dat hij al oud is. Hij gebruikt actuele voorbeelden. Als het gaat over de enige troost in leven en sterven zet hij die af tegen de troost van het branden van kaarsjes of een stille tocht.” Ds. C. Harinck: „Een kwestie van goed de krant lezen. Ik wil weten wat er in de wereld speelt.”

Uw vader schreef meer dan twintig boeken over uiteenlopende thema’s. Bent u minder schrijflustig?

„Ik vind schrijven wel leuk, maar heb het moeten ontdekken. Leren durven, eigenlijk. Daar komt bij: als jong predikant werd ik al vrij snel secretaris van het deputaatschap voor de zending. Vooral in het begin kwam daar veel uitvoerend werk bij kijken. Dat kostte heel veel tijd. Als je daarnaast nog aandacht wilt schenken aan het ambtelijk werk in de gemeente, blijft er weinig tijd over om te schrijven.”

Ds. C. Harinck: „Ik zeg weleens: Schrijf nog eens wat.”

Zijn zoon: „Pa is echt een schrijvende predikant. Als het daarover gaat, is het best pittig om in zijn schaduw te staan.”

Wat is voor u de drijfveer om boeken te publiceren?
„Ik doe graag iets met de kennis die ik door studie heb opgedaan. Als je door de praktijk van het ambtelijk werk merkt dat je dingen niet weet, moet je die gaan uitzoeken. Via de boeken die ik schreef, heb ik dat met anderen willen delen. Daardoor zien mensen me nu als een vraagbaak. Er gaat bijna geen dag voorbij of ik krijg e-mails. Ik ben voorzichtig geworden met het ingaan daarop. Mensen moeten iets niet doen of laten omdat de dominee het zegt, maar alles toetsen aan Gods Woord.”

Ontwikkelingen

De manier waarop een predikant bejegend wordt, is door de jaren heen veranderd, zegt ds. C. Harinck. „Toen ik in 1962 in Utrecht begon, zagen de mensen nog op tegen het ambt van predikant. Wat de dominee zei, was het einde van alle tegenspraak. Nu is er meer openheid en vrijmoedigheid, maar ook kritiek. Naast het positieve wat ik daarin zie, baren de gevolgen ervan mij ook zorgen. Houden de flanken in onze gemeenten elkaar vast?”

Maar stimuleerde u zelf niet die kritische houding met uw onderzoek en het publiceren over allerlei zaken?

„Mijn generatie zat midden in de turbulente ontwikkelingen van de jaren vijftig en zestig. Soms voelde ik de plicht om de kritische studenten in Utrecht voor te blijven op kennisgebied. Maar gelukkig had ik een kerkenraad die me daarin met wijsheid begeleidde.”

Ds. W. Harinck: „Dat is zo belangrijk: dat je als predikant de volle steun hebt van de kerkenraad. Dan kun je zonder kramp opereren in een discussie.”

Hoe gaat u om met de ontwikkelingen die uw vader schetst en waar u als actief dienende predikant volop mee te maken hebt?

„Wat mij zorgen baart, is dat de binding aan onze gemeenten niet meer vanzelfsprekend is. Het afnemende kerkelijk besef. Jongeren, maar ook ouderen, zoeken een kerk die bij hen past. Daarbij oriënteren ze zich breed. Vooral het consumptieve staat me daarin tegen. Juist het staan op de schouders van het voorgeslacht is de weg waarin de Heere Zijn zegen geeft. Kritisch denken is niet verkeerd, zolang het maar vanuit verbonden­heid gebeurt.

Ds. C. Harinck: „Aan de andere kant ben ik soms verwonderd hoeveel jeugd ik in de kerk zie. Ze luisteren, Wouter. Wat dat betreft heb ik hoop voor de jeugd. Als de Bijbel hun leidraad vormt, kunnen ze daarmee het leven door.”


Harinck

C. (Cor) Harinck (80) werd geboren in Goes, in een gezin waar vader socialist was en moeder van rooms-katholieke komaf. Als jongvolwassene werd hij –evenals zijn broer Frans– gedoopt en lid van de Gereformeerde Gemeenten. Hij dient dit kerkverband sinds 1962 als predikant. In 2003 ging hij met emeritaat. De predikant heeft diverse publicaties op zijn naam staan.

W. (Wouter) Harinck werd op 30-jarige leeftijd predikant in de gereformeerde gemeente van Kapelle-Biezelinge, de geboorteplaats van zijn moeder en tegenwoordige woonplaats van zijn ouders. Sinds 2010 dient hij de gereformeerde gemeente in Moerkapelle. Hij is onder meer secretaris van het deputaatschap voor de zending van de Gereformeerde Gemeenten.


Dit is de tweede aflevering in een vijfdelige serie waarin een vader en zoon die beiden predikant zijn met elkaar in gesprek gaan. Volgende week donderdag deel 3.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer