Ds. J. Roos: Gevaarlijk om bekering te gronden op bemoedigende teksten
Hoe spreekt de Heere tot een mens? In De Wachter Sions (Gereformeerde Gemeenten in Nederland) gaat ds. J. Roos onder meer op deze vraag in.
„Sommigen kunnen vertellen dat bij een bepaalde gelegenheid een tekst uit de Psalmen of een passage uit de brieven van Paulus in hun gedachten kwam. We zijn verbaasd hoe zij het aandurven om hun bekering op bepaalde Schriftgedeelten te gronden. (…) We denken aan een opmerking die ds. Chr. van de Woestijne eens maakte: „Ik word ’s morgensvroeg weleens met verschillende teksten wakker, maar ik ben ze ook weer snel vergeten. Dat komt omdat ik veel in Gods Woord lees en erover spreek, zodat bepaalde passages zomaar ineens in mijn gedachten komen. Doch wanneer de Heere door Zijn Geest en Woord tot mijn ziel spreekt, dan is er eerst veel aan voorafgegaan en het laat vervolgens een bijzondere uitwerking na.”
Het is daarom levensgevaarlijk wanneer men zijn bekering grondt op bemoedigende teksten. Het bevreemdt ons dat zij wel teksten krijgen die vóór hen zijn, maar bijna nooit tégen hen. In de weg van de ware bekering gebruikt Gods Geest Zijn Woord om een zondaar te overtuigen dat hij tegen God en Zijn wet gezondigd heeft. Wat een bijzondere uitwerking heeft dit op het gemoed van een overtuigde zondaar, wanneer Gods Geest bijvoorbeeld de volgende woorden erin afdrukt: Vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven staat in het boek der wet, om dat te doen (Gal. 3:10).
Een gezond geestelijk leven houdt ook in om zich verre te houden van extreme uitdrukkingen. Uitdrukkingen zoals „deze woorden kwamen toen met kracht bij mij”, of: „ik vernam toen een hoorbare stem”, dienen dikwijls om anderen te overtuigen dat de Heere op een bijzondere wijze gesproken heeft. We hebben het volgende ter waarschuwing gelezen van de puritein Francis Roberts (1609-1675) in zijn werk over de verbonden: ”Het mysterie en merg van de Bijbel”. Hij had een christen gekend die in het begin zo hartstochtelijk hunkerde naar de zekerheid van Gods liefde, dat hij lange tijd achtereen vurig verlangde naar een stem uit de hemel. Wanneer hij soms in het eenzame veld liep, verlangde hij vurig dat er een miraculeuze stem uit de bomen en stenen zou komen. Deze zekerheid werd hem onthouden, na vele begeerten en verlangens. Maar te zijner tijd werd hem een betere zekerheid geschonken, in de gewone weg van het onderzoeken van het Woord en zijn eigen hart. Een ander voorbeeld ter lering kunnen we vinden in een werk van de Franse theoloog en schrijver Jean Charlier de Gerson (1363-1429). Hij schrijft over iemand die door verzoeking tot aan de grenzen van de wanhoop gedreven werd. Toen hij uiteindelijk door de Heere op een dierbare wijze bevestigd en verzekerd werd, vroeg iemand hem hoe hij daartoe gekomen was. Hij antwoordde: „Niet door een buitengewone openbaring, maar door mijn verstand aan de Schrift te onderwerpen en mijn eigen hart daarmee te vergelijken.”