Catechismus tegen secularisatie en Bijbelanalfabetisme
Bidden, schrijven, knielen en zingen. Dat was het dagelijks patroon van de 83-jarige dr. Ben Wentsel tijdens het schrijven van zijn ruim 700 bladzijden tellende ”Protestantse (Katholieke) Catechismus”, die zaterdag 10 november is gepresenteerd. Dr. Wentsel is een gedreven theoloog die op een spirituele wijze zijn werk doet. „We moeten niet alleen óver Hem praten, maar ook mét Hem.”
In de catechismus, opgesteld in de vorm van vraag en antwoord, geeft de gereformeerde emeritus predikant dr. Wentsel een antwoord op de secularisatie en op het ontstellende „bijbelanalfabetisme.” „Ik had geen zin om niets te doen. Ik heb mijn talent willen gebruiken”, lacht de nog altijd energieke theoloog. In zijn ruime appartement aan de rand van Den Haag, slechts 100 meter van de Noordzee gelegen, heeft hij een grote werkkamer, waarin hij een belangrijk deel van de dag doorbrengt.
De kern van zijn levenswerk ligt op het terrein van dogmatiek en geloofsleer. Dr. Wentsels 4-delige ”Dogmatiek” in 7 banden telt bijna 5000 bladzijden. De uiterst belezen auteur behandelde hierin nagenoeg alle theologische thema’s en vatte in 2006 de zeven banden samen in een (opnieuw lijvige) tweedelige uitgave ”HIJ-IS-ER-BIJ” , vertaling van het Hebreeuws+e Jahweh. In origineel, soms vlammend taalgebruik geeft hij zijn dogmatische bespiegelingen weer, ongebruikelijk in dit theologisch genre. Niet voor niets viel eens het woord „vuursymfonie” voor Wentsels dogmatische werk.
Bij de presentatie van ”HIJ-IS-ER-BIJ” in 2006 merkte de hervormde theoloog dr. J. Hoek op dat het boek een aanwinst voor het theologisch onderwijs was vanwege de verwevenheid van spiritualiteit en katholiek-gereformeerde bezinning, maar hij vond „de ruif voor doorsneestudenten nog te hoog hangen.” Die opmerking trok dr. Wentsel zich aan en hij ging opnieuw aan het werk, met als gevolg de tweedelige –grote en kleine– catechismus.
De Rooms-Katholieke Kerk maakte volgens dr. Wentsel ernst met haar leeropdracht door drie catechismussen in de twintigste eeuw uit te geven, waaronder de ”Katechismus van de Katholieke Kerk” (1995). „Maar waar blijven de protestantse catechismussen? Een protestantse parallel ontbreekt. ”Fundamenten en perspectieven” uit 1949 is geen normatief kerkelijke belijdenis. De ”Doornse catechismus” uit 2010 van enkele protestantse predikanten ademt een geest die kritisch staat tegenover het kerkelijk belijden. Vastheid roept verzet op van subjectivisten en van de ik-vindtheologie. Liberalen willen baas zijn in eigen hart en hoofd en wensen geen binding aan standaarden. Conservatieven willen bij het oude blijven en zijn wars van vernieuwing. Hobbyisten wensen dat hun specialiteiten en afwijkingen kerkelijk worden geijkt. De kerk dient echter dwars door alles heen het Woord Gods en de leer der apostelen te belijden, ook tegenover eigentijdse stromingen.”
Dr. Wentsel wil met zijn catechismussen zoekenden houvast bieden en daarin aansluiten bij het verleden. „De Geest der waarheid gaf ons vele credo’s en belijdenisgeschriften. We zijn lid van de ene katholieke apostolische kerk. De kerk belijdt van het begin af en tot heden. Het getuigt van hoogmoed en individualisme als we het waarheidswiel opnieuw willen uitvinden. De continuïteit is groter dan het verschil, al dienen we antwoorden te geven op hedendaagse probleemstellingen.”
Dr. Wentsel is geschokt door het analfabetisme op het gebied van Bijbelkennis, dat volgens hem pastorieën niet voorbijgaat. „Het analfabetisme groeide met sprongen toen het catechisatiebezoek inzakte. Velen kennen de kerkgeschiedenis en de belijdenisgeschriften niet of nauwelijks meer. Laten we beginnen om de Bijbel weer aan tafel te lezen, aan de hand van dagteksten of een keer helemaal door een Bijbelboek heen te gaan. De Bijbel is altijd verrassend, soms ook irriterend en confronterend.”
Geen gewoon boek
Dr. Wentsel benadrukt dat zijn nieuwe werk geen gewoon boek is, maar een appel om de secularisatie terug te dringen en de Heere en Zijn kerk op de voorgrond te plaatsen. „We kunnen wel klagen over de secularisatie, maar wat doen wij ertegen? De secularisatie heeft ons overvallen. We hadden er geen weerstand tegen.”
Toen dr. Wentsel in 1973 als predikant in Den Haag kwam, waren er in de wijk West vier goed gevulde kerken. „Ik kerk nu in de Bergkerk, waar zo’n honderd kerkgangers samenkomen, allen oud, de meesten boven de zeventig jaar. Men opperde zelfs dat op de lange termijn alle kerkgangers in Den Haag in de Grote Kerk in het centrum kunnen en moeten. Toch heb ik besloten om niet moedeloos te worden. Christus weet van de leegloop en daarom leg ik het in Zijn hand. Ik trek me het niet zo aan dat mijn levensvreugde erdoor wordt vergald.”
Met acht redenen verklaart dr. Wentsel het motief van zijn boek. Dat is primair de verkondiging van de Naam van God in verzet tegen de secularisatie. „Onze hemelse Vader wil dat de harten en hoofden van het Nederlandse volk weer vol worden van Hem en dat in school en parlement Zijn Naam met eerbied wordt genoemd en geroemd. Wij kunnen dit niet bewerken, Hij kan dat wel. Wie had in de twintigste eeuw gedroomd dat er nu in Moskou weer 200 kerken zouden worden gebouwd? Dit kan ook weer bij ons gebeuren. Er kan een kentering optreden.”
Daarom plaatste dr. Wentsel bij iedere „oefening” een gesprek met God als gebed voorop. Dat was ook zijn dagelijkse praktijk. „Ik ging elke morgen eerst in gebed over het onderwerp dat ik die dag wilde uiteenzetten. Ik vroeg de Heilige Geest om Zijn leiding en antwoord. Dat vond ik in de eerste plaats in de Schrift en van daaruit in de leer van de kerk.”
Na het moment van gebed toog dr. Wentsel naar de computer en ging schrijven. „Als ik daarin vastliep, ging ik op de knielbank, die ik als predikant in Oudewater eens in Utrecht kocht bij een antiquariaat. Als ik het antwoord gevonden had, kroop ik achter de piano en hief een danklied aan. Bidden, schrijven en danken. Het gaat om de eenheid van hersenen en hart, van getuigenis en wetenschap.”
Evenals in zijn tweedelige dogmatiek ”HIJ-IS-ER-BIJ” neemt in dr. Wentsels catechismus de dialoog met de islam een belangrijke plaats in. Op de presentatiebijeenkomst vandaag waren ook verschillende moslims aanwezig. In Den Haag is ruim 10 procent van de bevolking moslim. „Bij ieder onderdeel vermeld ik wat moslims erover leren. In weinig of geen kerkelijke leerboeken wordt dit gedaan. Moslims en christenen moeten zware weerstanden tegen de dialoog overwinnen, maar het aangaan van het gesprek is altijd beter dan het zich afzetten tegen elkaar en praten over elkaar buiten elkaar om, laat staan elkaar met geweld belagen. Verdieping in elkaars leer is hachelijk en vraagt inlevingsvermogen, maar is noodzakelijk om vervreemding en isolement te voorkomen of te overwinnen.”
Dr. Wentsel noemt de lessen in de catechismus „oefeningen”, opdat mensen getraind worden in het verkrijgen van Bijbelkennis en het oor lenen aan „de Oefenmeester van Omhoog.” „Soldaten gaan op oefening om ervaring te krijgen, sportlui trainen regelmatig om soepel en vaardig te blijven en niet in een lagere klassering terecht te komen. Musici oefenen om bij concerten het hoogst gewenste resultaat te halen. In de kerk kreeg de oefenaar een plaats als uitlegger van de Bijbel. We moeten ons dagelijks inspannen om te groeien in heiliging en mensen voor onze Heer te winnen, maar Hij geeft de kracht daarvoor. Wie zich al dribbelend traint in Bijbelkennis maakt slagvaardig goals.”
Zoals musici oefenen om hun vaardigheden op peil te houden, dienen kerkleden zich volgens dr. Wentsel te trainen in het gebruik van hun charisma’s om deze op anderen af te stemmen tot bloei van de gemeente. „Een prediker met spreekvaardige charisma’s spreekt echter niet over zijn hobby’s, maar verkondigt Gods Woord. Omdat wij onderhevig zijn aan tunnelvisies, eigenzinnigheid en boosaardige invloeden, dienen we kritisch te staan tegenover onszelf en ons door Gods Woord te laten corrigeren. Dit geldt ook voor synodes en concilies.”
