Tholenaar herkent zich niet in woononderzoek Elsevier
Het is niet goed wonen in Tholen, aldus Elsevier. In een vorige week gepubliceerd woononderzoek kwam de Zeeuwse gemeente als slechtste uit de bus. Tholenaren onderschrijven de conclusie niet.

Waar is het rustig wonen, welke gemeenten bieden ruime keuze aan kinderopvang, scholen, winkels en ziekenhuizen? Hoe staat het met de werkgelegenheid en de economie? Is het ver naar het strand, zijn er musea of theaters in de buurt? Welke gemeente blinkt uit door een harmonieus leefklimaat?
Het zijn vragen uit het vorige week gepubliceerde, jaarlijkse onderzoek van weekblad Elsevier naar de beste gemeenten van 2013. Naast winnaars –de Gelderse gemeente Rozendaal ging aan de haal met het predicaat ”beste gemeente van Nederland”– kende het onderzoek ook verliezers. De Zeeuwse gemeente Tholen eindigde onder aan de ranglijst. Van de twintig onderzoekspunten scoorde Tholen alleen op de onderdelen ”historisch decor”, ”rust en ruimte” en ”weinig misdaad” goed. Op bijna de helft van de onderdelen behaalde Tholen de slechtst mogelijke score. Dat resulteerde in een smadelijke laatste plaats. Ook in 2011 en 2012 eindigde de gemeente in de onderste regionen.
Nieuw in het onderzoek is dat het de belangrijkste woonvoorkeuren van mensen centraal stelt. Elsevier legt uit dat dit is gedaan omdat er op de redactie nogal eens brieven binnenkwamen in de trant van „Bij Elsevier staat mijn woonplaats onder in de lijst, omdat er te weinig winkels zijn. (...) Maar die rust en ruimte is nu juist waarom ik het hier zo prettig wonen vind!” Nadeel van de nieuwe aanpak: de uitkomsten zijn minder goed te vergelijken met voorgaande jaren.
Vergelijkbaar of niet, volgens Algemeen Belang Tholen (ABT) vertonen de onderzoeken een duidelijke trend. „Wij zien hierin bevestigd dat de gemeente op een aantal terreinen geen goed beleid voert”, zegt fractievoorzitter J. J. van ’t Hof. „Tholen wordt geroemd om zijn rust en ruimte, maar diverse natuurgebieden zijn verboden voor fietsers en wandelaars. En beschikbare voorzieningen zijn onevenwichtig verdeeld over de kernen. Tholen-stad heeft de zaken op orde, maar bijvoorbeeld Stavenisse beschikt nauwelijks over speeltoestellen. Ik ben bang dat Tholen door het Elsevierrapport een deuk in het imago oploopt.”
Van ’t Hof hoopt dat het onderzoek de coalitie beweegt tot daden. Vorige week vroeg hij aan het gemeentebestuur wat het college van plan is om ervoor te zorgen dat Tholen volgend jaar van de „beschamende laatste plaats” komt. Zelf zoekt de ATB-voorman de oplossing onder meer in het uitbuiten van de recreatiemogelijkheden. „Dat levert werkgelegenheid op en biedt kansen voor onze inwoners.”
H. W. van Eenennaam, fractievoorzitter van coalitiepartij SGP, relativeert het onderzoek. „Als je onze inwoners bevraagt op hun welbevinden en woongenot, dan krijg je een ander beeld.” Wat verdeling in voorzieningen betreft, is hij het deels eens met Van ’t Hof. „Tholen-stad is de dragende kern en heeft daarom de meeste faciliteiten.” Hij weerspreekt dat het college onvoldoende oog heeft voor de omliggende dorpen. „De dorpshuizen van Anna Jacobapolder, Poortvliet en Stavenisse moeten dicht, maar deze voorzieningen willen we graag in een andere vorm behouden. We onderzoeken nu of bijvoorbeeld een basisschool een dorpshuisfunctie kan vervullen.”
