Ds. C. Harinck 50 jaar predikant in Geref. Gemeenten
KORTGENE – Al jong, op zijn 24e, werd hij ouderling, in de gereformeerde gemeente te Goes. Een jaar later, in 1958, liet het curatorium van de Theologische School in Rotterdam hem toe tot de predikantsopleiding. Vandaag is het een halve eeuw geleden dat kand. C. Harinck in Utrecht tot dienaar van het Woord werd bevestigd. „Eens zal er geen kerk meer zijn.”
Het gesprek vindt nog plaats in het Zeeuwse Kortgene, waar ds. Harinck en zijn vrouw na zijn emeritaat, per 1 oktober 2003, een bungalow betrokken. De meeste vertrekken zijn echter leeg, en de verhuisdozen staan hoog opgetast. Inmiddels is het predikantsechtpaar verhuisd, naar Kapelle, waar twee van de vijf kinderen wonen.
Hun beider wortels liggen in Zeeland: die van hem in Goes; haar wieg stond in Biezelinge. Maar het gezin waarin zij opgroeiden, was heel verschillend. Ds. Harinck (79): „Mijn vrouw komt uit een echt Gereformeerde Gemeentengezin. Haar opa Snoep is ouderling geweest, en haar oudere broer was ds. A. Snoep, die in 1988 op 58-jarige leeftijd is overleden.”
Zelf groeide hij op „zonder kerk, zonder Bijbel, zonder God. Mijn vader kwam oorspronkelijk uit de Hervormde Kerk. Maar zíjn vader had daar, in de crisistijd, al mee gebroken. Mijn vader was zeer socialistisch, stemde SDAP, was een vurig aanhanger van Troelstra. En ik was lid van de AJC, de Arbeiders Jeugd Centrale, liep ook met zo’n pakje en zong de Internationale.
Mijn moeder was van rooms-katholieke komaf. Zij is jong gestorven, is maar 51 geworden.”
Via onder anderen Jannie, zijn latere vrouw, kwam de jonge Cor uiteindelijk toch bij de kerk, „het zwartekousenkerkje”, terecht. „Niet dat ik daarvoor nooit eens indrukken van het bestaan van God had. Ik denk dat iedereen die wel heeft. Ik weet nog dat mijn oom Piet overleed, nog jong, en dat hij op zijn sterfbed riep: „Ik wíl niet dood!” En als ik in de boomgaard ’s avonds de zon zag ondergaan, dacht ik: Dit kan er toch niet zomaar zijn?”
De dag waarop hij gedoopt werd, is de predikant altijd bijgebleven. „Dat moment heeft een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. Ik, een buitenstaander, een heiden – ik werd gedoopt. Dat was een wonderlijke tijd, ook de periode ervoor. Ik mocht, na geworsteld te hebben met de leer van de predestinatie, veel smaken van de liefde van Christus en de kracht van Zijn offer.
Ook mijn broer Frans is in die tijd uit de wereld getrokken. Ik kon er niet over zwijgen. Als ik mensen zag lopen, dacht ik: Allemaal mensen met een ziel voor de eeuwigheid.
Rond die tijd ben ik ook geroepen tot het predikambt, vanuit Jesaja 40:1: „Troost, troost Mijn volk…” Dat was een opdracht – zo ervaar ik het nog altijd. Maar toen wist ik nog niet dat ik predikant moest worden. Ik werd ouderling, in Goes. Maar in mijn hart bleef het: „Predik het Woord.” Ik zette dat steeds van me af. Ds. A. F. Honkoop, die destijds in Goes stond, zei op een gegeven moment tegen me: „Cor, nu moet je je niet langer verzetten.” „Ja maar…” Kort en goed: ik kreeg een attest, en niet lang daarna ben ik aangenomen. Dat was in 1958, ik was 25.”
Zijn intrede in Utrecht vormde een hoogtepunt in de afgelopen vijftig jaar, zegt ds. Harinck terugblikkend. „Nog een hoogtepunt: het moment waarop onze zoon Wout werd aangenomen op de Theologische School in Rotterdam. Volgend jaar hoopt hij zijn 25-jarig jubileum te herdenken. Dan denk je: Heere, wie ben ik en wat is mijn huis?”
Pijnlijk
„Pijnlijke ervaringen en moeilijke tijden” waren er in de achterliggende halve eeuw echter ook, schreef De Saambinder, het orgaan van de Gereformeerde Gemeenten, vorige week ter gelegenheid van zijn aankomend jubileum. Ds. Harinck: „De jaren 2000 tot en met 2002 zijn wel een dieptepunt geweest.”
In die periode verscheen zijn boek ”De toeleidende weg”. „Ik móést dat schrijven. Ik constateerde dat sinds onder anderen ds. A. Vergunst was overleden, er in de Gereformeerde Gemeenten, en ook wel daarbuiten, een verstarring optrad. Ds. A. F. Honkoop, bij wie ik gebakerd ben, zei vaak: „Gemeente, in Christus is alles; buiten Hem niets.” Maar in reactie op een oppervlakkig geloven dat Jezus mijn Zaligmaker is, zag je met name bij jonge predikanten dat zij de weg tot Hem gingen blokkeren met allerlei voorwaarden.
En natuurlijk kom je dan niet meteen met een boek. Ik heb het gesprek gezocht. Maar zo’n gesprek, bij het licht van de Schrift, bleek niet mogelijk. Ik heb in die tijd, ik stond in Terneuzen, heel veel over me heen gekregen. Waarbij het ongegrond veroordelen, soms zonder mijn boek gelezen te hebben, mij pijn heeft gedaan.”
De wortels van de Gereformeerde Gemeenten liggen voor een deel in het gezelschapsleven. Speelde in de discussies rond uw boek ook niet de vrees dat ‘oude lijnen’ teloor zouden gaan?