Gaven van de Geest
Dr. Wentsel wil het gebruik van de gaven van de Geest helpen bevorderen. „Ieder die Jezus aanvaardt als Heer, krijgt ook Zijn Geest en gaven van heiliging en toerusting. Samen krijgen we talentstukken toevertrouwd, zoals twintig eeuwen christendom. Wat doen we ermee? Hoe vermenigvuldigen wij de gaven en talentstukken?”
De emeritus predikant zegt dat hij het charisma van het studeren en het leren heeft. „Ik heb liefde voor de leer. Denk niet dat de leer een droge, onbetekenende zaak is. Een lichaam bestaat uit hoofd, romp en leden. Als er iets mis gaat in het hoofd, gaat het overal mis. Ik roep mensen op om hun charisma te gebruiken en met De Kleine Protestantse Catechismus aan het werk te gaan. Maak leerlingen, maar vooral: ga daarbij steeds in gebed. Dan gaat er wat veranderen.”
Dogmatisch levenswerk begon met „bijzondere stem” in Pingjum
De Grote Protestantse Catechismus. Vijftig gesprekken met en over God. De Kleine Protestantse Catechismus, dr. B. Wentsel;
uitg. Kok, Utrecht, 2012; ISBN 978 90 435 2066 9 en 978 90 435 2060 7; 736 en 142 blz.; € 45 en € 13,50.
Boekgegevens
Ben Wentsel is geboren op 13 juli 1929 te Ridderkerk, waar zijn vader Ben Wentsel gereformeerd predikant was. Van 1947 tot 1952 studeerde hij aan de (destijds zogeheten) Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland in Kampen. Hij was gereformeerd predikant in het Friese Pingjum-Zurich (1953-1957), Oudewater (1957-1963), De Lier (1963-1967), Beverwijk-Heemskerk (1967-1973) en Den Haag-West (1973-1990).
In 1948 raadde Wentsels vader hem aan in de vakantie het ”Handboek van de gereformeerde dogmatiek” (1938), van Anthony Gerrit Honig (1864-1940) door te nemen. Sinds die tijd heeft hij belangstelling voor de leer. „Ik lag eens geknield in gebed in de pastorie in Pingjum, toen ik een luide stem hoorde zeggen: „Deze is Mij een werktuig.” Ik schrok. Wie riep dat? Verbeeldde ik me dat? Mij was geleerd dat God in de tijd na de apostelen niet meer direct tot ons spreekt. Ik liep naar buiten en zag niemand. Ik besloot deze ervaring voor mij te houden. Als ik het zou vertellen, zou niemand dit geloven.”
Later kwamen deze woorden bij hem terug. Dr. Wentsel: „Ik ben mij steeds meer gaan toeleggen op studeren en schrijven over de leer, en doe dit nog steeds. Ik voelde mij geroepen de vruchten van Bijbelstudie in relatie met eigentijdse ontwikkelingen door te geven. Zonder de Bijbel weten we niets van God en Zijn heilsplan. Alle geloofsleer is daarop gegrond. Het vraagt meer dan één leven om deze goed te kennen en correct toe te passen.”
In 1970 promoveerde hij op ”Natuur en genade. Een introductie in en confrontatie met de jongste ontwikkelingen in de rooms-katholieke theologie inzake dit thema”. Dr. Wentsel schreef onder meer ”De koers van de kerk in een horizontalistisch tijdperk I en II” (1972), en ”Hij voor ons, wij voor Hem. Over gerechtigheid, verzoening en gericht” (1973).
Toen dr. Wentsel in 2002 voor de Evangelische Theologische Academie in Zwijndrecht een module over symboliek schreef omdat studenten uit evangelische kringen meer wilden weten van belijdenissen, raakte hij onder de indruk van de rijke inhoud van de diverse geloofsbelijdenissen. Samen met dr. E. de Vries verzorgde hij het catechisatieboek ”Samen op weg naar mondig geloven” (1972), dat vijf drukken beleefde.
Na zijn ”Dogmatiek” (1981-1998) en ”HIJ-IS-ER-BIJ” (2006) schreef dr. Wentsel recent zijn ”Protestantse (Katholieke) Catechismus”, in een grote en een kleine versie. De grote catechismus vermeldt noten en literatuur, de kleine is bestemd voor doorsneegemeenteleden. „Deze laatste is gemakkelijk te verteren en geschikt als verjaardagsgeschenk. Ik doe een appel op gelovigen om al biddend, lerend en werkend het secularisme terug te rollen, opdat de Heere het als een kaartenhuis ineen doet storten en heel Nederland de Naam van Hem als grondslag neemt en roemt.”