12 september: best belangrijk, voor Duitsland en Europa
Komende woensdag, 12 september, wordt een belangrijke dag voor Europa. Logisch, denkt u wellicht. De verkiezingen staan immers voor de deur? En ja: de vraag wie er in het Torentje komt, maakt voor de kabinetsvisie op Europa wel wat uit.
Maar daarop wordt niet gedoeld. Zélfs niet op de –volgens sommigen ook heel belangrijke– perspresentatie die dag van Apple, waarop naar verwachting de iPhone 5, het mobiele vlaggenschip van de technologiereus, wordt gelanceerd.
Nee, 12 september wordt vooral belangrijk omdat dan het Duitse constitutionele hof, het Bundesverfassungsgericht, de maatregelen van Europese regeringsleiders om de problemen in de eurozone op te lossen, kan maken én breken.
Het Duitse hof, opgericht in 1951 om een machtscoup zoals van de nazi’s voorgoed onmogelijk te maken, doet op 12 september om 10.00 uur namelijk uitspraak over de vraag of het zogeheten Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) in strijd is met de Duitse grondwet.
Dat ESM is het permanente Europese noodfonds dat, eigenlijk al op 1 juli, het tijdelijke fonds EFSF zou vervangen. Behalve voor het verstrekken van leningen aan noodlijdende landen (zoals Spanje), mag het ESM in tegenstelling tot het EFSF ook ingezet worden om staatspapier van die landen op te kopen. Verder mag het ESM op termijn (nadat er Europees bankentoezicht is opgetuigd) geld lenen aan noodlijdende banken in de eurozone.
Het noodfonds krijgt aanvankelijk een vuurkracht van 700 miljard euro. Nederland levert een bijdrage van 40 miljard (4,5 miljard aan stortingen en 35 miljard aan garanties). Als 85 procent van de deelnemende landen het wil, kan uit het fonds worden geput.
De meeste eurolanden hebben het ESM inmiddels geaccordeerd –in Nederland stemden CU, SP, SGP, PVV en de PvdD tegen– en ook in Duitsland –dat 190 miljard euro inlegt– passeerde het fonds al het parlement en de deelstaten.
Voordat de president van het land, Joachim Gauck, echter definitief akkoord kan gaan met het ESM, is het nu wachten op de goed- of afkeuring van de Duitse opperrechters.
Hun visie is nodig omdat meer dan 37.000 Duitsers zich hebben aangesloten bij een klacht tegen het noodfonds. Het is daarmee de grootste rechtszaak in de Duitse geschiedenis. Onder de klagers bevinden zich politici van de Duitse CSU –de zusterpartij van bondskanselier Merkels CDU– en de SPD.
Volgens de klagers is het ESM in strijd met het Europese verdrag dat ten grondslag lag aan de euro én met de Duitse grondwet. Dat laatste vooral omdat Duitsland er het zelfbeschikkingsrecht over het eigen budget mee zou verspelen en zich tevens zou blootstellen aan ongelimiteerde risico’s.
Veel deskundigen gaan ervan uit dat het hof woensdag toestemming geeft voor de ratificatie van het ESM-verdrag en de klagers niet-ontvankelijk verklaart. Ook de Duitse minister Schaüble (Financiën) sprak deze week zijn vertrouwen daarin uit. Volgens hem zullen de acht, in rode toga’s gehulde opperrechters van het in Karlsruhe gevestigde hof het noodfonds niet blokkeren.
Maar hoe zeker men zich ook mag voordoen, een risico dat er geen Duitse toestemming komt, of slechts onder stringente voorwaarden, is er nog altijd. De Amerikaanse bank Morgan Stanley schatte de kans op een Duits ”nein” onlangs in op 40 procent. En in combinatie met wat er in dat geval zou kunnen gebeuren, maakt dit velen toch onzeker. Immers, alle Europese plannenmakerij om de euro bijeen te houden wordt met zo’n ”nee” doorkruist, inclusief het deze week door de Europese Centrale Bank (ECB) gelanceerde opkoopprogramma voor Spaanse en Italiaanse staatsobligaties.
Gisteren bevestigde ECB-president Draghi namelijk dat ‘zijn’ bank geen obligaties van financieel noodlijdende landen zal opkopen, als die landen niet eerst een akkoord bereiken met de uitvoerders van de noodfondsen EFSF en ESM.
Een Duitse blokkade van het ESM zou daarmee dus ook een stok in de wielen betekenen van de ECB, wat veel Duitsers overigens als muziek in de oren zal klinken. Bevreesd als ze zijn dat een ruim noodfonds en een ruim geldbeleid van de ECB de inflatie bevorderen en ook de kwakkelende eurolanden prikkels ontnemen om serieus aan het hervormen te slaan.
De financiële misère die er dan kan ontstaan is zo ernstig, dat de gevolgen van de Nederlandse stembusgang voor het Europabeleid hierbij vergeleken eigenlijk kinderspel zijn.