Economie

Sterke euro gevaarlijk voor herstel

Nu de ergste crisissfeer rond het financiële systeem wat lijkt weggeëbd, beginnen overheden zich weer druk te maken om andere zaken; hun wisselkoers bijvoorbeeld.

Marcel ten Broeke
26 January 2013 10:59Gewijzigd op 15 November 2020 01:35
Foto Fotolia
Foto Fotolia

„Haast jullie en sterf!” beet de Japanse minister van Financiën, Taro Aso, deze week zijn oudere landgenoten toe in een opvallende poging de rap oplopende vergrijzingskosten in zijn land wat te kunnen drukken.

Maar er gebeurt meer opmerkelijks in Japan dezer dagen. De onlangs aangetreden premier Shinzo Abe haalt er alles uit de kast om de kwakkelende economie te stimuleren en het land definitief weg te trekken uit de spiraal van deflatie waarin het al jarenlang verkeert.

Naast vele tientallen miljarden aan extra overheidsinvesteringen poogt Abe daarbij ook de Japanse centrale bank meer voor zijn karretje te spannen. Onlangs stelde hij zelfs de binnenkort afzwaaiende bank­gouverneur te willen vervangen door iemand die wil dansen naar zijn politieke pijpen.

Alleen al die dreiging bleek deze week genoeg voor de Japanse centrale bank om zijn doelstelling voor de inflatie wat te versoepelen. En zo ziet Abe het graag: want extra inflatie is immers hét medicijn om de torenhoge Japanse staatsschuld (circa 240 procent van het bbp) ietwat draaglijker te maken.

Maar Abe wil meer. Met een expansiever monetair beleid zou de Japanse centrale bank een fors lagere koers van de yen –die sinds 2008 juist fors opliep– kunnen bewerkstelligen, wat de Japanse export een flinke boost zou kunnen geven.

Abe is niet de enige bestuurder die de waarde van de munt in zijn land graag wil drukken: in de VS, Groot-Brittannië, Canada en zelfs het vanouds monetair uiterst stabiele Zwitserland heeft de wisselkoers volop de aandacht. Zozeer zelfs dat de term ”valuta­oorlog” weer in zwang is. Gevreesd wordt, onder anderen door Bundesbankpresident Weidman, dat landen haasje-over zullen gaan in een poging hun munten naar beneden te krijgen en zo hun concurrentiepositie te bevorderen nu economische groei de komende periode wat lijkt tegen te gaan vallen.

Met lage rentetarieven en door in grote hoeveelheden staatspapier op te kopen, draaien ‘geldpersen’ van centrale banken wereldwijd overuren. ’s Werelds grootste obligatiebelegger, Pimco, berekende onlangs dat de zes grootste centrale banken wereldwijd sinds 2009 hun balansen met 6000 miljard dollar hebben opgepompt. Volgens Pimco kan dat –op termijn– niet anders dan tot hogere inflatie en een devaluatie van wisselkoersen leiden.

Een blik op de wisselkoersen leert dat het Japanse beleid al vruchten afwerpt. Tegenover 
de yen sterkte de euro de afgelopen maanden maar liefst 25 procent aan. Opvallend is, zeker nu de groeivooruitzichten in de VS florissanter lijken dan hier, dat de euro óók tegenover de dollar al zo’n 10 procent in waarde steeg. De Europese eenheidsmunt bereikte deze week op 1,34 dollar zelfs de hoogste koers in tien maanden.

„Gevaarlijk hoog”, noemde vertrekkend eurogroepvoor­zitter Juncker die eurokoers deze week zelfs. Het kan verkeren, want medio vorig jaar werd nog hardop gesproken over een ”grexit” of zelfs een uiteenklappen van de eurozone, en zakte de munt juist weg.

Het herstel van de euro kan worden gezien als een hoopvol signaal dat het de goede kant opgaat in de eurozone, zoals Europese beleidsmakers dezer dagen in koor verkondigen.

Een belangrijke reden voor de aantrekkende euro lijkt echter te zijn dat het beleid van de Fed en de Bank of Japan veel expansiever is (of zal zijn) dan dat van de ECB. De verwachting is dat mede daardoor de koers van de euro de komende maanden verder zal aantrekken.

Exporteurs zullen dat met lede ogen aanzien, omdat een hogere eurokoers hun producten relatief duur maakt. Nu consumenten en overheden in de eurozone door bezuinigingen en hervormingen de hand op de knip houden en hun schulden aflossen, is juist de export voor de eurozone als groeimotor van belang. Een hoge koers kan het herstel daarmee danig in de wielen rijden.

Op de financiële markten lijkt het Europese herstel onmis­kenbaar aanwezig, met stijgende koersen van aandelen en de euro als gevolg. Van serieus herstel is echter pas sprake wanneer dat zich dat ook uit in de reële economie en er dus weer nieuwe groei ontstaat én werkgelegenheid. Tot die tijd is de crisis, alle ronkende taal ten spijt, nog niet over. Sterker; juist het feit dat het nu zo ‘goed’ gaat met de euro, kan er dan toe leiden dat het straks weer meer bergafwaarts gaat in de eurocrisis.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer