Cinjees bouwden een luchtkasteel
De ondergang van het verzekeringsimperium van de ondernemersfamilie Cinjee veroorzaakte in juli vorig jaar een schok in Sliedrecht en wijde omgeving. Het faillissement is nog steeds niet afgewikkeld. Voormalige medewerkers schetsen een ontluisterend beeld van de dramatische slotfase.
Ruim een jaar na het faillissement van Cinjee Advies en de kluwen aan BV’s die onder deze holding hingen, lopen de frustraties bij betrokkenen nog steeds hoog op.
Enkele gedupeerden richtten vorige maand een stichting op, die niet alleen naar financiële genoegdoening streeft maar ook een poging gaat doen om de Cinjees voor de strafrechter te slepen. Bij de stichting hebben zich tot deze week ruim veertig mensen gemeld, zegt woordvoerder Mike Pieterson. „En er komen er nog dagelijks bij.”
Het gaat om een bont gezelschap: verzekeringstussenpersonen die de afgelopen jaren hun portefeuille op afbetaling verkochten aan Cinjee Advies, particulieren die in de laatste maanden door de Cinjees werden overgehaald om in het noodlijdende bedrijf te investeren en voormalige medewerkers.
De schulden die Cinjee Advies achterliet zijn enorm. Uit de faillissementsverslagen van curator Eddy Butin Bik blijkt dat de tussenpersonen voor 44 miljoen euro aan vorderingen op Cinjee hebben. Daar bovenop komt nog 8 miljoen euro van particuliere investeerders. Die laatsten bungelen onder aan het lijstje van de curator. De kans dat zij nog iets van hun geld terugzien lijkt minimaal.
Twee weken geleden schonk het televisieprogramma TROS Opgelicht?! uitgebreid aandacht aan de zaak. Voor het oog van kijkend Nederland werden de Cinjees door gedupeerden beschuldigd van regelrechte misleiding. De ondernemersfamilie zou –met name in de laatste fase– zelfs misbruik hebben gemaakt van het vertrouwen van „geloofsgenoten” uit de eigen kerkelijke gemeenschap.
Mees Cinjee junior, voormalig algemeen directeur van Cinjee Advies, wees na de uitzending in een reactie tegenover deze krant de beschuldigingen van de hand. De zakelijke relaties waren volgens hem op de hoogte van de risico’s die zij liepen. Ook aan de contracten met particuliere investeerders mankeerde niets. Zij kregen netjes hun termijnen betaald totdat het faillissement roet in het eten gooide, verklaarde Cinjee.
Toch lijkt het erop dat de Cinjees wel degelijk iets te verwijten valt. Een reconstructie van de ondergang van het familiebedrijf toont aan dat er in het laatste jaar van alles misging. Het management bleef echter halsstarrig bouwen aan wat achteraf een luchtkasteel bleek te zijn.
Bemiddeling
Pater familias Mees Cinjee senior begint na een loopbaan in de bankenwereld in 1997 voor eigen rekening met bemiddeling in verzekeringen. Dat doet hij samen met zijn dochter Marianne, die aan de heao bedrijfseconomie heeft gestudeerd. Later komen ook de zoons Mees junior en Peter en dochter Nelleke in het bedrijf en in de directie. Samen vormen de familieleden de vennootschap onder firma Cinjee Advies.
Als intermediair voor verzekeraars weet het bedrijf zich een stevige positie te verwerven. Het behartigt de zaken van duizenden klanten. De activiteiten groeien snel door de aankoop van assurantieportefeuilles van andere zelfstandige tussenpersonen. Cinjee heeft hiervoor iets nieuws bedacht: hij betaalt de aankopen niet in één keer, maar in termijnen. Zo kan hij met relatief weinig vermogen fors uitbreiden.
Natuurlijk gaat een verkoper niet zomaar akkoord met termijnbetaling. Daar moet een zekerheid tegenover staan. Geen probleem: Cinjee geeft hem pandrecht op de verzekeringsportefeuille. Dat wordt netjes in een contract vastgelegd en gebeurt te goeder trouw. Het verpanden van portefeuilles is een praktijk die in de branche vaker voorkomt.