De SGP staat volgens Van Eenennaam een terughoudend beleid voor als het gaat om toerisme en recreatie. „Dat wil niet zeggen dat wat ons betreft er geen natuurgebied open mag, maar op drommen toeristen zitten we niet te wachten. De zondagsheiliging mag niet in het geding komen.”
Via Omroep Zeeland liet burgemeester Nuis vorige week aan Elsevier weten dat ze maar eens naar Tholen moeten komen om inwoners te interviewen. „De resultaten zouden dan weleens heel anders kunnen zijn.” Nuis lijkt daar gelijk in te krijgen, want zowel in Tholen-stad, Sint Maartensdijk als Stavenisse is op straat geen enkele inwoner te vinden die de analyse van Elsevier onderschrijft. „Ik woon op de hoogste verdieping van een bejaardenflat en heb een prachtig uitzicht op de jachthaven en het Schelde-Rijnkanaal”, zegt A. Boluijt (77). Hij zegt Tholen „lekker rustig” te vinden. „Te weinig voorzieningen? Vlakbij in Bergen op Zoom is voldoende aanbod.”
Dat die stad veel winkelpubliek uit Tholen trekt, onderschrijft C. van Nieuwenhuizen (85). „De brug over en je hebt alles”, stelt ze. „Weinig werk in Tholen? Ach, Rotterdam is prima bereikbaar.” En dat er voor de jeugd weinig te beleven is, moet volgens haar niet worden overdreven. „De jongelui hebben allemaal een auto. In Brabant is volop vertier. Het is hier goed wonen. Er wordt nog steeds gebouwd. Dat zegt genoeg.”
Op de dijk bij de jachthaven wandelt het echtpaar Elstrodt. Ze komen terug van vakantie uit Frankrijk en zijn op doorreis naar hun woonplaats Roden (Drenthe). Zien wat er herinnert aan de watersnood van 1953, is hun belangrijkste drijfveer om Tholen te bezoeken. „We hebben een goede indruk gekregen”, zegt mevrouw Elstrodt. Haar echtgenoot zegt dat „het pompeuze gemeentehuis” het eerste was wat opviel. „Kennelijk is dit gebouw nog in de goede tijd neergezet.”
Tholenaar vindt gemeente wél aantrekkelijk
Sint Maartensdijk is zeer kindvriendelijk, zegt Christina Bajramovic. Ze is met haar dochter in de kinderwagen onderweg naar de apotheek. Zes maanden geleden verhuisde ze van Steenbergen (West-Brabant) naar het Thoolse dorp. Van die keuze heeft ze nog geen moment spijt gehad. „Mijn kinderen spelen in Sint Maartensdijk de hele dag op straat, dat kon in Steenbergen niet”, zegt Bajramovic, die vier kinderen heeft. „Er zijn diverse speeltuinen in de buurt en er is zelfs een zwembad.”
Voor boodschappen kan ze terecht in haar woonplaats, om kleding te kopen wijkt ze uit naar Bergen op Zoom. „Het aanbod in de Thoolse winkels is onbetaalbaar.”
„Openbaar vervoer is verbeterd”
Als het in Tholen al zo voortreffelijk wonen is, hoe goed moet het dan in andere gemeenten wel niet zijn? zo vraagt P. de Vos uit Stavenisse zich af. De gepensioneerde buschauffeur vindt desondanks dat het Elsevieronderzoek wel wat zegt. „Ik erger me aan het gebrekkige onderhoud van bestrating”, zegt De Vos. „Sommige wegen zijn echt slecht.” Ook het zorgaanbod is verschraald. „Vroeger was de huisarts er dag en nacht, nu moet je na vijven naar Bergen op Zoom.”
Het openbaar vervoer daarentegen vindt hij de laatste jaren aanmerkelijk verbeterd. „Als je om tien uur ’s avonds de bus uit Bergen op Zoom neemt, kun je nog prima thuiskomen.”