Centrale banken voorop tegen crisis
De centrale banken zetten de geldkraan wagenwijd open. In deze barre tijden nemen de monetaire beleidsmakers in zowel het eurogebied als de Verenigde Staten niet alleen de klassieke taak van inflatietemmer op zich, maar verbreden zij hun rol tot ook crisisbezweerder.
De onafhankelijke Europese Centrale Bank (ECB) heeft volgens de verdragsvoorschriften maar één opdracht: de geldontwaarding beteugelen. Hij moet voorkomen dat de burger met de euro’s in zijn portemonnee steeds minder kan kopen.
De Federal Reserve (Fed) in de VS opereert op basis van een wat uitgebreider mandaat. Die heeft de bevoegdheid om, in het belang van de werkgelegenheid, tevens maatregelen te treffen ter versterking van de conjunctuur.
De rente is normaal gesproken het voornaamste beleidsinstrument van beide instellingen. Door hun leningen aan de commerciële banken via hun tarieven duurder of goedkoper te maken, reguleren zij langs indirecte weg de geldhoeveelheid. Dat heeft invloed op inflatie- en groeitempo.
Maar vandaag de dag is alles anders. Sinds de kredietcrisis in september 2008 in alle hevigheid uitbrak, zetten ECB en Fed onconventionele middelen in. In de voorbije weken deden zij er in dit opzicht nog weer een flinke schep bovenop. Zij lopen door hun actieve beleid voorop bij het bestrijden van de financiële en economische crisis.
Een centrale bank kan als enige instantie onbeperkt geld creëren. De Fed laat de bankbiljettenpers inmiddels op volle toeren draaien. Voorzitter Ben Bernanke kondigde recent aan dat hij maandelijks 40 miljard dollar, bijna 31 miljard euro, aan nieuw geld in de economie zal pompen; en dat gedurende een onbepaalde periode. Dat doet hij door gebundelde hypotheekschulden op te kopen van de banken. Die krijgen daardoor de beschikking over extra liquiditeiten, om uit te lenen en daarmee consumptie en investeringen en dus de groei te bevorderen. De Fed wil met deze operatie doorgaan totdat de werkloosheid, momenteel 8,1 procent, substantieel is teruggedrongen.
Op de financiële markten wordt het plan aangeduid als QE3, afkorting van quantitative easing (kwantitatieve verruiming). De drie als toevoeging geeft aan dat het, vanaf november 2008, het derde programma betreft van dit soort, dit keer dus zonder enige begrenzing. In totaal is aan de haperende Amerikaanse economie reeds een monetaire impuls van meer dan 2000 miljard dollar toegediend.
De Japanse centrale bank op zijn beurt liet deze week weten voor 10 biljoen yen (ongeveer 100 miljard euro) aan waardepapier uit de markt te halen. Het is een vergroting van het lopende stimuleringspakket, dat al 700 miljard euro omvat.
Ook de ECB van president Mario Draghi heeft, begin deze maand, besloten tot een radicale aanpak. Frankfurt gaat uitstaande staatsobligaties van noodlijdende eurolanden opkopen, om op die manier de rente op die stukken te verlagen, zodat de betrokken overheden kapitaal kunnen blijven aantrekken tegen een redelijke prijs. Dit steunmechanisme, met de naam Outright Monetary Transactions (OMT), kent qua omvang en duur geen restricties. Alleen de Duitse Bundesbank stemde tegen. Die vindt dat de centrale bank meehelpt om begrotingstekorten te financieren, wat niet strookt met de Europese spelregels.
Eerder kocht Frankfurt, onder een andere noemer, al voor 211 miljard euro aan overheidsschuld op. Verder voorzag de ECB de banken in twee rondes, afgelopen december en februari, van ruim 1000 miljard euro aan liquiditeiten voor een termijn van drie jaar.
Als we kijken naar de huidige programma’s, zien we wel verschillen tussen de VS en Europa. De Fed beoogt de economie aan te jagen, terwijl de ECB tracht de schuldencrisis het hoofd te bieden en de muntunie te redden. Draghi belooft, anders dan Bernanke, de aankopen te steriliseren, zoals het in het jargon heet. Voor elke euro die hij in circulatie brengt, haalt hij elders een euro uit het financiële systeem, is de bedoeling, door bijvoorbeeld minder te lenen aan de banken.
Niettemin waarschuwen critici ook in Europa, net als in de VS, voor inflatiegevaar. Als er veel geld op de plank ligt en dat komt op enig moment, bij een aantrekkende economie, tot besteding, dreigen de prijzen omhoog te schieten.
Zeker is dat we qua monetair beleid niet eerder vertoonde experimenten beleven. De bijzondere omstandigheden doen de centrale banken ongebruikelijke paden bewandelen.