Later, na het faillissement, zal blijken dat deze zekerheid vooralsnog gebakken lucht is. Tot frustratie van de gedupeerden erkent de curator de verpandingen niet. Tussenpersonen en ook particulieren die nog geld tegoed hebben van Cinjee kunnen de portefeuilles daardoor niet opeisen. Inmiddels loopt hierover een gerechtelijke procedure en Butin Bik sluit niet uit dat er meer volgen. „We zullen waarschijnlijk bij de Hoge Raad uitkomen. Het gaat hier om een principiële kwestie”, zegt de curator desgevraagd.
Volmachtkantoor
De Cinjees doen goede zaken. In 2008 krijgen ze de felbegeerde status van volmachtkantoor. Een aantal grote verzekeringsmaatschappijen heeft zo veel vertrouwen in de Sliedrechtse onderneming, dat deze in hun naam naar de klanten toe mag optreden. Cinjee krijgt, zoals dat in het vak heet, „de pen en de portemonnee van de verzekeraar.” ASR Verzekeringen bijt het spits af. Later volgen Nationale Nederlanden, London Verzekeringen en Reaal Verzekeringen.
Cinjee Advies, inmiddels omgezet in een besloten vennootschap (BV), groeit ook in 2009 en 2010 stormachtig door.
Pieter van den Boogaard, die in 2010 als financieel adviseur bij Cinjee in dienst kwam, verklaart dat het bedrijf met het voortdurend opkopen van portefeuilles te hoge risico’s ging nemen.
„Voor zo’n bestand wordt een bedrag betaald dat gerelateerd is aan de premies die de klanten betalen. Normaliter betaal je als koper voor een portefeuille maximaal drie keer de jaaromzet, die je verspreid over zes of zeven jaar afbetaalt. Verkopers zijn meestal tussenpersonen die tegen het einde van hun loopbaan zitten of om een andere reden willen stoppen. Maar de Cinjees wilden steeds verder groeien. Daarbij richtten ze zich ook op goedlopende portefeuilles met volop perspectief. Om die binnen te halen moesten ze flink hogere bedragen bieden. Ze betaalden zelfs vijf tot zeven keer de portefeuilleomzet”, legt Van den Boogaard uit.
De bedoeling was om die portefeuilles te „verrijken.” Van den Boogaard: „Een gemiddeld huishouden heeft acht tot tien verzekeringen. Als er in een overgenomen portefeuille bijvoorbeeld twee polissen per huishouden zitten, is er voor de nieuwe tussenpersoon nog veel te winnen. Hij zal zijn best doen om zijn klanten over te halen om die andere polissen ook via hem te laten lopen.”
Dat verrijken vergt natuurlijk een stevige inspanning maar ook een perfecte administratie. En daar ging het fout. Van den Boogaard: „We konden het niet meer bijbenen. Op een gegeven moment had Cinjee 270.000 relaties in de boeken. Dat is enorm veel. Grote professionele tussenpersonen hebben maximaal 100.000 tot 150.000 klanten. Dan praat je over kantoren met landelijke spreiding over diverse vestigingen en een goed geoliede organisatie. Bij Cinjee werd alles vanuit de ene vestiging in Sliedrecht bediend.”
Volgens de voormalige medewerker liep de service aan de klanten terug, met desastreuze gevolgen. „Een klant heeft het recht om morgen over te stappen naar een andere tussenpersoon. Als hij dat doet, ben je je provisie kwijt. Klanten van Cinjee vertrokken. Voor sommige portefeuilles liep het verloop op tot wel 40 procent. Een portefeuille van bijvoorbeeld 100.000 euro is dan nog maar 60.000 euro waard. In zo’n geval zit je al snel op je aflossingsverplichting aan de oorspronkelijke verkoper, laat staan dat je er nog wat aan verdient.”
