Altijd zinvol: debat over voortvluchtige boef
Ruim 14.000 in Nederland veroordeelde criminelen zijn zoek, waardoor ze hun celstraf ontlopen. Een Kamerdebat leek spoedeisend, maar staat al vele maanden op de wachtlijst. Vijf vragen.
Wie heeft het Kamerdebat aangevraagd en wanneer?
Het Kamerdebat is aangevraagd door PvdA-Tweede Kamerlid Recourt op 28 februari 2012. Daarmee staat het debat met stip op nummer één van de lijst debatten die nog op een inhoudelijke behandeling wachten. De oorzaken van de vertraging zijn divers. Zo liet een voorafgaand aan het debat te versturen brief van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) maandenlang op zich wachten. Mede door de Tweede Kamerverkiezingen raakte de kwestie in 2012 in de vergetelheid.
De justitiespecialisten van de Kamer agendeerden het debat vervolgens voor 24 januari 2013, hoewel de beloofde brief er ook toen nog niet was. Tot verbolgenheid van PVV, SP, CDA en D66 voerde PvdA-Kamerlid Marcouch het ontbreken van de brief twee dagen voor het debat aan om alsnog om uitstel te vragen. Dit verzoek werd op de valreep gesteund door de VVD en had daarmee een meerderheid.
Toen de brief kort daarop verscheen, werd het debat ingepland voor 28 februari 2013, exact een jaar na de aanvraag. Het weekend daarvoor raakte minister Blok (Wonen) echter in opspraak. Hij zou een gevoelig rapport hebben achtergehouden over de gevolgen van het huurbeleid van het kabinet. Exit: het debat.
De justitiespecialisten kregen vervolgens hun handen vol aan Teevens bezuinigingsplannen voor het detentiewezen. Alles bij elkaar zorgde dat ervoor dat het debat pas na het zomerreces kan worden gevoerd.
Welke kwestie snijdt Recourt aan?
Recourt vraagt aandacht voor het gegeven dat jaarlijks een groot aantal veroordeelden een aan hen opgelegde, onherroepelijk geworden vrijheidsstraf ontlopen. Bij elkaar opgeteld gaat het inmiddels om meer dan 14.000 criminelen, zo blijkt uit gegevens van het ministerie van V en J. Voor een deel bestaat de groep uit veroordeelden die recent zijn opgeroepen om zich te komen melden voor het uitzitten van hun straf en die mogelijk nog komen opdagen. Het gros, circa 12.000 personen, heeft de periode waarin het in hoger beroep kan gaan gebruikt om de benen te nemen en zich onvindbaar te maken voor justitie. Van die groep is dus geen woon- of verblijfplaats bekend en belandt daardoor in het zogeheten Opsporingsregister.
Uit de gegevens van het ministerie blijkt verder dat er de afgelopen vijf jaar een groep van zo’n 10.000 veroordeelden is ontstaan die zich zo lang onvindbaar heeft weten te maken dat hun vrijheidsstraf inmiddels is verjaard en niet meer kan worden opgelegd.
Heeft de PvdA een punt?
Uiteraard. Van de wetenschap dat een aantal veroordeelde criminelen nog gewoon vrij rondloopt, wordt niemand vrolijk en zeker niet de verantwoordelijk bewindspersoon. Begrijpelijk is natuurlijk wel dat PVV, SP, CDA en D66 een tikje sarcastisch reageerden toen het debat op 22 januari door toedoen van de PvdA nogmaals werd uitgesteld.
Maakt deze kwestie Teeven nerveus?
Nee, aanvankelijk agendeerde de PvdA de kwestie vooral om Rutte I eens stevig in te wrijven dat alleen strenger straffen niet helpt; straffen moeten ook worden uitgevoerd. Was dit debat nog onder Rutte I gevoerd, dan zou Teeven ongetwijfeld een aantal pijnlijke momenten hebben beleefd.
Inmiddels is de PvdA als coalitiepartij en beleidsmaker medeëigenaar van dit probleem. Beide partijen hebben de coalitieonderhandelingen dan ook aangegrepen om een gezamenlijke oplossing te vinden. In het regeerakkoord is afgesproken dat celstraffen van meer dan twee jaar na een veroordeling in eerste aanleg direct worden geëffectueerd, ook wanneer de veroordeelde in hoger beroep gaat. Nu VVD en PvdA het eens zijn over dit wetsvoorstel kan Teeven elk debat over dit onderwerp met een gerust hart tegemoet zien.
Eind februari schreef Teeven verder aan de Kamer dat elke eenheid van de Nationale Politie dit jaar een team coördinatie executietaken krijgt met als aandachtsgebied het opsporen van voortvluchtigen die zijn veroordeeld tot vrijheidsstraffen van 90 dagen of meer en voor zeden- en geweldsmisdrijven. Ook de mogelijkheden om de paspooren van voortvluchtigen vervallen te verklaren, worden verruimd.
Horen we na het zomerreces nog van dit debat?
PvdA-Kamerlid Recourt laat desgevraagd weten: „Wij zijn graag bereid dit debat alsnog te voeren. Dat de staatssecretaris inmiddels al maatregelen heeft genomen is goed, maar uit zijn brief blijkt nog niet dat het probleem uit de wereld is. Wat de PvdA betreft, is een debat hierover pas van de baan als de groep van ruim 14.000 veroordeelden alsnog is aangehouden. Nederland heeft een prachtig, afgewogen systeem van strafopleggingen en het blijft voor ons onverteerbaar als een veroordeelde een hem opgelegde vrijheidsstraf ontloopt.”
Dit is de derde aflevering in de serie Op de wachtlijst
Ruim veertig al ingewilligde verzoeken voor een Kamerdebat kunnen pas na het zomerreces worden ingepland. Is debatteren dan nog zinvol?