„Zeker, en ik begrijp dat ook. Ik weet ook dat de oude predikanten bepaalde uitdrukkingen uit het gezelschapsleven graag gebruikten. Maar zij gaven inhoud aan die uitspraken, en er was altijd iets van gunning, van warmte. Nu is er veel napraten. Dat is koud en stoot af.
Waar ik zo bang voor ben, is dat we de Schrift laten buikspreken. Want als we de Schrift niet zélf meer laten spreken, zal ons dat vroeg of laat opbreken. Het gaat niet om onze mening, maar om de mening des Geestes. Jonge mensen vallen echt nog wel voor het Woord – maar onderzoeken ook, meer dan vroeger gebeurde, en vragen, terecht: Waar staat wat u zegt dan in de Bijbel?”
Overigens is ”De toeleidende weg” lang de enige publicatie niet die ds. Harinck op zijn naam heeft staan. Meer dan dertig boeken schreef hij, en uitgeschreven is hij nog niet. Volgende week verschijnt bij Den Hertog een catechismusverklaring van zijn hand, en in het vat zit nog altijd een studie over de eerste christenen. „Waar ik ook nog graag over wil schrijven, is over het kruis van Christus.”
De kerk staat vandaag voor twee uitdagingen, constateert de emeritus. „Enerzijds te waken voor nog verdere verstarring en verdonkering van het Evangelie. Maar in de tweede plaats ook: ervoor te waken dat de drie stukken uit de Heidelberger niet worden verlaten. Het geloof is en blijft toch het aangrijpen van Jezus door een schuldig en verloren mens. Ik hoor jonge mensen wel eens zeggen: „Als we doordeweeks bij elkaar zijn en de Bijbel bestuderen, ontvang ik veel meer zegen dan onder de preek.” Dan zeg ik: Hier is iets mis, en misschien niet alleen met de prediking. Waar niet meer gehoord wordt dat een mens wedergeboren moet worden, en dat dit gepaard gaat met een droefheid over de zonde en een mishagen van onszelf, laten we het Woord evenmin spreken.”
Hemel
Straks zal er echter geen kerk meer zijn, zegt ds. Harinck. „Vorige week zondag heb ik gepreekt over de hemel. Ik wilde dat al langer een keer doen, en ben me daar toen in gaan verdiepen, vanuit met name het boek Openbaring. Wat zal dat zijn: in de hemel zal er eredienst zijn. Wat staat daarin centraal? De heerlijkheid van God en het Lam. Mijn broer Frans, die negen jaar terug is overleden, mag daarin delen. Ik denk veel aan wat hij nu mag doen, en ik mag weten daar ook eens in te zullen delen.”
Emotioneel: „En wat zal ik dan graag mijn kroon voor dát Lam, mijn Zaligmaker, neerwerpen.”
Wie Jezus werkelijk was, Reformatorisch Dagblad, 18 juni 2010, Recensie van het boek “Wie bent U? Een bijbels antwoord op de vraag: wie is Jezus Christus”
Een unieke Zaligmaker: „Je krijgt vaak de indruk dat het christendom een leer is, met bijbehorende uiterlijke kenmerken”, Terdege, 14 april 2010: een interview met ds. C. Harinck n.a.v. het boek: ”Wie bent u?”
Hoop op toekomstige bekering: ”Calvijn durft voluit te zeggen: U komt de belofte toe”, Daniël, 15 februari 2008: een interview met ds. C. Harinck over de doop
Kundige gids bij gecompliceerd vraagstuk: Ds. C. Harinck wil onjuiste opvattingen rond geloof en rechtvaardiging corrigeren, Reformatorisch Dagblad, 13 februari 2008: recensie van het boek “De rechtvaardigmaking”
Ds. C. Harinck neemt afscheid van Terneuzen, Reformatorisch Dagblad, 9 oktober 2003
Vervlakking en verstarring voeden elkaar: Ds. C. Harinck na 41 jaar met emeritaat, Reformatorisch Dagblad, 7 oktober 2003: interview met ds. C. Harinck n.a.v. zijn emeritaat
Het verschil tussen Tolstoj en Comrie, Reformatorisch Dagblad, 23 maart 2001: interview met ds. C. Harinck n.a.v. het lezen van boeken uit 2 culturen
Zielenvragen rond de toeleidende weg: ”Laten we oppassen voor slechts één bekeringsmodel”, Reformatorisch Dagblad, 20 september 2001, interview met ds. C. Harinck n.a.v. zijn boek ”De toeleidende weg tot Christus”
Ds. C. Harinck doet intrede in Terneuzen, Reformatorisch Dagblad, 7 juni 2000
Boodschap onder aan de kanseltrap: ”De Heere werkt, ook al zie ik daar niet alles van”, interview met ds. C. Harinck
Ds. Harinck neemt herdersstaf op in geref. gem. Houten, Reformatorisch Dagblad, 16 juni 1993
Evangeliën geven antwoord op de vraag wie Jezus van Nazareth is, Reformatorisch Dagblad, 22 februari 1988, recensie van ds. P. Beekhuis over het boek ”Wie is Jezus van Nazareth”
Bevestiging ds. C. Harinck te Oostkapelle, Reformatorisch Dagblad, 23 december 1982
Intrede van ds. C. Harinck te Dordrecht, Reformatorisch Dagblad, 14 juni 1974
Bevestiging en intrede Ds. C. Harinck te Franklin Lakes, De Saambinder, 13 mei 1971
Intrede en bevestiging ds. C. Harinck te Utrecht, De Saambinder, 18 oktober 1962
Kerk vooral zelf schuldig aan minderheidspositie, 24 april 1991