Fijne sfeer
Ineke Bezemer kwam in 2009 in dienst bij Cinjee. De nu 56-jarige vrouw herinnert zich de fijne sfeer onder het personeel. „We hadden een hele goede band met elkaar. Ik had het er echt naar mijn zin.”
Bezemer begon als administratief medewerkster maar kreeg later ook commerciële taken. „Ik voelde me heel verantwoordelijk. Daarom had ik er moeite mee dat er fouten werden gemaakt. We moesten polissen zo snel mogelijk invoeren, want dan konden we premies incasseren. Maar dat ging ten koste van de kwaliteit. Dan werd bijvoorbeeld een verkeerd bedrag ingevoerd, of een bedrag per maand in plaats van per kwartaal. Dat werd later wel hersteld, maar je kreeg toch ontevreden klanten.”
Het verlies aan provisie-inkomsten probeerde Cinjee Advies op te vangen door de jacht op nieuwe overnames te verhevigen. Vooralsnog kon het bedrijf daarbij profiteren van de luxe positie als volmachthouder. Die is namelijk gunstig voor de liquiditeit.
Van den Boogaard: „Stel dat een klant per maand 100 euro aan premie betaalt. De tussenpersoon krijgt daarvan ongeveer 20 euro, de rest gaat naar de maatschappij. Maar als volmachthouder krijg je 10 procent extra, in dit voorbeeld dus 30 euro. Bovendien hoef je de overblijvende 70 euro pas na twee maanden aan de maatschappij af te dragen. Daardoor krijgt je liquiditeit een enorme boost.”
Daar staat echter tegenover dat een volmachthouder ook meer verantwoordelijkheden draagt. „Je moet schades zelf afhandelen en voorschieten. Je dient dus eerst de klant te betalen en daarna pas te declareren bij de maatschappij.”
In 2010 blijkt dat Cinjee Advies steeds meer steken laat vallen. Van den Boogaard: „Ze betaalden schades te laat of niet volledig uit, maar declareerden al wel bij ASR. ASR kreeg daar lucht van en trok uiteindelijk de volmacht in. Cinjee moest het liquiditeitsoverschot meteen terugbetalen. Dat ging om heel veel geld.”
Cinjee spande een kort geding tegen de verzekeraar aan, maar verloor dat. Uiteindelijk bleek ASR bereid tot een betalingsregeling. Volgens de voormalige medewerker was die nauwelijks op te brengen. „Het ging om iets van 80.000 euro per maand. Een bizar bedrag.”
Geen salaris
Eind 2010 blijkt Cinjee de salarissen van de medewerkers niet te kunnen betalen. Ineke Bezemer herinnert zich: „We kregen per e-mail de mededeling dat we het geld later zouden krijgen. Het bleek toen al maanden niet goed te gaan met het bedrijf.”
Om aan zijn verplichtingen, waaronder het salaris van de medewerkers en de aflossingen op gekochte portefeuilles, te kunnen voldoen moest Cinjee in oktober portefeuilles verkopen. Volgens vakblad Assurantiemagazine wist het bedrijf daarmee 650.000 euro binnen te halen.
Cinjee krijgt ook hulp van het Rotterdamse intermediairbedrijf SAA Nederland. Dat treedt vanaf november als zogenoemde backoffice op: SAA neemt administratieve taken en ook het incasseren over. Cinjee moet daarvoor 35 procent van zijn inkomsten afstaan aan SAA. Ook de volmacht waar Cinjee fors mee verdiende, is voorbij. SAA stelt op zijn beurt een lening van 500.000 euro aan Cinjee beschikbaar om de wintermaanden te overbruggen.
Tot verbazing van de branche blijkt Cinjee in januari 2011 weer verzekeringsportefeuilles op te kopen. Mees Cinjee junior is tegenover Assurantiemagazine optimistisch over de toekomst. Volgens hem realiseerde het familiebedrijf in 2010 een boekhoudkundige winst van 7 miljoen euro en zou dat in 2011 zelfs verdubbelen.
