Weigel: Rooms-Katholieke Kerk wordt evangelicaler
WASHINGTON. De Rooms-Katholieke Kerk zal met steeds meer vrijmoedigheid het Evangelie van Jezus Christus in de wereld verkondigen. Serieuze rooms-katholieken, stelt de Amerikaanse wetenschapper George Weigel, zijn evangelicaal.
Weigel, een van de belangrijkste rooms-katholieke opinieleiders in de Verenigde Staten, publiceerde onlangs een boek over de evangelicalisering van de Rooms-Katholieke Kerk: ”Evangelical catholicism: deep reform in the 21st-century church”. Daarin betoogt hij dat de kerk van Rome sinds de negentiende eeuw langzaam afstand nam van het contrareformatorische katholicisme en steeds vaker naar buiten trad om het Evangelie in de wereld te verkondigen. De Rooms-Katholieke Kerk werd dus meer ”evangelicaal”, aldus Weigel.
Bekering
De combinatie van ”evangelicaal” en ”katholiek” klinkt protestanten misschien wat vreemd in de oren. Die denken bij evangelicalen vooral aan protestantse groepen, voortgekomen uit de Reformatie van de zestiende eeuw, die de nadruk leggen op persoonlijke bekering, zending, het gezag van de Schrift en de centraliteit van het kruis van Christus.
Toch zijn de overeenkomsten tussen het protestantse en het rooms-katholieke evangelicalisme, zoals Weigel dat beschrijft, opvallend. De invulling kan verschillen, maar beide groepen nemen het Evangelie als uitgangspunt, benadrukken de oproep tot geloof en bekering en staan achter leerstellige helderheid en zuiverheid.
„Evangelicaal katholicisme houdt in dat niemand als katholiek wordt geboren”, stelt Weigel. „Katholiek worden is een levenslang leerproces.” De Amerikaanse onderzoeker, die acht eredoctoraten in de wacht sleepte, pleit net als de Britse anglicaanse theoloog John Stott voor „radicaal discipelschap.”
Authentiek katholiek
Maar verschillen zijn er ook. Het evangelicale katholicisme, schrijft Weigel, houdt niet in dat rooms-katholieken bepaalde vormen van catechese of eredienst van evangelicale protestanten overnemen. Het houdt ook geen kritiek in op bepaalde leerstellingen van de Rooms-Katholieke Kerk, zoals de zestiende-eeuwse reformatoren die hadden. „Ware katholieke hervorming komt door een hernieuwde toewijding aan de leer van de kerk en een nieuw leven ingeblazen authentieke katholieke praktijk. Evangelicale katholieken zijn katholiek en ze nemen het ware katholicisme niet minder ernstig, maar juist serieuzer.”
Het evangelicale katholicisme is dan ook niet slechts een stroming binnen de kerk van Rome, het is de toekomst van deze hele kerk. Weigel, die in 1999 een biografie van paus Johannes Paulus II publiceerde, ziet een „herstel en herschikking” van de eerste eeuwen van het christelijke tijdperk. Belangrijke mijlpalen in dit „reformatieproces” zijn volgens de Amerikaanse wetenschapper de pontificaten van paus Pius XII (de kerk als mystiek lichaam van Christus), Paulus VI (de zendingsopdracht van de kerk), Johannes Paulus II en Benedictus XVI. Ook de hervormingen van het tweede Vaticaans concilie (1962-1965) leidden ertoe dat de Rooms-Katholieke Kerk meer oog kreeg voor de verkondiging van het Evangelie in deze wereld.
Weigel vergelijkt het evangelicale katholicisme met de houding van de Rooms-Katholieke Kerk sinds de contrareformatie en het concilie van Trente (1545-1563). Toen gaf de kerk volgens hem te weinig aandacht aan persoonlijke levensheiliging, Bijbellezen en een regelmatig gebruik van de sacramenten. De nadruk lag te veel op de regels die van boven af werden opgelegd.
In de ogen van Weigel was de contrareformatie –de rooms-katholieke kerkhervorming die deels een reactie was op de protestantse Reformatie– in die tijd nodig om mensen bij de kerk van Rome te houden. Maar nu de culturele, theologische en politieke situatie waarin de kerk zich bevindt drastisch is veranderd, is het niet meer voldoende om de oude wegen te bewandelen.
Oud verhaal
De huidige uitdaging van de Rooms-Katholieke Kerk ligt volgens Weigel niet alleen in het feit dat ze wordt geconfronteerd met vijandige culturele krachten die beweren dat de kerk en haar leer er nauwelijks aan bijdragen dat mensen in een vrije, rechtvaardige en humane maatschappij kunnen leven. „Dat is een oud verhaal. En, om eerlijk te zijn, nieuwe atheïsten als Richard Dawkins, Sam Harris en wijlen Christopher Hitchens verbleken bij Nero en Diocletianus, Voltaire en Robespierre en Bismarck, Lenin en Mao Zedong.”
Vervolging
Het is de uitdaging om het onderscheidend karakter van die culturele vijandigheid te herkennen, aldus de rooms-katholieke opinieleider. „Die is geboren uit onverschilligheid tot de Bijbelse godsdienst, en sinds de negentiende eeuw veranderd in de bewering dat de God van de Bijbel een vijand van menselijke vrijheid, menselijke volwassenheid en voortuitgang van de natuurwetenschappen is.”
Deze vijandigheid tegen de kerk zou kunnen leiden tot nieuwe vormen van openlijke vervolging van gelovigen, stelt hij, „om de eenvoudige reden dat ze gelovigen zijn.” Het is dan ook de taak van de kerk, die steeds meer uit het publieke domein wordt teruggedrongen, het Evangelie te verkondigen in een nieuwe, en misschien ongekende, culturele situatie.