3D-printer goed voor creativiteit en milieu
De 3D-printer bevordert de creativiteit en is goed voor het milieu, reageert ds. L. M. Aangeenbrug op dr. S. D. Post (RD 25-5). Het kwaad zit niet in de techniek zelf, maar in de manier waarop je ermee omgaat.
De 3D-printer met zijn mogelijkheden doet dr. Post denken aan de helse wereld uit het boek ”The Great Divorce” van C. S. Lewis, zo schrijft hij in zijn column Welbeschouwd. Je krijgt onmiddellijk wat je wenst. Onmiddellijke bevrediging als kwaad. Zelf heb ik een andere, positieve, gedachte bij de 3D-printer.
De mogelijkheid van 3D-printen sluit aan bij een wezenlijk kenmerk van de mens. Orde creëren en inrichten is een intrinsieke waarde die wij van geen Vreemde hebben gekregen. Orde en regelmaat werken als een skelet voor een leven waarin God gediend mag worden. Een 3D-printer is een verre uiting van de menselijke neiging tot orde creëren en ‘scheppen’.
De column van Post verscheen op de dag dat ik ’s avonds met een plaatsgenoot heb zitten bouwen aan een 3D-printer. De reden voor deze keuze is niet alleen enthousiasme voor techniek. Het gaat ook om repareren en weer heel maken. Wie kent niet de frustratie dat als er een dopje van een speciale fietsstandaard af is, je een complete nieuwe fietsstandaard moet kopen?
Daarnaast is er een milieutechnisch argument. Voor 3D-printen is plastic nodig, wat niet milieuvriendelijk is. Maar het alternatief is om een product of vervangend onderdeel uit een fabriek te laten komen. De milieubelasting daarvan kan veel hoger liggen; ook als producten vanwege het ontbreken van een onderdeel compleet vervangen moeten worden.
Technisch is er een en ander aan te merken op de column van Post. Het ”spreek-en-het-is-er” is niet aan ons mensen voorbehouden en ook niet van toepassing op 3D-printen. Er komt zo veel meer bij kijken dat je misschien wel sneller op en neer naar de winkel kunt voor een nieuw product. Voor een instantbehoeftebevrediging kun je maar beter niet gaan 3D-printen.
In het artikel van Post komt een metahouding in de reformatorische gezindte naar boven. Wijst deze niet te veel naar externe zaken als je het kwaad in dingen buiten ons zoekt in plaats van in de mens zelf? Het is de schuld van moderne media, popmuziek, 3D-printers, en vul maar in. Steeds weer wordt er tegen andere kwade zaken geageerd. Te vaak is het een wijzen naar iets externs in plaats van (geestelijk) zelfonderzoek.
Ten slotte, kunnen we zonder schroom roepen dat iets ”een hel op aarde” is? Ik zou het omgekeerd niet durven iets de hemel op aarde te noemen. Mogen we deze uitersten als typering gebruiken voor iets op deze aarde? Een 3D-printer is een vernuftig stuk techniek, maar hels of hemels? Zoals elke nieuwe techniek brengt ook deze nieuwe uitdagingen, verslavingen en mogelijkheden mee.
De auteur is predikant van de hervormde gemeente Well en Amerzoden.