Intussen is ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zich met Cinjee gaan bemoeien. In januari 2011 neemt de toezichthouder een deel van de boekhouding in beslag. Het blijkt dat dossiers niet in orde zijn. De AFM vraagt ook de jaarcijfers over 2010 op. Als die op zich laten wachten, legt de waakhond in de loop van het voorjaar twee keer een dwangsom op.
Door de bemoeienis van de AFM komt Cinjee negatief in de publiciteit. De negatieve spiraal zet zich door: steeds meer klanten lopen weg, de doorlopende provisie-inkomsten lopen daardoor nog verder terug terwijl de te betalen aflossingen voor opgekochte portefeuilles gelijk blijven.
Van den Boogaard: „De AFM zet alles op zijn website. Dat is de schrik van iedere tussenpersoon want dat zien je klanten ook.”
Als huisbankier Rabobank in de loop van het voorjaar ook nog eens zijn kredietfaciliteit opeist, is de ramp voor Cinjee compleet.
Kaspositie
Bezemer krijgt in die tijd het gevoel dat er dingen niet in de haak zijn. „Ik ving op dat collega’s onder druk werden gezet om mensen te bellen met de vraag of ze in Cinjee wilden investeren.”
Het blijkt een ultieme poging van Cinjee Advies om de kaspositie te verbeteren. Terwijl het bedrijf op omvallen staat, worden nog honderdduizenden euro’s met beloften van een hoog rendement losgepraat bij particuliere relaties.
Rien Quist, een voormalige zakenpartner van Cinjee Advies, vindt het niet juist om deze mensen naïef te noemen. Cinjee trok al sinds 2006 geld aan bij particulieren. Die vonden het aantrekkelijk om in het bedrijf te investeren, want het rendement lag beduidend hoger dan bij een bank. En net als de tussenpersonen kregen deze particulieren verzekeringsportefeuilles als onderpand.
„Dat was gewoon koosjer. De portefeuille zou op waarde worden gehouden als klanten zouden weglopen of overlijden. Bij een onverhoopt faillissement kon je die portefeuille verkopen aan een tussenpersoon en had je je geld terug. Het enige risico was de marktwaarde. Dat was een aanvaardbaar risico. Vergelijk het met een huis als onderpand. Ook dat kan in waarde stijgen of dalen. Maar na het faillissement liep iedereen tegen het probleem aan dat de curator de portefeuilles niet vrij wil geven”, zegt Quist.
Bezemer heeft nog een andere verklaring: „Ik begrijp best dat mensen erin zijn getuind. De Cinjees hebben heel veel overredingskracht. Ze zijn ontzettend dominant.”
De redding van Cinjee wordt door het management nog steeds verwacht van doorgaande groei. Tot op het laatst denkt men zo het bedrijf overeind te houden. Van den Boogaard: „Ze bleven zelf geloven in hun eigen succes. Het doel was 400.000 klanten binnen te halen, dan zou de zaak weer in balans zijn.”
Rare sprongen
Als de curator later de zaak onderzoekt, blijkt dat de Cinjees met de verpanding van portefeuilles aan tussenpersonen en investeerders in die laatste fase rare sprongen maakten. Sommige portefeuilles werden meerdere keren verpand aan verschillende personen. De administratie was chaotisch. Volgens Quist waren er ook investeringen binnengehaald waar zelfs helemaal geen onderpand aan werd gekoppeld. „De familie had alle realiteitszin uit het oog verloren”, stelt hij.
Zelf verkeerde de zakenpartner in de bijzondere situatie dat hij binnen de onderneming van Cinjee voor eigen rekening werkte. Ook zijn bezit bleek niet veilig, maar daar kwam hij pas na het faillissement achter.
„Mijn contract voorzag in zo’n situatie. Ik kon uit de zaak stappen, want het was mijn assurantieportefeuille, mijn eigendom, het waren mijn klanten. Daarom ging ik mijn portefeuille ophalen. Wat bleek? Bijna alles was weg! Ongelooflijk. Zelfs verpand aan anderen.”
