Boodschap van CDA is helder: praat even niet met ons
Het CDA stelt zich kritisch op jegens het kabinet. Zó kritisch dat de partij soms afstand neemt van wetten die ze voor een belangrijk deel zelf heeft geïnitieerd.
Het zal D66, ChristenUnie en SGP zeker zijn opgevallen hoe soepel de onderhandelingen verliepen, eerder dit jaar met minister Blok over het woonakkoord.
Natuurlijk heeft het gescheeld dat drie partijen opereerden als een team en vooraf samen al bepaalden waar volgens hen een akkoord aan moest voldoen.
Toch zullen ze er geen rekening mee gehouden hebben dat hun voorstel zó gemakkelijk door Blok zou worden geaccordeerd.
Deels zal dit komen doordat de minister haast had om zijn wetsvoorstel, met onder meer huurverhogingen voor scheefhuurders, richting de Eerste Kamer te loodsen. Anderzijds lijkt ook helder dat wát de partijen ook geëist hadden, dit altijd nog in het niet zou zijn gevallen bij de hoogte van de lat die het CDA voor Blok had gelegd, in ruil voor steun van de christendemocraten. Na wekenlang getouwtrek met het CDA, waren de forse eisen van het trio voor de VVD’er sowieso al een verademing.
De trend is helder: het CDA lijkt weinig genegen verstrikt te raken in moeilijk uit te leggen compromissen met dit kabinet en vraagt daarom op dossiers de hoofdprijs. De boodschap lijkt: „Praat vooral niet met ons. Wij zijn onszelf opnieuw aan het uitvinden.”
Afgelopen week viel die houding ook op bij de behandeling van de Wet Hof. Een voor de burger nogal-ver-van-zijn-bedwet die feitelijk regelt dat de Brusselse tekortnormen waar nationale overheden thans zozeer mee worstelen (maximaal 3 procent tekort, hooguit 60 procent schuld en op termijn een structureel tekort beneden de 0,5 procent) een wettelijke verankering krijgen. In 2010 maakte de Kamer daarmee vast vrijwillig een beginnetje. Sinds eind 2011 zijn lidstaten door de Europese Raad zelfs verplicht de tekortnormen in wetgeving te verankeren.
Nederland gaat dat doen via die Wet houdbare overheidsfinanciën. Deze week sprak de Tweede Kamer er voor de laatste keer over en dinsdag wordt er over de wet gestemd. Uiteraard zijn VVD en PvdA voor, en dat is dus genoeg voor succes in de Tweede Kamer, maar nu al is duidelijk dat men zonder geste naar de oppositie, in de Eerste Kamer op een massieve tegenstem stuit.
Gestes naar SP en PVV zijn nutteloos. Zij zijn per definitie tegen de wet, die de door hen gewraakte Brusselse begrotingsnorm in onze eigen wet introduceert.
De overige partijen hebben niet zozeer problemen met de implicaties van de nieuwe wet voor de rijksoverheid, als wel met de gevolgen voor decentrale overheden. Want als het aan het kabinet ligt, gaan de begrotingsnormen, inclusief bijbehorend sanctiemechanisme, straks ook voor hén gelden. Zodoende is er, als de wet het haalt, straks steeds vooraf tussen alle partijen overleg nodig over hoe de tekortnorm voor heel Nederland wordt verdeeld over Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen.
In de voorbije maanden is het kabinet de oppositie al op diverse manieren tegemoetgekomen, om te voorkomen dat bijvoorbeeld gemeenten straks alleen nog geld kunnen uitgeven dat ze in datzelfde jaar ontvangen, en investeringen zoals in scholen moeilijk zijn, zelfs als er geld voor op de plank ligt. Daarbovenop hebben de partijen die hechten aan gezonde overheidsfinanciën, stevige begrotingsregels en een constructieve houding jegens het kabinet, via amendementen nog wel wat wensen waaraan het kabinet tegemoet zal moeten komen om in de Senaat te kunnen overleven. D66, SGP en ChristenUnie eisen bijvoorbeeld garanties rond gelijkwaardigheid in het overleg tussen de verschillende overheden, helderheid over de sancties bij financiële overschrijdingen, voldoende investeringsruimte én toezicht door de Kamer.
De meest vergaande eis stelt echter, jawel, het CDA, dat alleen steun wil verlenen aan de wet wanneer decentrale overheden er geheel van worden uitgezonderd. VVD-Kamerlid Harbers vroeg CDA’er Van Hijum dinsdagavond of hij eigenlijk wel wist wie dat bedacht had, sanctiemogelijkheden voor decentrale overheden in de Wet Hof. Harbers: „Dat was in 2010 mevrouw Blanksma, van uw eigen CDA. En het wetsvoorstel is nog ingediend door CDA-minister De Jager.”
Het kan verkeren in de politiek.