Op dit moment is hij voor 400.000 euro gedupeerd. Hij heeft nog steeds hoop daar een deel van terug te krijgen. „Zodra de curator de portefeuilles vrijgeeft, zal blijken wat ieders onderpand nu nog waard is. Dan weten we precies wat de familie Cinjee en hun financieel directeur Eelko Kooistra hebben aangericht. Dan weten we de werkelijke schade.”
De sfeer op kantoor was inmiddels behoorlijk verziekt. „Je kon de directie niet meer tegenspreken. Wie anders dacht was in no-time letterlijk buiten dienst. Mees senior en junior waanden zich de ongekroonde koningen. Hun wil was wet en hun mening was de absolute waarheid”, verklaart Quist.
Zakgeld
In april krijgt het personeel opnieuw te weinig loon. Vanaf mei wordt niets meer uitbetaald, ook het vakantiegeld niet. Toch blijven de meesten loyaal hun werk doen. Ineke Bezemer: „De Cinjees komen heel geloofwaardig over. Ze beloofden steeds te betalen maar deden het niet. Ze deden alsof je loon zakgeld was, je moest blij zijn dat je salaris kreeg. Dat word je een keer zat.”
Dat Cinjee niet meer betaalt, is verklaarbaar. Een oud-ondernemer heeft via de rechter beslag laten leggen op de binnenkomende gelden. De Cinjees hopen door een reorganisatie waarbij de helft van de 275 banen moet verdwijnen het tij te keren, maar die komt niet meer van de grond.
Eind mei stuurt Cinjee nog een brandbrief naar minister De Jager (Financiën). In de brief stelt het bedrijf de werkwijze van de AFM aan de kaak, die de bedrijfsvoering ernstig zou hebben belemmerd en mede verantwoordelijk zou zijn voor de problemen. Ook vraagt Cinjee om een borgstelling van de overheid voor een banklening van 7 miljoen euro. Tevergeefs.
Als in juni de Belastingdienst kantoormeubilair wil veilen, is duidelijk dat het einde nabij is. De vakorganisaties RMU en CNV Dienstenbond staan de ondernemingsraad en de medewerkers bij. De tijd dringt: uitkeringsinstantie UWV betaalt maximaal dertien weken salarisachterstand. Begin juli zien de bonden geen andere mogelijkheid meer dan het faillissement aan te vragen. Op 19 juli valt het doek.
Verklaring familie Cinjee
De familie Cinjee heeft een gepland gesprek met deze krant afgezegd en wil niet meer op de zaak reageren. Het aanbod om de tekst van dit artikel ter inzage te krijgen en van commentaar te voorzien, wordt van de hand gewezen. Namens de familie stuurt Mees Cinjee junior de volgende verklaring toe.
Verklaring voormalige directie van Cinjee Advies:
Het ontstane liquiditeitsgat, vanwege het overgaan van het voorafincasso- naar achterafincasso-model kon worden hersteld door de aanwezige mogelijkheden in de markt, wat echter onmogelijk werd door een compleet lamleggende beslaglegging vanuit de Voorzieningenrechter.
Wij allen hebben er tot het eind toe in geloofd!
Het faillissement hebben we niet bedoeld en niet gewild!
Wij vinden het erg voor alle personen die betrokken zijn bij het faillissement.
Aanvulling 8/10
„In RD 6-10 wordt bij monde van onder anderen Pieter van den Boogaard verslag gedaan over de ondergang van het bedrijf Cinjee Advies. Na lezing van dit artikel vragen mensen ons of wij die persoon zijn, omdat Pieter jr. van 2004 tot 2009, naast zijn studie, bij dit bedrijf heeft gewerkt. Er is echter geen enkele relatie tussen ons en de in het artikel genoemde Pieter van den Boogaard. Dit om misverstanden te voorkomen.”
Pieter van den Boogaard sr. te Sliedrecht en Pieter van den Boogaard jr. te Tholen